Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-08-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2013:63

Zaaknummer

78/12

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft, als advocaat van de wederpartij van klaagster, niet onbetamelijk gehandeld door te schrijven dat klaagster gedetineerd was geweest wegens drugshandel. Verweerder mag afgaan op hetgeen zijn cliënt hem hierover heeft meegedeeld mede gezien het feit dat ook in rechterlijke uitspraken dit feit genoemd werd.

Inhoudsindicatie

De klacht is  ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 23 augustus 2013

in de zaak 78/12

naar aanleiding van de klacht van:

 

mevrouw [    ]

klaagster

 

tegen:

mr. [    ]

verweerder

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 24 april 2012, door de raad ontvangen op 25 april 2012, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle- Lelystad de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 21 juni 2013 in aanwezigheid van verweerder. Klaagster is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van het van de deken ontvangen dossier.

1.4    Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem   Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem   Leeuwarden.

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder heeft enige tijd rechtsbijstand verleend aan de wederpartij van klaagster in familierechtelijke procedures.

2.3    In een brief van 17 mei 2011 heeft verweerder geschreven dat in diverse gerechtelijke procedures in komen vast te staan dat klaagster volkomen terecht ( want geheel door haar eigen schuld) langdurig heeft vastgezeten in het buitenland wegens drugsmokkel.

2.4    Bij brief van 19 mei 2011met bijlagen heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij zich onnodig grievend over klaagster heeft uitgelaten.

3.2    Klaagster voert ter onderbouwing van haar klacht aan, dat zij alleen vast heeft gezeten op verdenking van drugssmokkel. Zij is echter vrijgesproken.

 

4    VERWEER

4.1    Verweerder biedt zijn excuses aan voor zover hij zich onjuist zou hebben geuit. Hij heeft niet bedoeld te zeggen dat klaagster schuldig was aan drugssmokkel, maar dat zij daarvan verdacht werd.

 

5    BEOORDELING

1.1    Ten aanzien van de klacht zelve constateert de raad allereerst dat het in deze gaat om een klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline geniet de advocaat van de wederpartij een ruime mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. Bedoelde vrijheid is echter niet onbegrensd. Deze kan onder meer worden ingeperkt indien de advocaat

1.    zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij;

2.    feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat ze in strijd met de waarheid zijn;

3.    indien de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt, zonder daarmee een redelijk doel wordt gediend.

1.2    Met betrekking tot de 2 genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen is gehouden de juistheid daarvan te verifiëren.

De klacht is naar het oordeel van de raad ongegrond. Verweerder heeft via verschillende kanalen gehoord dat klaagster in het buitenland heeft vast gezeten. Ook de kinderrechter is hiervan uitgegaan in een of meer beslissingen. Hij heeft dit niet tegen beter weten in de brief van 17 mei 2011 geschreven. Het is in dit soort situaties wel van belang zorgvuldig te formuleren, maar verweerder heeft niet onbetamelijk gehandeld door in de brief van 17 mei 2011 te schrijven dat klaagster had vast gezeten.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys - Doeleman, voorzitter, mrs. G.W. Brouwer, F. Klemann, N.H.M. Poort, L.J. van der Veen, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin – van den Akker als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 augustus 2013.

 

griffier                                                                    voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op                    2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klaagster

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klaagster

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl