Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-01-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:YA3958

Zaaknummer

12-201

Inhoudsindicatie

Klacht dat verweerder vertrouwelijke informatie bloot heeft gesteld aan kennisneming door derden, door afgifte van het procesdossier in een niet afgesloten vuilniszak bij de buren van de advocaat van klaagster. Verweerder had dossier overdag op diens kantoor af willen geven maar bij aankomst daar bleek het gesloten Beoordeling: hoewel urgentie ontbrak om dossier die dag te bezorgen en het ook per post of koerier verzonden had kunnen worden afgifte bij de buren in niet afgesloten verpakking in het licht van de overige omstandigheden van onvoldoende gewicht is om ter zake aan verweerder een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

Uitspraak

Beslissing van 28 januari 2013

in de zaak 12-201

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 29 oktober 2012 met zaaknummer 11912, door de raad ontvangen op 31 oktober 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het voormalig arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 17 december 2012 in aanwezigheid van klaagster, haar echtgenoot [ ] en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken zoals vermeld op de bij de brief gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 In een civiel geschil treedt verweerder op als advocaat voor de tegenpartij van klaagster, haar echtgenoot en een werk- respectievelijk holding b.v. van klaagster. In het namens deze tegenpartij van klaagster c.s. ingestelde hoger beroep is door appellant pleidooi gevraagd. Ingevolge het rolreglement diende verweerder bij gelegenheid van het pleidooiverzoek het volledige procesdossier in viervoud over te leggen aan het Hof onder gelijktijdige overlegging van een volledig exemplaar aan de wederpartij.

2.3 Dit procesdossier had een omvang van drie ordners, zodat 15 ordners dienden te worden geproduceerd en overgelegd. Verweerder heeft er voor gekozen de dossiers zelf bij het Hof in Den Haag en bij klaagsters advocaat in [Y] te bezorgen.

2.4 Toen verweerder halverwege de middag aankwam bij het kantoor van klaagsters advocaat was dat kantoor gesloten. Verweerder heeft toen de mogelijkheid onderzocht de stukken achter te laten in de naastgelegen winkel zodat klaagsters advocaat ze daar na terugkeer op kantoor zou kunnen ophalen. De winkelmedewerkster die hij sprak stemde daarmee in. Verweerder heeft daarop het pakket uit de auto gehaald en heeft het, omdat de mevrouw met wie hij had gesproken inmiddels een klant aan het helpen was, bij de winkelbalie gezet. Hij heeft dat laatste wel aan haar kenbaar kunnen maken.

2.5 Verweerder heeft de begeleidende brief aan het advocatenkantoor in de kantoorbrievenbus gedeponeerd na op de enveloppe te hebben aangetekend dat het procesdossier opgehaald kon worden bij de buren. Dat laatste is ook gebeurd.

2.6 Bij brief met bijlagen van 14 juli 2012 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij vertrouwelijke informatie bloot heeft gesteld aan kennisneming door derden, door afgifte van het procesdossier in een niet afgesloten vuilniszak bij de buren van de advocaat van klaagster.

3.2 Klaagster is van mening dat verweerder door deze handelwijze het / haar vertrouwen in de advocatuur ernstig heeft geschaad. De processtukken bevatten de jaarstukken, belastingaangiften en aanslagen over de jaren 2005 tot en met 2009 van haar en haar man en twee van haar besloten vennootschappen. Die gegevens zijn vertrouwelijk van aard. De zak kon door iedereen die in de winkel kwam gemakkelijk worden geopend omdat deze niet was dichtgeplakt. Zij weten niet met zekerheid of dat al dan niet is gebeurd; klaagster vindt het heel erg dat zij dat ook nooit te weten zullen komen.

3.3 Klaagster is verder van mening dat verweerder tevoren bij het advocatenkantoor zijn komst had moeten aankondigen. Dat hij voor een gesloten deur kwam te staan komt voor zijn risico. Hij had naar het dichtstbijzijnde postagentschap kunnen gaan, daar een doos kunnen kopen, de ordners daarin kunnen verpakken en dichtplakken, en dan alsnog bij de buren af kunnen leveren.

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft er voor willen zorgen dat de stukken tijdig bij het Hof en verweersters advocaat zouden liggen. Gezien de omvang van het dossier en het belang van tijdige overlegging – hij zou kort daarna met vakantie gaan en wilde er voor vertrek zeker van zijn dat de stukken zouden arriveren – heeft hij er voor gekozen ze zelf te bezorgen.

4.2 Toen verweerder het kantoor gesloten vond heeft hij eerst telefonisch contact gezocht. Ook langs die weg kreeg hij geen gehoor. Het mag zo zijn dat de telefoon stond doorgeschakeld, ook met de dienstdoende telefoondienst kreeg hij geen contact. Daarop heeft hij zich beraden en de diverse mogelijkheden afgewogen.

4.3 Toen zijn oog op de winkel viel heeft hij die mogelijkheid eerst  onderzocht. Was dat niet gelukt dan zou hij naar een postkantoor zijn gereden. Hij had een prima contact met de vrouw in de winkel, toen hij daar kwam was er verder niemand in de winkel aanwezig. Hij heeft zijn probleem in alle rust met haar kunnen bespreken en de situatie uit kunnen leggen. Hij heeft haar gevraagd of hij de stukken mocht achterlaten, met achterlating van een brief in de brievenbus van het kantoor. Zij gaf direct aan het te begrijpen. Hij heeft met haar afgesproken dat zijn kantoor zou nabellen of de stukken waren opgehaald. Hij heeft daarop de stukken uit de auto gehaald, alles in een zwarte zak gedaan - geen vuilniszak - , met elastiek om de ordners en elastiek om de zak, met daaronder een visitekaartje geschoven. Hij heeft nogmaals gezegd dat hij een brief in de bus zou doen. Inmiddels was er een klant gekomen. Hij heeft toen de zak achter de balie gezet. Zijn secretaresse heeft de volgende ochtend nagebeld of de zak was opgehaald. Dat was het geval.

4.4 Wanneer hij de ordners per post zou hebben verzonden bestond het risico dat ze niet meteen afgeleverd konden worden. De bezorging zou daardoor vertraagd worden. Ook zou in dat geval de mogelijkheid hebben bestaan dat de stukken aan hem geretourneerd zouden zijn op een moment dat hij met vakantie afwezig was. De mogelijke opties afwegend heeft hij daarom gekozen voor afgifte bij de buren.

4.5 Verweerder meent dat hij met zijn handelwijze geen onverantwoord risico heeft genomen dat derden het briefgeheim zouden schenden. Ook PostNL laat wel eens pakketpost achter bij de buren. In dit geval heeft hij zich persoonlijk vergewist van de betrouwbaarheid van de buurvrouw.

5 BEOORDELING

5.1 De stukken van het procesdossier dragen een vertrouwelijk karakter, daarover bestaat geen verschil van inzicht. Die vertrouwelijkheid brengt mee dat verweerder had moeten zorg dragen dat, op welke wijze hij ook zou voorzien in de bezorging, de verpakking gesloten was. Dat heeft hij niet gedaan, hij heeft volstaan met het vastbinden met elastiek.

5.2 De noodzaak om de stukken die dag af te geven ontbrak, nu het procesreglement de advocaat niet verplicht deze stukken daadwerkelijk zelf aan de wederpartij ter hand te stellen/af te geven, maar dat toezending aan deze volstaat zodanig dat deze binnen de geldende termijn worden ontvangen. Verweerder heeft verklaard dat het nog niet de laatste dag van de termijn was. Een en ander nog daargelaten dat – naar verweerder heeft verklaard - het stukken betrof die de advocaat van de wederpartij reeds bekend waren. Ook ontbrak de urgentie om het zo te doen en niet anders, beter. Hij had de stukken ook naar het plaatselijke postkantoor kunnen brengen en daar goed verpakt per post kunnen verzenden.

5.3 Verweerder heeft echter wel de intentie gehad de bezorging zorgvuldig te laten plaats vinden. Hij was verrast door het gesloten zijn van het kantoor en de telefonische onbereikbaarheid. De raad acht aannemelijk dat verweerder inderdaad geprobeerd heeft telefonisch contact met het kantoor te krijgen. Dat daarvan geen melding is binnengekomen bij de telefoondienst houdt nog niet in dat verweerder niet gebeld heeft, ook bij een telefoondienst kan een binnenkomend gesprek wel eens gemist worden. De mail van de telefoondienst van 29 augustus 2012 waarop klager zich heeft beroepen is naar het oordeel van de raad onvoldoende concreet en duidelijk, zodat deze mail aan de voorgaande conclusie niet in de weg staat.

5.4 De raad twijfelt er verder niet aan dat verweerder in zijn contact met de mevrouw in de winkel er alles aan heeft gedaan om het er toe te leiden dat de stukken op tijd in de juiste handen terecht zouden komen. Aan de buitenkant was niet zichtbaar om welke stukken het ging zodat het niet waarschijnlijk is dat iemand de verleiding heeft gekregen in de stukken te gaan neuzen.

5.5 Al met al is de raad van oordeel dat voormeld tekort schieten van verweerder, te weten het geen zorg dragen voor een gesloten verpakking, in het licht van de overige omstandigheden van onvoldoende gewicht is om ter zake aan verweerder een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

BESLISSING

De raad van discipline:

Wijst de klacht van klaagster tegen verweerder af.

Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, mrs. J.H. Brouwer, J.R.O. Dantuma, H. Dulack en F.A.M. Knüppe, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 januari 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 28 januari 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.