Rechtspraak
Uitspraakdatum
08-04-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4381
Zaaknummer
R.4053/12.187
Inhoudsindicatie
Klager is eigenaar van een appartement en als zodanig lid van de VvE. Verweerder en zijn echtgenote zijn eigenaar van een appartement in hetzelfde complex. Klager heeft bezwaar tegen de kosten van een bepaalde renovatie en het optreden van verweerder binnen de VvE. Een kantoorgenoot van verweerder heeft de administrateur van de vereniging bijgestaan in kort gedingen die zijn gevoerd tussen klager en de administrateur.
Inhoudsindicatie
Klacht dat verweerder valsheid in geschrift heeft gepleegd door een presentielijst van een ledenvergadering te tekenen als eigenaar, dat verweerder een tegenstrijdig belang heeft door zitting te nemen in een klankbordgroep en tevens de belangen van de administrateur te behartigen; ten derde dat verweerders kantoor optreedt voor de administrateur in een kort geding tegen klager en ten vierde dat verweerder het vertrouwen in de beroepsgroep heeft geschaad en aan het vertrouwen van de VvE en haar leden althans het vertrouwen van klager schade heeft toegebracht.
Inhoudsindicatie
De raad oordeelt dat het vaste rechtspraak is van het Hof van Discipline dat, ook als een advocaat in een andere hoedanigheid optreedt, het advocatentuchtrecht van toepassing blijft, maar dat in een dergelijk geval wordt getoetst aan de beperkte maatstaf of het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad.
Inhoudsindicatie
Het eerste klachtonderdeel is ongegrond daar verweerder en zijn echtgenote eigenaar van het appartementsrecht zijn. Het tweede, derde en vierde klachtonderdeel worden ongegrond verklaard, daar verweerder bij de verweten gedragingen niet is opgetreden als advocaat en niet is gebleken van feiten of omstandigheden waardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
Uitspraak
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 11 oktober 2012, door de raad ontvangen op 12 oktober 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij brief van 3 januari 2013, bij de raad ontvangen op 7 januari 2013, heeft klager zijn standpunt toegelicht en producties aan de raad overgelegd.
1.3 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 4 februari 2013 in aanwezigheid van klager, vergezeld van H., alsmede verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.4 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Klager is eigenaar van een appartement dat deel uitmaakt van het appartementencomplex T. 100 t/m 102 L te G. en is als zodanig lid van de Vereniging van Eigenaars T 100 t/m 102 L te H. (hierna: de VvE).
2.3 Verweerder en zijn echtgenote, met wie hij in gemeenschap van goederen is gehuwd, zijn sinds 2004 eigenaar van een appartement in het complex.
2.4 Tijdens een algemene ledenvergadering van de VvE van mei 2011, waarbij klager niet aanwezig was, is unaniem besloten tot het doen uitvoeren van onderhoud aan het appartementencomplex. In die periode was het bedrijf V. bestuurlijk secretaris en penningmeester van de VvE.
2.5 Tussen klager en V. is een geschil ontstaan omdat V. volgens klager bewust en frequent de statuten van de VvE negeerde, de renovatie volgens klager € 120.000,-- teveel zou hebben gekost en er betalingen uit het reservefonds zouden zijn gedaan zonder deugdelijke autorisatie. Klager stelde daarbij dat verweerder van deze feiten op de hoogte was maar dat hij namens V. stelling nam tegen klager. Voorts stelde klager dat verweerder valsheid in geschrift had gepleegd door als eigenaar van het appartement te tekenen op de presentielijst van de algemene ledenvergadering. Verweerder fungeert binnen de VvE als eigenaar als lid van een klankbordgroep die is geformeerd nadat het bestuur van de VvE tijdens de algemene ledenvergadering van februari 2012 in zijn geheel was opgestapt. De klankbordgroep onderhoudt sedertdien het contact met V.
2.6 Verweerder is als advocaat verbonden aan X Advocaten.
2.7 Door klager is een kort geding aangespannen tegen V., waarin klager inzage heeft geëist – en gekregen – in de administratie van de VvE.
2.8 In verband met de wijze waarop klager van het in kort geding verkregen recht op inzage gebruik wenste te maken heeft V. een kort geding tegen klager aangespannen, waarin V. een verbod heeft gevraagd – en verkregen – tot het verder uitoefenen van het recht op inzage in de administratie.
In deze gerechtelijke procedures is V. bijgestaan door een advocaat, die werkzaam is ten kantore van X Advocaten.
2.9 Bij brief van 27 juni 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.
3.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder:
a. dat hij valsheid in geschrift pleegt door de presentielijst behorende bij de algemene ledenvergadering van 13 februari 2012 als eigenaar van een appartement te tekenen, terwijl hij dat niet is;
b. dat hij een tegenstrijdig belang heeft door zitting te nemen in de klankbordgroep (waardoor hij ten dienste staat van de leden van de VvE) en tevens de belangen van V. te behartigen;
c. dat zijn kantoor optreedt voor V. in een kort geding tegen klager (belangenverstrengeling);
d. dat hij door een en ander niet alleen het vertrouwen in de beroepsgroep van advocaten heeft geschaad, maar ook het vertrouwen van de VvE en haar leden, althans het vertrouwen van klager, schade heeft toegebracht.
3.3 Klager heeft in zijn brief van 3 januari 2013 gesteld dat verweerder zich solidair opstelt met hen die het reglement en de statuten van de VvE negeren en dat hij een doofpotoperatie tegen klager organiseert, alsmede dat hij het contact dat klager probeert te leggen met de nieuwe administrateur en de nieuwe bestuurder boycot.
Klager heeft de raad verzocht ervoor te zorgen dat verweerder zich – kort gezegd – overeenkomstig de regels gedraagt en eraan meewerkt dat de schade van klager wordt vergoed; voorts om verweerder in algemene zin te corrigeren aangaande de door hem betoonde weinig integere opstelling en attitude opdat het vertrouwen in hem als advocaat en als medebewoner in de woongemeenschap wordt hersteld.
4 VERWEER
Verweerder heeft terzake van de vier klachtonderdelen – zakelijk samengevat – het volgende aangevoerd. Verweerder treedt in deze kwestie niet als advocaat op. Met zijn echtgenote is hij eigenaar en lid van de VvE en verweerder zit in privé in de klankbordcommissie. De klacht is daarom niet-ontvankelijk. Verweerder heeft verwezen naar een brief van 8 november 2004 van V. aan verweerder en zijn echtgenote, waarin V. bevestigt dat zij door de aankoop van het appartement van rechtswege lid zijn geworden van de Vereniging van Eigenaars.
Een advocaat van verweerders kantoor X Advocaten treedt op voor V. in de kwestie tegen klager. Het staat V. vrij om welke advocaat dan ook te kiezen. De VvE en V. hebben een parallel belang. V. maakte deel uit van het bestuur van de VvE en de klankbordcommissie steunt V.
Ter zitting heeft verweerder benadrukt dat hij niet optreedt als advocaat, zodat het behartigen van een tegenstrijdig belang niet aan de orde is.
5 BEOORDELING
5.1 Het is vaste rechtspraak van het Hof van Discipline dat ook wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, het advocatentuchtrecht van toepassing blijft, maar in een dergelijk geval toetst de tuchtrechter slechts aan de beperkte maatstaf of het vertrouwen in de advocatuur door de gestelde gedragingen wordt geschaad (HvD 18 januari 2013 nr. 6450).
Ten aanzien van klachtonderdeel a
5.2 Bij de beoordeling van dit klachtonderdeel stelt de raad voorop dat het verwijt van dien aard is dat het, indien vaststaand, zou zijn te beoordelen als een gedraging die in het licht van de beroepsuitoefening van een advocaat absoluut ongeoorloofd is en het vertrouwen in de advocatuur schaadt, ook indien hij optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat.
5.3 Tegenover het gemotiveerde verweer heeft klager niet aannemelijk gemaakt dat verweerder en zijn echtgenote geen eigenaar van het appartementsrecht zijn, althans dat verweerder niet bevoegd zou zijn om de presentielijst als eigenaar te tekenen.
Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond.
Ten aanzien van klachtonderdelen b, c en d
5.4 Gezien de aard van de in deze klachtonderdelen genoemde verwijten zal de raad deze klachtonderdelen gezamenlijk behandelen.
5.5 Gebleken is dat verweerder bij de in deze onderdelen verweten gedragingen niet is opgetreden als advocaat, maar als privé persoon en (mede-) eigenaar van een van de appartementen in het appartementencomplex. Dat verweerder zich als advocaat aan belangenverstrengeling heeft schuldig gemaakt valt daarom niet in te zien.
De omstandigheid dat een kantoorgenoot van verweerder in een tweetal zaken tegen klager is opgetreden als advocaat van V. maakt dat niet anders.
5.6 Tegenover het gevoerde verweer heeft klager zijn klacht niet onderbouwd met feiten of omstandigheden die meebrengen dat het vertrouwen in de advocatuur door de gestelde gedragingen is geschaad.
5.7 Het voorgaande brengt mee dat de klachtonderdelen b, c en d ongegrond zijn.
5.8 Voor zover klager in zijn brief van 3 januari 2013 nieuwe klachten tegen verweerder heeft aangevoerd, laat de raad die buiten beschouwing, daar ze niet op de door de wet voorgeschreven wijze zijn ingediend.
6 BESLISSING
De Raad van Discipline:
- verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.
Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mrs. R. de Haan, T. Hordijk, L.Ph.J. baron van Utenhove en E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. P. Rijpstra als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 8 april 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 10 april 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klager
- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl