Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

13-09-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2013:24

Zaaknummer

52/12

Inhoudsindicatie

Als een advocaat een klacht indient namens zijn cliënt dient hij aan te tonen dat hij namens die cliënt optreedt. Advocaat heeft in casu geen eigen belang. Klacht niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van 13 september 2013

in de zaak 52/12

naar aanleiding van de klacht van:

 

mr. [    ]   

klager

 

tegen:

mr. [    ]

verweerder

gemachtigde: mr. [    ]

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 20 maart 2012  met kenmerk 010/011 K095, door de raad ontvangen op 21 maart 2012 , heeft de deken van de orde van advocaten in het voormalige arrondissement Groningen de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 14 juni 2012. Klager is ter zitting verschenen evenals mr. J., die namens verweerder is verschenen.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier.

1.4    Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem   Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem   Leeuwarden.

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder is tot 1 juni 2010 als advocaat werkzaam geweest bij T. Advocaten te G. Aan hetzelfde kantoor was destijds klager ook verbonden. Op 30 maart 2010 heeft verweerder namens een cliënt, de heer S., een toevoeging aangevraagd voor een klachtzaak bij de Nationale Ombudsman. Op 31 mei 2010 is deze toevoegingsaanvrage als onvolledig aangemerkt, omdat het aangegeven rechtsbelang in beginsel geen toevoeging vereist en er geen sprake is van juridische en/of feitelijke complexiteit. Verweerder is verzocht aan te geven welke juridische werkzaamheden hij voornemens was te gaan verrichten.

2.3    Op 9 juni 2010 heeft klager aantekeningen op de onvolledigstelling bijgeschreven en om overname van de zaak gevraagd aan de Raad voor Rechtsbijstand in verband met het vertrek van verweerder.

 

3    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder heeft verzuimd om de klaarblijkelijke afwijzing op zijn verzoek om toevoeging onverwijld door te sturen naar T. Advocaten, waar klager destijds werkzaam was, terwijl hij wist dat de zaak waarop de toevoeging betrekking had, bij T. Advocaten zou blijven. Daarmee heeft hij de belangen van de cliënt ernstig geschaad.

 

4    VERWEER

4.1    Het meest verstrekkende verweer dat verweerder naar voren heeft gebracht is dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht vanwege een gebrek aan eigen belang. Voorts, voor zover het beroep op niet-ontvankelijkheid niet zou worden gehonoreerd, heeft verweerder aangevoerd dat hij op 30 maart 2010 een toevoeging heeft aangevraagd. Deze toevoeging was onvolledig en is op 31 mei 2010 als zodanig binnengekomen bij T. Advocaten, het kantoor waar klager toen nog werkzaam was. Klager heeft toen blijkbaar zelf aantekeningen op de onvolledige aanvrage bijgeschreven. Verweerder heeft hiervan geen kennis genomen omdat hij per 1 juni 2010 van het kantoor van T. Advocaten is vertrokken. Hij heeft daaruit afgeleid dat het de bedoeling van klager was om zelf deze toevoeging verder af te handelen.

4.2    Uit de stukken van de Raad voor Rechtsbijstand blijkt thans dat op 30 juni 2010 een beslissing is genomen op bovengenoemde aanvraag en dat die is gezonden aan verweerder. De desbetreffende beslissing is echter niet in het bezit van verweerder. Hij kan zich ook niet herinneren dat deze op zijn nieuwe kantoor is binnengekomen. Deze zaak stond ook niet op de overnamelijst en als er stukken waren binnengekomen van de Raad voor Rechtsbijstand met betrekking tot deze zaak, dan zouden die automatisch zijn doorgezonden aan T. Advocaten.

4.3    Klager heeft aangevoerd dat hij op 9 juni 2010 de onvolledigstelling heeft aangevuld en doorgezonden aan de Raad voor Rechtsbijstand en om overname van de toevoeging heeft gevraagd. Het had dan ook op zijn weg gelegen om zelf de termijn te bewaken.

 

5    RE- EN DUPLIEK

5.1    Klager voert aan dat hij niet over het dossier beschikt. Alle dossiers zijn bij T. Advocaten gebleven. Door de afwijzing van de toevoegingsaanvraag is geen toevoeging verkregen voor verrichte werkzaamheden en is het de vraag of een tegen de afwijzing gericht bezwaarschrift ontvankelijk zou zijn. De enkele ontkenning van de ontvangst van de “bestreden beslissing” is niet voldoende. De Raad voor Rechtsbijstand stelt de afwijzing aan verweerder te hebben gestuurd.

5.2    Verweerder merkt nog op dat het voor klager eenvoudig moet zijn geweest om inzage te krijgen in het dossier, nu het dossier was achtergebleven op het kantoor waar klager destijds werkzaam was.

 

6    BEOORDELING

6.1    Allereerst heeft de raad de vraag te beoordelen of klager ontvankelijk is in zijn klacht.

Daartoe overweegt de raad dat klager in zijn klachtbrief van 27 juli 2011 heeft aangevoerd dat door het handelen van verweerder de belangen van de desbetreffende cliënt ernstig zijn geschaad. Uit de stukken is echter niet gebleken dat klager namens zijn cliënt de onderhavige klacht heeft ingediend. Ter zitting heeft verweerder dat weliswaar wel gesteld en aangeboden een machtiging van de cliënt over te leggen, maar de raad is van oordeel dat dit te laat is. De raad passeert dit aanbod dan ook. Indien klager namens zijn cliënt de klacht wilde indienen, had hij dat eerder kenbaar moeten maken en niet eerst ter zitting. Klager behoort dit vanuit zijn professionele achtergrond te weten.

6.2    Ten aanzien van de klacht is de raad van oordeel dat klager geen eigen belang bij de klacht heeft en oordeelt de klacht niet-ontvankelijk. Van een voldoende onderbouwd eigen belang is niet gebleken.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

is van oordeel dat de klacht niet-ontvankelijk is.

 

Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, voorzitter, mrs. A.D.G. Bakker, F. Klemann, G.E.J. Kornet, N.H.M. Poort, leden, bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 13 september 2013.

 

 

 

 

griffier                                             voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op 17 september 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl