Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:106

Zaaknummer

OB 127-2013

Inhoudsindicatie

Het is een advocaat toegestaan om, met instemming van zijn cliënt,    openstaande declaraties met aan zijn cliënt toekomende gelden te verrekenen. Verweerder heeft klager bij brief dd. 7 maart 2009geïnformeerd over een verrekening van een aan klager toekomend bedrag met een nog openstaande declaratie. Klager heeft hiertegen nimmer geprotesteerd, zodat het ervoor moet worden gehouden dat klager heeft ingestemd met de verrekening, althans is niet gebleken dat klager hiermee niet zou hebben ingestemd. . Dit geldt temeer waar klager per email dd. 11 oktober 2009 in reactie op de e-mail dd. 10 oktober 2009 van een kantoorgenoot van verweerder wel heeft geprotesteerd tegen die verrekening.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

Beslissing van 4 november 2013

in de zaak OB 127-2013

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

klager

 

tegen:

 

B

                  

verweerder

                             

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 18 april 2013 met kenmerk K , door de raad ontvangen op 19 april 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 september 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder, bijgestaan door zijn kantoorgenoot mr. X. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennisgenomen van:

- de brief van de deken van 18 april 2013, met bijlagen.

                                     

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Verweerder heeft klager in zeven zaken bijgestaan. Verweerder heeft klager ter zake van zijn werkzaamheden meerdere facturen verzonden.

2.2      Bij brief dd. 7 maart 2009 heeft verweerder het volgende aan klager bericht: “In de vorige zaak is er een bedrag ad € 2.500,00 voldaan tegen finale kwijting. Genoemd bedrag is aangewend ter betaling van de openstaande facturen waarvan u bijgaand een overzicht aantreft. Op uw rekening is een bedrag ad € 987,19 [bijgeschreven]”. Bij brief dd. 10 oktober 2009 heeft een (voormalige) kantoorgenoot van verweerder, mr. V., het volgende aan klager bericht: “ in bovengenoemde zaak is er een bedrag ad € 1.835,41 ontvangen. Genoemd bedrag is verrekend met de facturen 0900373, 0900374, 0900476, 0900601, 0901096, 0901390 en 0901391. Er resteert zodoende aan u te voldoen een bedrag ad € 730,06.

 

2.3      Klager heeft per e-mail dd. 11 oktober 2009 in antwoord op de e-mail dd. 10 oktober 2009 van mr. V het volgende geschrevene: “er wordt helemaal niets verrekend. Het totale geïncasseerde bedrag wordt aan mij overgemaakt.(…….)”

 

2.4      Verweerder heeft op 29 augustus 2012 bij de politie aangifte tegen klager van bedreiging en vernieling van een personenauto gedaan en op 20 september 2012 van vernieling van zijn woning. Verweerder heeft voorts in kort geding oplegging van een straat- en contactverbod aan klager gevorderd. Op 6 november 2012 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Bij vonnis dd. 8 november 2012 is aan klager een straat- en contactverbod opgelegd. 

 

3          KLACHT

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.            verweerder geïncasseerde en op de derdengeldenrekening ontvangen gelden zonder toestemming onder zich heeft gehouden en deels verrekend heeft met verzonnen facturen;

2.            verweerder klager tijdens een rechtszitting heeft uitgescholden voor pedofiel en hem na de zitting heeft aangevallen.

 

4          VERWEER

4.1      Klager heeft de facturen van het kantoor van verweerder nimmer betwist. Hij geeft ook niet aan welke facturen verzonnen zouden zijn. Verweerder heeft bij brief dd. 7 maart 2009 aan klager bericht tot verrekening over te zullen gaan. Klager heeft hiertegen nimmer geprotesteerd. Verweerder is hiermee gebleven binnen de grenzen van de artikelen 27 en 28 van de gedragsregels.

4.2      Na afloop van de zitting bij de rechtbank heeft klager gezegd dat hij verweerder zou weten te vinden. Hierop is verweerder op klager afgestapt en heeft woorden geuit van gelijke strekking als het volgende: “wat zeg je, bedreig je me nu alweer?”. Onjuist is dat verweerder klager heeft uitgescholden voor pedofiel. Geïrriteerd door al hetgeen was voorgevallen, heeft verweerder klager gevraagd naar een voor hem gebezigde bijnaam, die hier een verwijzing maakt naar pedofiel. Dat is natuurlijk niet hoe het hoort, maar levert, zeker in het licht van hetgeen is voorgevallen, geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen op.

 

5.        BEOORDELING

  5.1  Het is een advocaat toegestaan om, met instemming van zijn cliënt,    openstaande declaraties met aan zijn cliënt toekomende gelden te verrekenen. Vast staat dat verweerder op 7 maart 2009 is overgegaan tot verrekening van declaraties van verweerder met een aan klager toekomend bedrag. Verweerder heeft klager hierover geïnformeerd bij brief dd. 7 maart 2009. Klager heeft hiertegen nimmer geprotesteerd, zodat het ervoor moet worden gehouden dat klager heeft ingestemd met de verrekening, althans is niet gebleken dat klager hiermee niet zou hebben ingestemd.  Dit geldt temeer waar klager per email dd. 11 oktober 2009 in reactie op de e-mail dd. 10 oktober 2009 van mr. V wel heeft geprotesteerd tegen de in die email vermelde verrekening. Op grond van het bovenstaande zal het eerste onderdeel van de klacht ongegrond worden verklaard.

5.2       Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is gebleken dat de mondelinge behandeling in kort geding op 6 november 2012 in een grimmige sfeer heeft plaatsgevonden. Na afloop van de zitting hebben partijen zich over en weer uitingen in minder aangename bewoordingen jegens elkaar geuit. Onder deze omstandigheden zijn de door klager gedane uitlatingen, ter zake waarvan verweerder ter zitting spijt heeft betuigd, verweerder tuchtrechtelijk niet aan te rekenen. Het tweede onderdeel zal eveneens ongegrond worden verklaard.

 

                        BESLISSING

 

De raad van discipline:

verklaart de klacht in beide onderdelen ongegrond.

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, mrs. A.L.W.G. Houtakkers, E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans, J.F.E. Kikken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 november 2013 .

 

             

                        griffier                                                    voorzitter                                 

 

Deze beslissing is in afschrift op 5 november 2013

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-     klager

-     verweerder

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

 

-           klager

-              verweerder

-              de deken van de orde van advocaten te OB

-              de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.        Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.         Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl