Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:166

Zaaknummer

R. 4158/13.65

Inhoudsindicatie

De door klaagster op 26 oktober 2012 op het kantoor van verweerder getekende stukken zijn enige tijd in het ongerede geraakt. Dientengevolge heeft klaagster op 30 oktober 2012 voor een tweede keer stukken getekend. Gesteld noch gebleken is dat klaagster door het tijdelijk kwijt zijn van de stukken schade heeft geleden of zal lijden, terwijl verweerder verklaard heeft de teruggevonden documenten niet te zullen gebruiken.

Inhoudsindicatie

De Raad oordeelt dat er geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen en verklaart de klacht ongegrond.

Uitspraak

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 25 maart 2013 met kenmerk K058 2012/2013 bm/ab, door de raad ontvangen op 26 maart 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 september 2013 in aanwezigheid van klaagster en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.1 Verweerder heeft in een aantal kwesties de belangen van klaagster behartigd.

2.2 op 26 oktober 2012 is klaagster onaangekondigd bij verweerder op kantoor langsgekomen met het verzoek aan verweerder om in een aantal zaken haar belangen te behartigen. Klaagster heeft op het kantoor van verweerder een aantal niet volledig ingevulde documenten ondertekend.

2.3 Op 30 oktober 2012 had klaagster opnieuw een afspraak op het kantoor van verweerder. De door klaagster getekende documenten bleken niet meer aanwezig. Klaagster heeft op verzoek van verweerder opnieuw een toevoegingsaanvraag en een opdrachtbevestiging getekend.

2.4 Klaagster heeft zich over de gang van zaken bij verweerder beklaagd.

Bij emailbericht van 19 december 2012 heeft verweerder klaagster onder meer geschreven:

"Hierbij bevestig ik aan u dat u 2 keer bij mij op kantoor een  opdrachtbevestiging heeft getekend en dat ik alleen de 2de opdrachtbevestiging getekend op 30 oktober 2012 zal gebruiken. Alleen in deze opdrachtbevestiging staan de door ons gemaakte afspraken.

(…)

Ik heb voor u nog een door u ondertekend aanvraagformulier op kantoor dat volgens mij ook is getekend op 26 oktober 2012, de 1ste keer dat u bij mij op kantoor was. Dit aanvraagformulier zal ik dus niet gebruiken.

(...)"

2.5 In reactie op het bericht van 19 december 2012 heeft klaagster verweerder per email op 19 december 2012 gevraagd te bevestigen dat hij de papieren is kwijtgeraakt.

2.6 Bij emailbericht van 19 december 2012 heeft verweerder klaagster geantwoord dat er niets kwijt is en dat alle stukken in het dossier van klaagster aanwezig zijn.

2.7 Bij brief van 6 november 2012 met bijlagen heeft klaagster bij de deken een klacht ingediend

 

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2 Tijdens de mondelinge behandeling heeft klaagster haar klacht beperkt tot de klacht inhoudende dat verweerder onzorgvuldig jegens haar heeft gehandeld door de door klaagster op 26 oktober 2012 ondertekende documenten kwijt te maken. Dientengevolge heeft klaagster nieuwe documenten moeten tekenen. Klaagster vreest dat de eerder getekende documenten bij andere instanties opduiken. Zij wil in dat geval niet verantwoordelijk zijn.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder erkent dat de door klaagster op 26 oktober 2012 getekende stukken kwijt zijn geweest. De documenten bleken in een ander dossier van klaagster opgeborgen te zijn. Verweerder heeft klaagster de documenten op 30 oktober 2012 opnieuw laten tekenen met dien verstande dat de nog op 26 oktober 2012 ontbrekende informatie in de documenten verwerkt was. Verweerder heeft in het dekenonderzoek kopie gestuurd van de documenten, die klaagster de eerste keer getekend heeft. Zoals verweerder klaagster al op 19 december 2012 heeft geschreven, zal hij deze stukken niet gebruiken.

 

5 BEOORDELING

5.1 Vast staat dat de door klaagster op 26 oktober 2012 getekende stukken enige tijd in het ongerede zijn geraakt en dat klaagster in verband daarmee op 30 oktober 2012 voor een tweede keer stukken getekend heeft. Verweerder heeft zowel bij emailbericht van 19 december 2012 alsook tijdens de behandeling van de klacht aangegeven de teruggevonden documenten niet te zullen gebruiken.

5.2 Gesteld noch gebleken is dat klaagster door het tijdelijk kwijt zijn van de stukken schade geleden heeft of schade zal lijden.

5.3 De raad oordeelt dat er geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.

5.4 De klacht is ongegrond.

 

6 BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. M. Aukema, R. de Haan, J.P. Heinrich, H.E. Meerman, leden, bijgestaan door mr. A.H. van Haga als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 november 2013.

 

griffier voorzitter                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 19 november 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl