Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

03-06-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:59

Zaaknummer

R. 4131/13.38

Inhoudsindicatie

De deken is niet in staat geweest onderzoek naar de klacht uit te voeren vanwege het ontbreken van een inhoudelijke reactie op de klacht. Aanhouding van de zaak, gelegenheid om binnen vier weken inhoudelijk te reageren.

Uitspraak

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 13 februari 2013 met kenmerk K017 2013 bm/sh, door de raad ontvangen op 14 februari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 15 april 2013 in aanwezigheid van klager en zijn vader. Verweerder is met voorafgaand bericht niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 DE AAN DE KLACHT TEN GRONDSLAG GELEGDE FEITEN 

Bij brief met bijlagen van 16 januari 2013 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd:

2.1 Klager is in december 2012 in voorlopige hechtenis genomen. Hij kreeg als advocaat mr. A. toegevoegd. Een medegevangene adviseerde om verweerder in te schakelen als advocaat.

2.2 Op zaterdag 8 december 2012 heeft klager telefonisch contact opgenomen met verweerder en hem zijn verhaal verteld. Tijdens dit telefoongesprek met verweerder heeft klager aangegeven 18 jaar oud te zijn, te studeren en geen geld te hebben. Voorts heeft hij aangegeven dat zijn ouders van een inkomen onder het minimumloon leven en geen geld hebben.

2.3 Op 12 december 2012 zou de raadkamerzitting in verband met de verlenging van de voorlopige hechtenis van klager plaatsvinden.

2.4 In de week daarna nam verweerder contact op met de familie van klager om een en ander door te nemen. Voordat er een eerste gesprek zou plaatsvinden met hem, moest er een bedrag van € 5.000,-- worden betaald. De familie van klager raakte in paniek, want een dergelijk bedrag kon men niet betalen. Uiteindelijk is afgesproken om een bedrag van

€ 750,-- als voorschot te voldoen, zodat het gesprek kon doorgaan. Dat bedrag is ook voldaan.

2.5 Tijdens dit gesprek heeft de familie van klager het financiële plaatje van de familie nog eens uitgelegd. Desondanks wilde verweerder een bedrag van € 5.000,-- als honorarium. Over de mogelijkheden van gefinancierde rechtshulp is niet gesproken.

2.6 Op de zitting van 12 december 2012 heeft verweerder klager bijgestaan. De voorlopige hechtenis is verlengd. Verweerder gaf aan mogelijkheden te zien voor een vrijspraak en zou er voor zorgen dat klager voor het nieuwe jaar vrij was. Daartoe zou hij een schorsingsverzoek indienen.

2.7 In de laatste week van 2012 heeft klager contact opgenomen met verweerder om te vragen hoe het met het schorsingsverzoek zat. Verweerder meldde toen dat dat door hem (nog) niet was ingediend omdat hij de betaling van € 5.000,-- niet had ontvangen. De vader van klager heeft vervolgens contact opgenomen met verweerder en aan hem uitgelegd dat het voor de familie onmogelijk was aan een dergelijk bedrag te komen. Met veel moeite is er uiteindelijk een bedrag van € 500,-- verzameld en aan verweerder betaald.

2.8 Diezelfde week heeft de familie van een juridisch onderlegde kennis gehoord dat klager in aanmerking kwam voor kosteloze rechtsbijstand. De familie heeft vervolgens mr. M. In de arm genomen, die te kennen gaf dat klager inderdaad voor kosteloze rechtsbijstand in aanmerking kwam. Klager heeft verweerder een brief geschreven met de mededeling dat deze het dossier zo spoedig mogelijk moest afdragen aan Mr. M. Verweerder nam vervolgens met klager contact op en vertelde dat zijn ouders niet naar een nieuwe advocaat moesten stappen. Zijn letterlijke woorden waren: "ik ben moeilijk op dit vlak", "laat je ouders het niet doen", "je zult hier enkel langer blijven ", "ik zal de boel vertragen en het dossier niet overdragen", "jullie kennen mij nog niet".

2.9 Op 11 januari 2013 heeft verweerder een factuur aan de vader van klager gezonden voor € 14.179,59. Daarop was het totaal betaalde voorschot van € 1.250,-- (€ 750,- + € 500,-) reeds in mindering gebracht. Het totaal gedeclareerde bedrag bedraagt derhalve € 15.429,59. De betalingstermijn die op de factuur was vermeld bedraagt 5 dagen.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a. hij klager niet heeft geïnformeerd over de mogelijkheden voor kosteloze rechtsbijstand,  

b. hij excessief heeft gedeclareerd en

c. hij klager heeft geïntimideerd.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft bij monde van zijn raadsman laten weten zich niet te kunnen verweren tegen klachten op onvolledige dossiers, de beslissing van de raad te zullen afwachten en als die negatief voor verweerder uitvalt, de zaak te zullen voorleggen aan het Hof.

 

5 BEOORDELING

5.1 De raad stelt voorop dat hem niet is gebleken dat de dossiers in deze zaak onvolledig zijn

5.2 De deken is niet in staat geweest een onderzoek naar de klacht uit te voeren. Verweerder heeft ondanks daartoe strekkend verzoek zelf niet inhoudelijk op de klacht gereageerd en zijn raadsman heeft laten weten niet te wensen dat zijn naam bekend wordt gemaakt aan klager. Bovendien mogen brieven van de raadsman van verweerder niet aan klager worden doorgezonden. Tenslotte heeft de raadsman van verweerder aan de deken laten weten dat deze zich niet rechtstreeks tot verweerder mag wenden.

5.3 Gezien de ernst van de aan verweerder gemaakte verwijten, alsmede het feit dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt stelt dat geen kopie van zijn reactie naar klager mag worden gezonden, heeft de raad van discipline behoefte aan een nadere toelichting van de zijde van verweerder. De raad zal verweerder in de gelegenheid stellen om binnen 4 weken na verzending van deze beslissing inhoudelijk op de klachten van klager te reageren. Kopie van die reactie zal aan klager worden verzonden. Vervolgens zal (zonodig) een nieuwe datum voor een zitting worden bepaald.

 

6 BESLISSING

De Raad van Discipline:

- stelt verweerder in de gelegenheid om binnen vier weken na de datum van verzending van deze beslissing inhoudelijk te reageren op de klacht van klager d.d. 16 januari 2013;

- houdt iedere verdere beslissing aan.

 

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, mrs. M. Aukema, P.O.M. van Boven- de Groot, L.Ph.J. baron van Utenhove en E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 3 juni 2013.

griffier voorzitter                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 4 juni 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

Van deze (tussen)beslissing is hoger beroep slechts mogelijk tegelijk met de eindbeslissing.