Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-06-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4505

Zaaknummer

ZWB 152 - 2013

Inhoudsindicatie

Niet gebleken, dat verweerder (advocaat van de wederpartij) tevens optrad als bijzondere curator over het minderjarige kind van partijen.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond

Uitspraak

 

Beslissing van 7 juni 2013

in de zaak ZWB 152-2013

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

klaagster

 

tegen:

 

B

 

verweerster

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  ZWB van 8 mei 2013 met kenmerk K12-163 , door de raad ontvangen op 13 mei 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         De wederpartij van klaagster werd in een procedure strekkende tot wijziging van het gezag over en het hoofdverblijf van de minderjarige zoon van partijen, verder “T”, bijgestaan door mr. X, kantoorgenote van verweerster. Mr. X had op 8 februari 2011 namens haar cliënt een verzoek tot wijziging van het gezag over en het hoofdverblijf van T bij de rechtbank ingediend.

1.2.        Mr. X heeft de zaak per 1 januari 2012 aan verweerster overgedragen, aangezien zij haar advocatenpraktijk per 31 december 2011 had beëindigd.

1.3         De rechtbank heeft bij beslissing d.d. april 2012 het verzoek van de cliënt van verweerster toegewezen. Klaagster heeft tegen deze beslissing appèl ingesteld. Verweerster heeft de wederpartij van klaagster ook in de appèlprocedure bijgestaan.

 

2.           KLACHT

    2.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerster tegenstrijdige belangen heeft behartigd.

2.2         Klaagster heeft ter toelichting op haar klacht het volgende naar voren gebracht:

Verweerster is opgetreden als bijzonder curator, terwijl zij daarnaast ook optrad voor de wederpartij van klaagster. Daarnaast heeft de heer C namens klaagster aan verweerster verzocht voor klaagster op te treden, waarbij door de heer C vertrouwelijke informatie van klaagster aan verweerster is verstrekt.

 

3.           VERWEER

3.1         Verweerster is nimmer opgetreden als bijzonder curator in een procedure waarbij klaagster betrokken was.

3.2         Verweerster is nimmer door een derde benaderd om voor klaagster op te treden. Aan verweerster is nimmer vertrouwelijke informatie van of over klaagster verstrekt.

3.3         Verweerster is niet werkzaam voor of bij de Raad voor de Kinderbescherming en zij treedt niet als advocaat op voor de Stichting Bureau Jeugdzorg.

 

4.           BEOORDELING

 4.1         Vast staat dat verweerster, als opvolgend advocaat, is opgetreden als advocaat van de wederpartij van klaagster in een procedure bij de rechtbank strekkende tot wijziging van het ouderlijk gezag over en het hoofdverblijf van T, alsmede in de door klaagster aanhangig gemaakte appèlprocedure hierover.

4.2         Klaagster meent dat verweerster een rol heeft gespeeld in een samenzwering tussen de gezinsvoogd, de Kinderbescherming en de rechtbank, omdat verweerster in deze zaak is benoemd tot bijzonder curator. Verweerster betwist dat zij tot bijzonder curator over T is benoemd, terwijl klaagster geen enkel bewijsstuk heeft overgelegd waaruit blijkt dat verweerster inderdaad als zodanig is benoemd.

4.3         Verweerster betwist dat C contact met haar heeft gezocht en haar vertrouwelijke informatie heeft verstrekt. Ook ten aanzien van deze stelling heeft klaagster geen enkel bewijsstuk overgelegd.

4.4         De voorzitter stelt vast dat klaagster haar klacht niet nader heeft onderbouwd, terwijl verweerster het haar verweten handelen betwist. Aldus staan de standpunten van klaagster en verweerder tegenover elkaar, zodat de feitelijke grondslag van de klacht niet is komen vast te staan. In gevallen als deze, waarin de lezingen van partijen omtrent het handelen of nalaten van de advocaat uiteenlopen en waarin niet kan worden vastgesteld welke van beide lezingen de juiste is, kan de klacht niet gegrond worden verklaard. Voor de kwalificatie van het handelen of nalaten van verweerster als tuchtrechtelijk verwijtbaar, dient immers vast te staan dat het verweten handelen of nalaten feitelijk heeft plaatsgevonden. Dat nu is in deze zaak niet mogelijk, reden waarom de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond zal afwijzen.

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 7 juni 2013.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 11 juni 2013

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-  Brabant.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ZWB binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.