Rechtspraak
Uitspraakdatum
24-05-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2013:30
Zaaknummer
31/12
Inhoudsindicatie
Voorzitter heeft terecht geoordeeld dat verweerder namens een kantoorgenoot een opdrachtbevestiging p/o mag ondertekenen.Ook zijn de kosten van rechtsbijstand van kantoorgenoot van vereffenaar terecht bij in liquidatie verkerende vennootschap gelegd. Verzet is ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 27 mei 2013
in de zaak 31/12
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 9 maart 2012 op de klacht van:
1. mr. [ ]
2. mr. [ ]
klagers
gemachtigde: mr. [ ]
tegen:
1. mr. [ ]
2. mr. [ ]
advocaten te Leeuwarden
verweerders
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 10 februari 2012 met kenmerk 010/011 KL057, door de raad ontvangen op 13 februari 2012 , heeft de deken van de orde van advocaten in het voormalige arrondissement Leeuwarden de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 9 maart 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 15 maart 2012 is verzonden aan klagers.
1.3 Bij brief van 28 maart 2012, per fax op dezelfde dag door de raad ontvangen heeft de gemachtigde van klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 22 maart 2013 in aanwezigheid van verweerders. Klagers zijn niet verschenen evenmin als de gemachtigde van klagers. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter waarvan verzet en de brief van verweerders van 16 november 2012 met bijlagen en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede het verzetschrift van klager d.d. 28 maart 2012.
1.6 Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijk Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem Leeuwarden.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Voor een weergave van de vaststaande feiten verwijst de raad naar de beslissing van de plaatsvervangende voorzitter, waartegen klagers in verzet in zoverre niet opkomen.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
a) verweerder sub 1, namens zijn kantoorgenoot mr. V., de opdrachtbevestiging van 3 april 2007 p/o heeft getekend, waarbij X. Notarissen B.V. aan Y. Advocaten B.V. opdracht heeft gegeven op te treden in de procedure tussen de gemeente A. en P.
b) verweerder sub 2 wordt verweten dat hij, in zijn hoedanigheid van vereffenaar, de kosten van deze procedures ten laste heeft gebracht van X. Notarissen B.V.
4 VERZET
4.1 De plaatsvervangend voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht tegen verweerder sub 1 kennelijk ongegrond is omdat verweerder sub 1 geen verwijt treft van het feit dat hij namens Y. Advocaten p/o de opdrachtbevestiging van X. Notarissen B.V. aan Y. Advocaten heeft ondertekend, ter zake rechtsbijstand in een geschil tussen de gemeente A. en P., waarbij Y. Advocaten de belangen van X. Notarissen B.V. zou behartigen, terwijl twee handtekeningen vereist waren.
4.2 Eveneens heeft de plaatsvervangend voorzitter het klachtonderdeel dat betrekking had op de kosten van de procedure, die zijn berekend aan X. Notarissen B.V., kennelijk ongegrond geordeeld. Of die kosten al dan niet konden worden doorbelast aan de gemeente A. achtte de plaatsvervangende voorzitter in het kader van de klachtbehandeling niet relevant.
4.3 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de plaatsvervangend voorzitter onvoldoende oog heeft gehad voor het feit dat de klacht tevens inhield dat sprake was van een omvangrijke belangenverstrengeling aan de zijde van verweerders waardoor klagers in hun financiële belangen zijn geschaad, direct dan wel indirect via hun vennootschap X. Notarissen B.V. Verweerder sub 2 heeft als vereffenaar van X. Notarissen B.V. zichzelf en zijn kantoorgenoot, verweerder sub 1, lucratieve opdrachten verstrekt ten laste van X. Notarissen B.V. Voorts zou er maandelijks gedeclareerd moeten worden, hetgeen niet is gebeurd.
5 VERWEER
5.1 Verweerders zijn van mening dat de voorzittersbeslissing op de juiste gronden berust en in stand dient te blijven
6 BEOORDELING
6.1 De raad is van oordeel dat de plaatsvervangende voorzitter terecht heeft geoordeeld dat verweerder sub 1 niet verweten kan worden dat hij namens Y. Advocaten, de opdrachtbevestiging van X. Notarissen B.V. aan Y. Advocaten heeft ondertekend. Volgens klagers zouden twee handtekeningen vereist zijn. De raad is echter van oordeel dat voorshands niet is komen vast te staan dat de opdrachtbevestiging niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Bovendien dient die vraag door de civiele rechter te worden beoordeeld en niet door de tuchtrechter. De beslissing van de plaatsvervangende voorzitter kan op dit onderdeel in stand blijven.
6.2 De raad is voorts van oordeel dat in de opdracht van de vereffenaars (verweerder sub 2 en mr E.) aan het kantoor van verweerders tot het verrichten van advocaatwerkzaamheden geen belangenverstrengeling is te zien. Ervan uitgaande dat klager sub 1 aan Y. Advocaten opdracht had gegeven (op 4-4-2007) om de procedure met betrekking tot de fout die in de akte tussen de gemeente A. en P. was geslopen en waarvoor X. Notarissen B.V. zich verantwoordelijk voelde, te voeren, stond het verweerder sub 2, als mede-vereffenaar van X. Notarissen B.V. vrij zijn kantoorgenoot, verweerder sub 1, in te schakelen om die procedure verder te voeren, te meer nu deze die zaak reeds geruime tijd in behandeling had. Dat de kosten daarvan in rekening zijn gebracht aan de opdrachtgever, X. Notarissen B.V., en niet zijn doorbelast aan de gemeente A., kan onder deze omstandigheden niet verweerder sub 2, als vereffenaar, worden verweten.
6.3 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Terecht en op juiste gronden heeft de voorzitter de klacht kennelijk ongegrond bevonden.
6.4 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman, voorzitter, mrs. M.E. Derix, P.L.G. Buisman, G. Ham, J.V. van Ophem, leden en bijgestaan door
mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 24 mei 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 27 mei 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klagers
- verweerders
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.