Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

29-04-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4284

Zaaknummer

13-95

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Klager heeft bijstand ontvangen van een advocaat die tijdelijke bijsprong bij AbvaKabo FNV Advocatuur, een kantoor of afdeling van AbvaKabo FNV. Klager verwijt verweerder dat hij op briefpapier van AbvaKabo FNV een opdrachtbevestiging heeft gezonden, terwijl hij daar niet werkzaam was. De voorzitter oordeelt dat wat ongelukkig maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het per abuis niet meesturen van een tuchtreglement bij een brief oordeelt de voorzitter een klacht van onvoldoende gewicht.

Uitspraak

Beslissing van 29 april 2013

in de zaak 13-95

naar aanleiding van de klacht van:

 de heer X

wonende te A

klager

tegen:

mr. Y

advocaat te B

verweerder

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 3 april 2013 met kenmerk RvT 1213-9553/LB/sd, door de raad ontvangen op 4 april 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Klager is lid van AbvaKabo FNV en kan uit dien hoofde aanspraak maken op door die bond gefinancierde juridische hulp. Klager wendde zich begin november 2012 tot die bond in verband met een letselschadekwestie. AbvaKabo FNV Advocatuur, een kantoor of afdeling van AbvaKabo FNV waaraan advocaten zijn verbonden, reageert daarop met een brief van 15 november 2012 waarin onder meer het volgende te lezen is:

“Dit dossier zal hier behandeld worden door Mr……(verweerder) …”. Deze brief werd ondertekend door een mevrouw van het secretariaat van dat kantoor.

1.3 Op diezelfde dag schrijft verweerder, die niet aan dat kantoor of die afdeling van AbvaKabo FNV is verbonden, maar daar bijsprong omdat het daar te druk was, op briefpapier van AbvaKabo FNV aan klager het volgende:

“Thans bericht ik u dat ik deze opdracht aanvaard en in verband daarmee graag het volgende met u overeenkom:

Uitvoering opdracht:

1. ……..

2. ……..

3. Ik zal de opdracht persoonlijk uitvoeren. Bij de uitvoering van mijn werkzaamheden zal ik mij alleen door uw belang laten leiden, zulks met inachtneming van de geldende regelgeving, waaronder de gedragsregels voor advocaten, verordeningen en richtlijnen van de Nederlandse Orde van Advocaten

Financiële afspraken

1. De aan mijn bijstand verbonden kosten worden door de AbvaKabo FNV betaald

2. Wel bent u – indien uw inkomens- en vermogenssituatie daartoe aanleiding geeft - ter voorkoming van onnodige kosten aan de zijde van AbvaKabo FNV gehouden uw medewerking te verlenen aan het verkrijgen van de door de overheid, te weten de Raad voor de Rechtsbijstand, te verlenen financiering van rechtsbijstand. Daarom zend ik u op voorhand een formulier Aanvraag Toevoeging en een kopie van de Inkomensgrenzen die de Raad voor de Rechtsbijstand hanteert.

3. …. (Enige uitleg over de financiële criteria die voor een toevoeging gelden; de voorzitter).

4. Wilt u (indien u voor een toevoeging aanmerking meent te komen) de gemarkeerde velden in het formulier Aanvraag Toevoeging invullen en ondertekend aan mij retourneren? Wilt u daarbij een kopie van uw identificatiebewijs meesturen?

             Klachtenregeling AbvaKabo FNV

1. Het kantoor neemt deel aan de Klachtenregeling AbvaKabo FNV. De tekst van de klachtenregeling treft u als bijlage bij deze brief aan en beschrijft de interne klachtenprocedure…..

2. De toepasselijkheid van het reglement van de Klachtencommissie AbvaKabo FNV komt tot stand door ondertekening van deze brief.”

Klager heeft bezwaar gemaakt tegen de condities die in deze brief worden gesteld. Daarbij is een belangrijk argument dat hij in het verleden ook gebruik heeft gemaakt van juridische bijstand van AbvaKabo FNV maar toen zonder dat er voorwaarden werden gesteld. Hij ziet het contract dat hem wordt voorgelegd als een wurgcontract. Hij verbaasde zich over het feit dat een formulier van de Raad voor Rechtsbijstand was bijgevoegd en hij heeft kritiek op de verschillende bepalingen die hij moet onderschrijven. Dat laatste geldt (en dat is terug te vinden in klachtonderdeel b) de passage waarin staat dat het reglement van toepassing wordt door de ondertekening van de aan hem voorgelegde brief. Klager correspondeert vervolgens over zijn bezwaren per e-mail met verweerder en met AbvaKabo FNV (met mevrouw Z). Uiteindelijk gaat klager onder protest akkoord op een moment dat hij de deken al had benaderd.

2 KLACHT

2.1 Klager vindt dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld door:

a) bij brief van 15 november 2012 op briefpapier van AbvaKabo FNV een opdrachtbevestiging te zenden aan klager en klager hiermee op het verkeerde been te zetten omdat het onduidelijk was of verweerder nu als advocaat in dienst was of betrokken was bij AbvaKabo FNV.

b) op pagina 3 van 3 van de brief onder het kopje: “Klachtenregeling AbvaKabo FNV” op te nemen onder het 2e lid, dat de toepasselijkheid van het Reglement van de Klachtencommissie AbvaKabo FNV tot stand komt door ondertekening van deze brief, hetgeen een contractuele beperking inhoudt van de toegang tot de Klachtencommissie,

c) ten onrechte geen kopie van het klachtenreglement ter beschikking te stellen.

3 BEOORDELING

3.1 Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

3.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a. Het is ongelukkig dat verweerder klager op 15 november 2012 aanschreef met gebruikmaking van briefpapier van AbvaKabo FNV Advocatuur terwijl dat op eigen briefpapier had gemoeten. Verweerder erkent dat ook. Maar voorstelbaar is het wel omdat verweerder daar, op dat kantoor, op dat moment bijstand verleende. Met wat meer geduld van klager zou dat misverstand tot opheldering zijn gekomen zonder dat het meteen tot een klacht had behoeven te leiden. Dit klachtonderdeel is, als het al een tuchtrechtelijk vergrijp oplevert, van onvoldoende belang. Daarbij betrekt de voorzitter dat uit het verweer blijkt dat verweerder zich dit aspect heeft aangetrokken.

3.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b. Voor zover de klacht zich richt tegen condities waarop klager gebruik kon maken van de door AbvaKabo FNV betaalde rechtshulp en tegen het feit dat dergelijke voorwaarden eerder niet werden gesteld, moet klager zich richten tot die bond, in elk geval niet tegen verweerder en tot de deken. Die voorwaarden zijn niet zo bezwarend of onheus dat verweerder deze als betamelijk handelend advocaat niet had mogen stellen in het belang van AbvaKabo FNV die de rechtshulp zou moeten gaan betalen. Dat sprake was van een wurgcontract, zoals klager stelt, blijkt niet. De passage waarin is te lezen dat het klachtenreglement van toepassing wordt door de ondertekening van “deze brief” betekent geenszins dat dat in geen geval zo zou zijn als klager dat niet zou doen. En bovendien is klager hier niet te volgen want hij wil die toepasselijkheid nu juist. Op dat punt heeft klager eveneens geen redelijk belang. En daarop sneuvelt klachtonderdeel b. Dat is deels kennelijk ongegrond en deels van onvoldoende gewicht.

3.4 Ter aanzien van klachtonderdeel c. Blijkbaar is verzuimd om aan klager met de brief van 15 november 2012 ook een exemplaar van de klachtenregeling mee te zenden. Dat had klager simpelweg kunnen opvragen. Deze klacht is van onvoldoende gewicht, als het al feitelijk juist is dat klager niet meteen al de beschikking kreeg over een kopie van dat reglement.

BESLISSING

De klacht wordt afgewezen.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, met bijstand van mr. A.M. van Rossum, als griffier op 29 april 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 29 april 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder en klager

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten