Rechtspraak
Uitspraakdatum
14-01-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2013:YA3831
Zaaknummer
12-172
Inhoudsindicatie
Verweerster heeft als advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid de zaak zo te behandelen als dat in overleg met de eigen cliënte haar goeddunkt. Verweerster heeft niet onbetamelijk gehandeld door de executie aan te zeggen en te vervolgen bij niet nakoming van de ter zitting getroffen regeling met klager. Verweerster heeft haar declaratie, die voor rekening van klager kwam, voldoende toegelicht.
Uitspraak
Beslissing van 14 januari 2013
in de zaak 12-172
naar aanleiding van de klacht van:
[ ] klager
tegen:
[ ] verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 21 september 2012 met kenmerk RVT1112-9227 LB/SD, door de raad ontvangen op 24 september 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 3 december 2012 in aanwezigheid van klager en verweerster, bijgestaan door mr. R. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de in 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken zoals vermeld op de bij de brief gevoegde inventarislijst.
- de aantekeningen van verweerster met daarbij gevoegd 4 bijlagen, door de raad ontvangen op 30 november 2012.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Verweerster trad op voor mevrouw M., werkneemster van klager, over de afwikkeling van haar dienstverband met klager. Verweerster heeft klager in kort geding gedagvaard. Ter zitting van 18 juni 2009 is een schikking bereikt, die is vastgelegd in het proces-verbaal. Onderdeel van de schikking betrof betaling van het loon tot 1 oktober 2009. Voorts is overeengekomen dat de namens mevrouw M. gelegde beslagen na ontvangst van het proces verbaal zouden worden opgeheven en dat klager aan mevrouw M. de kosten van verweerster en de proceskosten zou vergoeden tot maximaal € 4.000,-- inclusief btw, waartoe verweerster een nota met specificatie aan de advocaat van klager zou doen toekomen. Betaling van deze nota zou eerst plaats hoeven te vinden in oktober 2009. Verweerster heeft haar declaratie van € 4.000,-- met daarbij gevoegd een urenspecificatie aan klagers advocaat toegezonden op 13 oktober 2009.
2.3 Na de getroffen schikking ontstond (nog in 2009) discussie over de hoogte van de door klager nog verschuldigde bedragen. In opdracht van verweerster heeft de deurwaarder op 20 juli 2010 het proces-verbaal betekend en bevel gedaan om een aantal posten te betalen. Klager heeft zich op het standpunt gesteld dat de in het exploot genoemde bedragen niet klopten en dat hij een aantal posten niet begreep. De deurwaarder heeft executoriaal beslag gelegd voor een aantal nog openstaande posten die samenhingen met het dienstverband, executiekosten en de declaratie van verweerster. Klager heeft in januari 2011 onder protest betaald.
2.4 Bij brief van 16 januari 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
a) Verweerster ter zake een geschil over de uitvoering van een in een proces-verbaal d.d. 18 juni 2009 vastgestelde schikking de deurwaarder opdracht heeft gegeven tot het leggen van executoriaal beslag en het vervolgen van de executie voor bedragen die niet zijn te herleiden tot de schikking;
b) op vragen om opheldering van de berekening van het bedrag waarvoor executoriaal beslag is gelegd, behoudens een reactie van 12 oktober 2011, geen inhoudelijk antwoord heeft gegeven.
4 VERWEER
4.1 Verweerster heeft aangevoerd dat het op de weg van klager had gelegen om het dienstverband met haar cliënte juist af te wikkelen en een juiste eindafrekening te verschaffen. Klager had, indien hij het niet eens was met de executie, een executiegeschil aanhangig kunnen maken. De declaratie is, conform de afspraak die is gemaakt ter zitting, toegestuurd aan klager. Verweerster heeft haar declaratie gespecificeerd door de urenspecificatie toe te sturen.
5 BEOORDELING
5.1 Verweerster is opgetreden als advocaat van de wederpartij van klager en geniet als zodanig een ruime mate van vrijheid om de belangen van haar cliënte te behartigen, op de wijze die haar, in overleg met haar cliënte, goeddunkt. De wijze waarop een advocaat van de wederpartij de zaak behandelt staat slechts ter beoordeling van de tuchtrechter, voor zover die advocaat zich daarbij jegens de andere partij schuldig heeft gemaakt aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. De raad beoordeelt de klachten van klager tegen deze achtergrond.
5.2 Klachtonderdeel a.
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling een schikking bereikt die is opgenomen in het proces-verbaal van 18 juni 2009. Ruim een jaar later heeft betekening van het proces-verbaal plaatsgevonden. Op 6 oktober 2010 is executoriaal beslag gelegd op de woning van klager. In december 2010 is de executoriale verkoop van de woning aangezegd.
Klager heeft een aantal keren aangevoerd dat bedragen die van hem op basis van het proces-verbaal werden gevorderd niet juist waren. Klager heeft echter nagelaten, terwijl dit op zijn weg had gelegen, om zelf met een behoorlijke verantwoording en berekening van hetgeen hij verschuldigd was en betaald had, te komen. Zijn beroep op de berekening van zijn accountant, die niet is overgelegd, vormt onvoldoende weerlegging. Verweerster mocht bovendien afgaan op de informatie die zij van haar cliënt kreeg en was niet gehouden nadere berekeningen of specificaties over te leggen.
Verweerster heeft eerst op 20 juli 2010 het proces-verbaal betekend en heeft nadien de executie aangezegd. Indien klager het met deze executie niet eens was, had het op zijn weg gelegen daartegen maatregelen te nemen door een executie kort geding aanhangig te maken. Aan verweerster kan niet worden verweten dat zij, in het belang van haar cliënte, het proces-verbaal heeft betekend en de executie in gang heeft gezet.
Klachtonderdeel a is derhalve ongegrond.
5.3 Klachtonderdeel b.
Onderdeel van de schikking vormde de afspraak dat klager tot een bedrag van maximaal € 4.000,-- de kosten van verweerster zou vergoeden. Verweerster heeft bij brief van 13 oktober 2009 haar declaratie toegestuurd en nadien nogmaals bij brief van 30 november 2009 aan de advocaat van klager toegelicht. Bij de declaratie is gevoegd een urenspecificatie. Klager heeft onvoldoende gemotiveerd waarom hij niet akkoord zou kunnen gaan met de specificatie die verweerster heeft overgelegd. Verweerster heeft voorts gemotiveerd waarom zij van mening was dat bepaalde posten nog door klager dienden te worden voldaan. Deze omstandigheden in aanmerking genomen en gelet op hetgeen onder klachtonderdeel a. is overwogen, is de raad van oordeel dat klachtonderdeel b. eveneens ongegrond is.
BESLISSING
De beslissing van raad van discipline luidt al volgt:
De klacht is in al zijn onderdelen ongegrond.
Aldus gewezen door mr. M.J. Blaisse, voorzitter, mrs. mrs. A.T. Bolt, P.J.F.M. de Kerf, G.R.M. van den Assum en P.P. Verdoorn, leden, bijgestaan door mr. P.J.G. van den Boom als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van14 januari 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 16 januari 2013 per aangetekende post verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.