Rechtspraak
Uitspraakdatum
12-03-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4038
Zaaknummer
12-275A
Inhoudsindicatie
Klacht van een advocaat. Verweerder zou zich leugenachtig hebben uitgelaten jegens klager, zodat onduidelijk over een faillissementsverzoek onnodig lang is blijven bestaan. Klacht ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 12 maart 2013
in de zaak 12-275A
naar aanleiding van de klacht van:
de heer mr.
advocaat
klager
tegen:
mr.
advocaat te Amsterdam
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 13 september 2012 met kenmerk GJK/PK 1112-823, door de raad ontvangen op 14 september 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 9 januari 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de in paragraaf 1.1 bedoelde brief aan de raad.
- de stukken genummerd 1 - 9 met bijlagen zoals vermeld in de bij de brief van 13 september 2012 behorende inventarislijst.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Klager heeft Alfheim & Co bijgestaan als advocaat in verband met een tegen haar door mr. P. ingediend faillissementsverzoek. Bij e-mailbericht van 21 mei 2012 heeft klager mr. P. verzocht opgave te doen van de steunvorderingen.
2.3 Mr. P. heeft klager hierop laten weten dat verweerder de behandeling van de zaak had overgenomen. Klager heeft verweerder vervolgens bij e-mailbericht van 25 mei 2012, 12:33 uur het volgende laten weten:
“Ik verwijs naar mijn bijgevoegde e-mail aan de voormalig advocaat van de heer [X], van wie ik vernam dat u de behandeling van deze zaak van hem hebt overgenomen en dat u bekend bent met de inhoud van bedoelde e-mail.”
Vervolgens heeft klager om 16:14 uur het volgende aan verweerder geschreven:
“Ik verwijs naar mijn eerdere bericht waarop ik nog geen reactie van u ontving.
Gezien het feit dat het Pinksterweekend voor de deur staat en de zitting in deze plaats heeft op de dinsdag daarna 29/5/12 om 10:30 herhaal ik mijn verzoek voor de goede orde. Ik acht het uitblijven van uw reactie onder deze omstandigheden onacceptabel.
Blijft uw reactie uit na 17:00 uur dan zal ik mij tot de deken wenden en mijn beklag doen.”
2.4 Verweerder heeft bij e-mailbericht van 25 mei 2012, 16:16 uur klager het volgende bericht gestuurd vanaf zijn blackberry:
“Ik heb geen idee waar u het over hebt. Gr mk”
2.5 Bij e-mailbericht van 25 mei 2012, 17:00 uur heeft mr. P. klager het volgende laten weten:
“Om te voorkomen dat u aanstaande dinsdag voor niets verschijnt, bevestig ik dat wij vandaag het faillissementsverzoek hebben ingetrokken. Zoals ik u reeds heb bericht, heeft [verweerder] de verdere behandeling van deze zaak op zich genomen.”
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder op 25 mei 2012 niet bereid was klager enige nadere toelichting te verschaffen inzake de steunvorderingen in het jegens de cliënt van klager ingediende faillissementsverzoek. Met zijn mededeling “Ik heb geen idee waar u het over hebt” heeft verweerder zich op leugenachtige wijze uitgelaten.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft toegelicht dat hij op vrijdag 25 mei 2012 de gehele dag niet op kantoor aanwezig was. De tweede e-mail die klager verweerder die dag stuurde heeft verweerder, al rijdend op de A4, op zijn blackberry gelezen. Het was niet mogelijk de bijlagen bij de e-mail van klager op de blackberry te openen.
5 BEOORDELING
5.1 De raad overweegt het volgende.
5.2 Uit de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, is de raad gebleken dat de advocaat van wie verweerder het dossier zou overnemen een faillissementsverzoek had ingediend. Klager heeft deze advocaat vragen gesteld over steunvorderingen. Verweerder had met dit aspect van deze kwestie niets van doen, terwijl de advocaat van wie hij de zaak overnam klager op 25 mei 2012 schriftelijk heeft bevestigd dat het faillissementsverzoek was ingetrokken. Voor verweerder was op dit punt geen rol weggelegd, terwijl de belangen van de cliënt van klager niet zijn geschaad aangezien tijdig duidelijkheid is gegeven over het intrekken van het verzoek. De raad is dan ook van oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door de e-mail waarover klager zich heeft beklaagd, te sturen.
5.3 De raad is – ten overvloede – van oordeel dat het van weinig confraternaliteit getuigt om na de gegeven uitleg van verweerder deze tuchtprocedure door te zetten.
5.4 De klacht is dan ook ongegrond.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klacht ongegrond.
Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mr. G. Kaaij, mr. R. Lonterman, mr. M. Pannevis, mr. S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. H.J. Delhaas als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 maart 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 12 maart 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl