Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-09-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:36

Zaaknummer

OB 210 - 2013 (II)

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

De aard van de voorziening ex artikel 60ab advocatenwet brengt met zich mee dat een dergelijk verzoek slechts voor toewijzing in aanmerking komt indien sprake is van een zodanig spoedeisend belang, dat een onherroepelijk beslissing op een dekenbezwaar niet kan worden afgewacht. Hiervan is in deze geen sprake.

Inhoudsindicatie

Verzoek ex artikel 60ab advocatenwet afgewezen.

Uitspraak

 

Beslissing van 9 september 2013

in de zaak OB 210-2013 (II)

naar aanleiding van het

                                            verzoek ingevolge artikel 60 ab van de Advocatenwet van

             

de deken van de orde van advocaten

in het arrondissement O.

                  

 

deken

 

tegen:

 

mr.

 

                                        verweerder

 

 

1.              Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 4 juli 2013 met kenmerk 48-13-093 K II, door de raad ontvangen op 5 juli 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement O. een verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet tegen verweerder bij de raad ingediend.

1.2         Het verzoek is behandeld ter zitting van de raad van 26 augustus 2013 in aanwezigheid van de deken . Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De voormalig gemachtigde van verweerder heeft de raad per telefax dd. 23 augustus 2013 bericht dat hij om hem moverende redenen de behartiging van de belangen van verweerder heeft neergelegd. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3          De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 4 juli 2013, met bijlagen;

-       de brief van de (voormalig) gemachtigde van verweerder van 19 juli 2013, met bijlagen;

-       telefax van de (voormalig) gemachtigde van verweerder van 23 augustus 2013

 

 

2.              FEITEN

Voor de beoordeling van het verzoek van de deken wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1    De deken heeft bij brief dd. 4 juli 2013 zes dekenbezwaren tegen verweerder ingediend bij de raad van discipline, bij de raad van discipline bekend onder referentie nummer OB 210-2013 (I). De raad gaat uit van de door de raad in de beslissing van de raad van gelijke datum op de dekenbezwaren in klachtzaak OB 210-2013 (I) weergegeven feiten.

 

3.  Verzoek ex artikel 60 ab Advocatenwet

   3.1    De deken heeft de raad verzocht verweerder met onmiddellijke ingang te schorsen in de uitoefening van zijn praktijk voor de duur van de bezwarenprocedure aangezien tegen verweerder een ernstig vermoeden is gerezen van een handelen, waardoor enig door artikel 46 Advocatenwet beschermd belang zeer ernstig is geschaad of dreigt te worden geschaad. De deken baseert dit vermoeden op het volgende:

           

            uit de op 4 juli 2013 bij de raad van discipline ingediende dekenbezwaren blijkt in afdoende mate dat er jegens verweerder een ernstig vermoeden is gerezen van een handelen of nalaten waardoor enig door artikel 46 beschermd belang zeer ernstig is geschaad of dreigt te worden geschaad. De constatering hiervan vergt de schorsing met onmiddellijke ingang in de uitoefening van de praktijk.

 

 

4        VERWEER

4.1     Ingevolge artikel 60ab van de Advocatenwet kan pas sprake zijn van toewijzing van het verzoek tot onmiddellijke schorsing indien het in artikel 46 van de Advocatenwet beschermde belang deze schorsing vergt. Dat zal in deze enkel het geval zijn indien het zeer aannemelijk is dat verweerder recidiveert op het punt dat waarschijnlijk een schorsing met zich meebrengt.

4.2     De deken rekent verweerder met name het beweerdelijk medewerking verlenen aan witwassen aan. Het handelen of nalaten in dat kader heeft plaatsgevonden in maart 2013. Niet valt in te zien welk spoedeisend belang nu nog aanwezig is.

4.3     De ernst van het door verweerder erkende dekenbezwaar 5 rechtvaardigt de verzochte voorziening niet, evenmin is recidive te verwachten ten aanzien van een door artikel 46 te beschermen belang en er is geen sprake van een spoedeisend belang.

           

 

5        BEOORDELING

5.1         Ingevolge artikel 60ab van de Advocatenwet kan de raad op verzoek van de deken een advocaat jegens wie een ernstig vermoeden is gerezen van een handelen of nalaten waardoor enig door artikel 46 beschermd belang zeer ernstig is geschaad of dreigt te worden geschaad met onmiddellijke ingang schorsen indien enig door artikel 46 van de Advocatenwet beschermde belang dit vergt.

5.2         Hoewel in artikel 60ab Advocatenwet het vereiste van een spoedeisend belang niet specifiek wordt vermeld, brengt de aard van de voorziening met zich mee dat een verzoek tot schorsing met onmiddellijke ingang slechts voor toewijzing in aanmerking komt, indien sprake is van een zodanig spoedeisend belang, dat een onherroepelijke  beslissing op het dekenbezwaar niet kan worden afgewacht.

5.3         De bezwaren die de deken verweerder het meest aanrekent, hebben betrekking op  gedragingen van verweerder voor en tijdens het kort geding in maart 2013. De deken heeft niet gesteld dat gevaar voor herhaling van deze gedragingen gevreesd wordt. Daarnaast heeft verweerder de relatie met de betreffende cliënt in die zaak inmiddels beëindigd. Op grond van deze omstandigheden is de raad van oordeel dat in deze geen sprake is van een dusdanig spoedeisend belang dat enig door artikel 46 beschermde belang schorsing met onmiddellijke ingang vergt. Bovendien is door de raad per gelijke datum een beslissing op de bezwaren van de deken voorzien. Ook overigens is naar het oordeel van de raad geen sprake van een door artikel 46 beschermd belang dat onmiddellijke schorsing vergt.

5.4         De raad zal het verzoek van de deken om verweerder met onmiddellijke ingang te schorsen op grond van het bovenstaande afwijzen.

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

wijst het verzoek van de deken  om verweerder met onmiddellijke ingang met toepassing van artikel 60 ab van de Advocatenwet te schorsen af.

 

Aldus gewezen door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. J.D.E. vd Heuvel, L.W.M. Caudri, A.J. Sol, L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 september 2013.

 

 

              griffier                                                                         voorzitter                                     

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 9 september 2013

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement O.

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

 

-         de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  O.              

-          de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep. De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl