Rechtspraak
Uitspraakdatum
02-09-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2013:66
Zaaknummer
13-179
Inhoudsindicatie
Klacht betreft wijze waarop verweerster klager in een huurgeschil heeft bijgestaan. Omdat verweerster wel degelijk namens klager het woord heeft gevoerd tijdens de comparitie mist het verwijt dat verweerster geen enkel verweer namens klager heeft gevoerd feitelijke grondslag. Voor het overige heeft klager zijn klacht volstrekt onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd.
Uitspraak
Beslissing van 2 september 2013
in de zaak 13-179
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerster
advocaat te [Y]
De voorzitter van de raad van discipline heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland van 12 augustus 2013 met kenmerk K 13/77, door de raad ontvangen op dezelfde dag, en van de bij deze brief gevoegde stukken.
1 FEITEN
1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
1.2 Klager huurt met ingang van [….] 2006 een woning van de woningstichting.
1.3 De woningstichting heeft klager op [….] 2012 gedagvaard tot betaling van de achterstallige huur met rente en kosten en ontbinding van de huurovereenkomst met veroordeling van klager in de kosten van de procedure.
1.4 Verweerster heeft op [….] 2012 namens klager een conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in reconventie, ingediend wegens achterstallig onderhoud van de woning.
1.5 Bij vonnis van [….] 2012 is een comparitie van partijen bepaald. Blijkens het proces-verbaal van de comparitie, die op [….] 2012 heeft plaatsgevonden, heeft verweerster aangevoerd dat klager bezwaar heeft tegen de huurverhoging, dat over januari nog € 383,00 moet worden betaald en dat de rest is betaald, dat klager de algemene bepalingen behorende bij de huurovereenkomst niet heeft ontvangen en dat hij daarom niet weet dat voor de eerste van de maand betaald moet worden en dat het al zes jaar zo gaat dat hij aan het eind van de maand betaalt. Ook heeft verweerster de gebrekkige isolatie van de woning aan de orde gesteld. Tot slot heeft zij aangevoerd dat er geen grond voor ontruiming van de woning is omdat er slechts één maand huurachterstand is en dat hiermee rekening dient te worden gehouden bij de proceskostenveroordeling.
1.6 Bij vonnis van [….] 2012 is klager veroordeeld om € 813,68 aan de woningstichting te voldoen, € 383,96 betreffende januari 2012, € 421,29 betreffende augustus 2012 en € 8,43 rente alsmede de wettelijke rente. Tevens is klager veroordeeld in de kosten van de procedure. De ontbinding van de huurovereenkomst is afgewezen.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:
a) geen enkel verweer namens klager heeft gevoerd tijdens de comparitie van partijen op [….] 2012 en slechts als toeschouwer de comparitie heeft bijgewoond
b) geen stelling heeft genomen tegen de rechter, die partijdig en intimiderend was, en geen wrakingsverzoek heeft ingediend
c) niet passend heeft gereageerd inzake de vermeende huurachterstand van één maand
d) het vonnis in het nadeel van klager heeft laten uitspreken
e) na afloop van de comparitie heeft geweigerd onmiddellijk hoger beroep aan te tekenen.
3 VERWEER
3.1 Zij heeft het standpunt van klager uitvoerig verwoord in de conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in reconventie. Bij de conclusie was een groot aantal producties gevoegd. Zoals uit het door haar opgevraagde en overgelegde proces-verbaal van de comparitie blijkt hebben klager en zij de conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis, tijdens de comparitie nader toegelicht. Ook zijn door haar en klager vragen van de rechter beantwoord. Aldus is de rechter volledig geïnformeerd betreffende het standpunt van klager. Zij betwist uitdrukkelijk dat zij tijdens de comparitie geen verweer heeft gevoerd namens klager.
3.2 Naar haar mening heeft de rechter geen blijk gegeven van partijdigheid. Ook heeft zij de wijze waarop klager is bejegend door de rechter niet als intimiderend ervaren. Er was geen reden om een wrakingsverzoek in te dienen en klager heeft haar tijdens de zitting ook niet laten weten dat hij wenste dat zij een wrakingsverzoek zou indienen.
3.3 Klager kon niet ontkennen dat de huur over januari 2012 niet was voldaan. Gezien hetgeen de woningstichting had gevorderd kon klager tevens worden veroordeeld de huur voor augustus 2012 te betalen. Zij kon daartegen niets inbrengen.
3.4 Zij heeft zich ingespannen een zo goed mogelijk resultaat voor klager te bereiken. In conventie zijn nagenoeg alle verweren, die zij namens klager heeft gevoerd, gehonoreerd.
3.5 Na afloop van de comparitie moest het vonnis worden afgewacht. Na ontvangst van het vonnis heeft zij dit uitvoerig met klager besproken. Klager wenste hoger beroep aan te tekenen tegen het vonnis. Omdat zij daarvoor geen goede gronden aanwezig achtte, heeft zij klager meegedeeld dat hij zich tot een andere advocaat diende te wenden voor het aantekenen van hoger beroep. Bij brief van [….] 2012 heeft zij dit schriftelijk aan klager bevestigd.
3.6 Tijdens de comparitie is haar gebleken dat klager de kwestie van het achterstallig onderhoud al een keer eerder aan de rechter had voorgelegd met behulp van een andere advocaat en dat de vordering van klager destijds is afgewezen. Ter onderbouwing van het feit dat klager hierover eerder heeft geprocedeerd legt zij het vonnis van [….] 2009 over. De vordering tot vergoeding van de schade van klager wegens achterstallig onderhoud is destijds afgewezen. Pas tijdens de comparitie heeft zij vernomen dat verweerder hierover eerder heeft geprocedeerd. Zij heeft klager meegedeeld dat hij haar hiervan bij de aanvang van haar werkzaamheden voor hem op de hoogte had moeten stellen. Zij is van mening dat hierdoor een vertrouwensbreuk tussen haar en klager is ontstaan zodat zij ook om die reden klager niet langer kon bijstaan.
3.7 Zij heeft klager naar behoren bijgestaan.
4 BEOORDELING
4.1 Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.
4.2 Gezien hetgeen verweerster blijkens het proces-verbaal van de comparitie namens klager heeft aangevoerd is het niet juist dat verweerster geen enkel verweer namens klager heeft gevoerd en de comparitie als toeschouwer heeft bijgewoond. Dit onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.
4.3 Klager heeft zijn klacht dat de rechter partijdig en intimiderend was niet met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd, terwijl uit de stukken ook overigens niet blijkt dat dat het geval was. Ook heeft klager niet gesteld dat en waarom hij verweerster heeft verzocht een wrakingsverzoek in te dienen. Dit klachtonderdeel is daarom kennelijk ongegrond.
4.4 Blijkens het proces-verbaal van de comparitie heeft verweerster namens klager aangevoerd dat hij over januari nog € 383,- aan huur moest voldoen en dat de rest is betaald. Aldus heeft verweerster passend gereageerd inzake de huurachterstand. Ook dit onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.
4.5 Een advocaat is verplicht de belangen van haar cliënt zo goed mogelijk te behartigen. Blijkens onder meer de conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in reconventie, heeft verweerster zich terdege ingezet voor klager. Dat dit niet heeft geleid tot een vonnis waarbij klager volledig in het gelijk is gesteld valt verweerster niet te verwijten. Ook dit onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.
4.6 Na afloop van de comparitie is het niet mogelijk onmiddellijk hoger beroep aan te tekenen. Daarom is ook dit onderdeel van de klacht kennelijk ongegrond.
BESLISSING
Alle onderdelen van de klacht van klager tegen verweerster zijn kennelijk ongegrond.
Aldus gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, met bijstand van mr. A. Huber als griffier op 2 september 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 2 september 2013 per aangetekende post verzonden aan:
- klager
en per gewone post aan:
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten