Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:148

Zaaknummer

R. 4059/12.193

Inhoudsindicatie

Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerster heeft steeds gehandeld in opdracht van haar client en alle stukken in overleg en met zijn uitdrukkelijke toestemming opgesteld en verzonden. Verweerster had geen reden om aan de juistheid van de door hem verstrekte informatie te twijfelen. Geen onnodig grievend taalgebruik gebezigd. Klacht ongegrond.

Uitspraak

 

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 25 oktober 2012 met kenmerk  R12/13/05ml, door de raad ontvangen op 26 oktober 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 23 september 2013 in aanwezigheid van klaagster en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klaagster is gehuwd geweest met de heer S. Het huwelijk is ontbonden in 2005. Uit dit huwelijk is op 23 januari 2002 een zoon geboren.

2.3 Mr. S. heeft de belangen van de heer S. in verband met de echtscheiding vanaf 2005 voor de heer S. behandeld. Vanaf maart 2009 is verweerster (kantoorgenote van mr. S.) bij de zaak betrokken.

2.4 Vanaf maart 2009 stond met name verweerster de heer S. bij in diverse procedures met betrekking tot het gezag, hoofdverblijf en omgangsregeling ten aanzien van de zoon.

2.5 Bij beschikking van de rechtbank Den Haag van 26 november 2008 is het gezamenlijk gezag van de ouders beëindigd en is de heer S. alleen met het gezag over de zoon belast. Ook is beschikt over de gewone verblijfplaats en een omgangsregeling.

2.6 Tegen de beschikking van 26 november 2008 heeft klaagster hoger beroep ingesteld. Het gerechtshof in Den Haag heeft op 4 november 2009 een deskundigenonderzoek gelast. Vervolgens heeft het Hof bij beschikking van 7 juli 2010 de gezagsvoorziening en de hoofdverblijfplaats van de zoon bij de heer S. bekrachtigd en een nader raadsonderzoek geïndiceerd voor de omgangsregeling.

2.7 Bij brief van 9 mei 2012 aan het gerechtshof Den Haag heeft verweerster namens de heer S. op stukken gereageerd die eerder door klaagster in het geding waren gebracht. Klaagster heeft in haar klacht het volgende opgemerkt over de inhoud van die brief: 

“De aanleiding waarmee ik me nu tot u wend is dat de huidige advocaat van mijn ex-man en wederpartij in dezen, Mr. O. thans naast de vele valse beschuldigingen, vormen van karaktermoord, misleidingen en onzindelijk betrekken van experts een nieuwe grens van het betamelijke heeft overschreden door me ronduit te discrimineren en mijn privacy te schenden. Om deze reden wil ik de productie die Mr. O. op 9 mei 2012 bij het gerechtshof ’s-Gravenhage heeft ingediend aan u voorleggen met de vraag of ik het juist heb dat hier is gehandeld tegen de gedragsregels van advocaten op een wijze die klachtwaardig is.”

2.8 Op 6 juni 2012 is een definitieve beslissing afgegeven met betrekking tot de omgangsregeling.

2.9 Bij brief van 20 mei 2012 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerster.

 

3 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij bij brief van 9 mei 2012 de gedragsregels 1, 10, 30 en 31 heeft overtreden.

 

4  VERWEER

Verweerster heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 Nu de klacht gericht is tegen de advocaat van klagers wederpartij heeft te gelden de door het Hof van Discipline gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking tot de onder (2) genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren.

5.2 Naar het oordeel van de raad kan het optreden van verweerster de toets aan de hiervoor geformuleerde maatstaf doorstaan. Zij heeft steeds gehandeld in opdracht van haar cliënt en alle stukken in overleg en met zijn uitdrukkelijke toestemming opgesteld en verzonden. Verweerster had geen reden om aan de juistheid van de door hem verstrekte informatie te twijfelen. Zij heeft slechts het standpunt van haar cliënt weergegeven en heeft daarbij geen onnodig grievend taalgebruik gebezigd. Dat verweerster zich in het standpunt van de cliënt van verweerster niet kon vinden, is begrijpelijk. Zij stonden als partijen lijnrecht tegenover elkaar. De problemen tussen partijen als zodanig zijn door partijen zelf veroorzaakt en niet door verweerster.

5.3 Een en ander neemt niet weg dat de raad wel begrip heeft voor het feit dat de ontstane situatie voor klaagster vervelend was en is. Een tuchtrechtelijk verwijt valt verweerster daar evenwel niet voor te maken.

 

6 BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart de klacht ongegrond.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, T. Hordijk, P.J.E.M. Nuiten, C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. M.M. C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 november 2013.

griffier voorzitter                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 26 november 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl