Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:150

Zaaknummer

L 218 - 2013

Inhoudsindicatie

Ziekte ontslaat een advocaat niet van de op hem als advocaat rustende verplichting om te voldoen aan verzoeken om informatie van de Nederlandse en de plaatselijke orde van advocaten, waaronder het doen van CCV aangifte.

Inhoudsindicatie

Bezwaar gegrond; berisping

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

 

Beslissing van 25 november 2013

in de zaak L 218-2013

 

naar aanleiding van het bezwaar van:

 

A.

                  

deken

 

tegen:

 

B.

 

 

                                        verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 16 juli 2013 met kenmerk DOK 287, door de raad ontvangen op 17 juli 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg zijn bezwaar wegens het in gebreke blijven CCV-aangifte te doen, ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De deken heeft bovenvermeld bezwaar bij brief dd. 21 augustus 2013, met kenmerk DOK 284, door de raad ontvangen op 22 augustus 2013, aangevuld met een bezwaar ten aanzien van het niet behalen van opleidingspunten in 2011 en 2012. De deken heeft zijn aanvullend bezwaar ten aanzien van het behalen van de opleidingspunten bij brief dd. 19 september 2013, door de raad ontvangen op 20 september 2013, om hem moverende redenen ingetrokken.

1.3      Het bezwaar, met kenmerk DOK 287, is behandeld ter zitting van de raad van 30 september 2013 in aanwezigheid van de deken en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de deken dd. 16 juli 2013, met bijlagen;

-   de brief van verweerder dd. 25 september 2013, met bijlagen.

 

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van het bezwaar wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      De Nederlandse Orde van Advocaten heeft verweerder uitgenodigd om aangifte CCV te doen. De orde van advocaten te Limburg heeft op 31 mei 2013 per e-mail een rappel verzonden aan verweerder met het verzoek de CCV aangifte te doen. Op 24 juni 2013 werd een tweede rappel per e-mail verzonden met het verzoek per omgaande CCV aangifte te doen.

 

3          bezwaar

3.1      Het bezwaar houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder ondanks verzoeken en aanmaningen in gebreke is gebleven zowel de kantoor als individuele CCV aangifte te doen.

 

4          VERWEER

4.1      Verweerder heeft gezondheidsproblemen sedert oktober 2012 en heeft zijn werkzaamheden om die reden gestaakt per 19 februari 2013.

 

5          BEOORDELING

5.1      Als niet betwist staat vast dat verweerder ondanks herhaalde verzoeken en aanmaningen geen aangifte CCV, noch van zijn kantoor noch individueel, heeft gedaan. Verweerder voert aan hiertoe wegens ziekte niet in staat te zijn geweest.

5.2      Hoewel het begrijpelijk is dat een advocaat wegens ziekte niet in staat is werkzaamheden te verrichten, ontslaat dit hem niet van de op hem als advocaat rustende verplichting om te voldoen aan verzoeken om informatie van de Nederlandse en de plaatselijke orde van advocaten. Een advocaat dient bij ziekte voor adequate vervanging zorg te dragen. Dit geldt ook ten aanzien van de nakoming van diens verplichtingen tegenover de orde van advocaten, waaronder het doen van CCV aangifte. Het niet (laten) doen van CCV aangifte betaamt een behoorlijk advocaat niet.

5.3      De raad zal het bezwaar op grond van het bovenstaande gegrond verklaren.

 

 

 

 

6       MAATREGEL

 6.1     In de advocatenwet is aan de raden van toezicht en daarmede aan de deken onder meer opgedragen een behoorlijke uitoefening van de praktijk te bevorderen en toe te zien op de naleving van de plichten van de advocaat als zodanig, terwijl zij de taken vervullen die hun bij verordeningen zijn opgelegd. Het is in dat kader dat jaarlijks aan iedere advocaat wordt verzocht CCV aangifte te doen.  

 

6.2       Door geen aangifte CCV te (laten) doen belemmerde verweerder de deken in diens hiervoor omschreven taakuitoefening. Het belemmeren van de deken in diens toezichthoudende taak valt een advocaat tuchtrechtelijk zodanig aan te rekenen, dat niet kan worden volstaan met een lichtere dan de hierna op te leggen maatregel.  

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

verklaart het bezwaar gegrond en legt ter zake aan verweerder op de maatregel van berisping.

 

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, E.J.P.J.M. Kneepkens en J.C. van den Dries, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 november 2013.

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 26 november 2013

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl