Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-12-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:187

Zaaknummer

12-223

Inhoudsindicatie

Diverse klachten over de behandeling van klagers echtscheiding, geen afstemming over de over te leggen stukken, na staken bijstand geen overdracht dossier. Geen uitvoering gegeven aan tussenbeslissing waarin opdracht tot selectie van over te dragen stukken. Verweersters ziekte kan haar niet van die verplichting verschonen; zij had hulp kunnen en moeten vragen aan de deken dan wel aan een collega of familielid. Klachten gegrond. 14 dagen schorsing.

Uitspraak

Beslissing van 16 december 2013

in de zaak 12-223

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 21 november 2012 met kenmerk K12/149, door de raad ontvangen op 22 november 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het voormalig arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is door de raad behandeld ter zitting van 11 februari 2013 in aanwezigheid van klager en verweerster. Daarop is bij tussenbeslissing van 4 maart 2013 bepaald dat verweerster de dossiers in de voor klager behandelde zaken aan de deken zou afgeven voor verdere instructie en beoordeling van de klachten van klager.

1.3    De deken heeft verweerster bij brieven d.d. 18 maart en 10 april 2013 verzocht om toezending van de dossiers althans de relevante delen daarvan. Verweerster heeft op 26 april 2013 verzocht om uitstel, gelet op de omvang van de dossiers en haar gezondheidstoestand. De deken heeft haar daarop een nadere termijn gegund tot 26 juni 2013 voor het maken van een selectie van stukken die relevant zijn en ter beschikking van klager dienen te komen. De deken heeft daarop niet meer van verweerster vernomen, zodat geconcludeerd dient te worden dat verweerster geen uitvoering heeft gegeven aan de tussenbeslissing.

1.4    Klager heeft bij brief d.d. 3 juli 2013 nog een gedeelte van het e-mailverkeer tussen hem en verweerster uit de periode medio 2010 tot medio 2012 aan de deken toegezonden. Deze e-mails dienen ter ondersteuning van zijn klachten.

1.5    De raad heeft kennis genomen van voormelde brief van 21 november 2012 van de deken met bijlagen, het proces-verbaal van de zitting van 11 februari 2013 met de pleitaantekeningen van klager, de tussenbeslissing van de raad van 4 maart 2013 en de daarna gevolgde correspondentie tussen de deken en klager.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerster heeft klager sedert september 2000 als advocaat bijgestaan in diverse met zijn echtscheiding samenhangende procedures, alsmede in een arbeids- respectievelijk WW-zaak. Aanvankelijk droeg klager zelf de kosten van de werkzaamheden van verweerster, sedert oktober 2003 kwam klager in aanmerking voor een toevoeging.

2.3    Verweerster heeft per 1 december 2011 de praktijk neergelegd. Zij kampte toen al geruime tijd met ernstige gezondheidsklachten die haar uiteindelijk noodzaakten geheel met werken te stoppen. Klager was haar laatste cliënt. Verweerster heeft hem in maart 2012 van haar uitschrijving op de hoogte gesteld.

2.4    Bij brief met bijlagen van 10 juli 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet, in het bijzonder doordat zij:

a)    ondanks zijn verzoeken per e-mail van 10 juli en 21 juli 2012 en telefonisch op 13 juli 2012 geen afspraak met klager heeft gemaakt voor de overhandiging van zijn complete dossiers;

b)    niet met klager overlegde bij het indienen van stukken, waardoor niet alle relevante informatie is overgelegd tijdens de gerechtelijke procedures, met als gevolg dat klager op de desbetreffende punten in het ongelijk is gesteld;

c)    klager niet heeft geïnformeerd over een zitting bij het gerechtshof, met als gevolg dat hij onder meer werd veroordeeld in de proceskosten;

d)    klager niet heeft geïnformeerd over een uitspraak van de Hoge Raad in zijn zaak; hij moest deze van zijn ex-echtgenote vernemen;

e)    niet tijdig een verzoekschrift tot nihilstelling heeft ingediend nadat klager werkeloos was geworden en derhalve niet de middelen had om bij te dragen in het onderhoud van zijn ex-echtgenote, met als gevolg dat klager anderhalf jaar te lang alimentatie heeft moeten betalen;

f)    heeft geadviseerd om verder te procederen tot opheffing van een beslag en correctie van eerdere gerechtelijke beslissingen, terwijl de zaak inmiddels was verjaard;

g)    gemaakte afspraken niet nakwam zoals het raadplegen van een Duitse advocaat in verband met het toepasselijke Duitse recht.

3.2    Klager heeft ter zitting van de raad van 11 februari 2013 een toelichting gegeven op de verschillende klachtonderdelen, welke is terug te lezen in zijn aan het proces-verbaal van die zitting aangehechte pleitnota. Dit proces-verbaal is aan deze beslissing gehecht en dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.

4    VERWEER

4.1    Verweerster heeft ter zitting van 11 februari 2013, zonder dossier bij de hand, dus uit haar hoofd, zo goed en zo kwaad als dat ging op de verschillende verwijten gereageerd. De raad verwijst hier naar het aangehechte proces-verbaal van die zitting waarin haar relaas is opgenomen.

4.2    Verweerster heeft toen betwist dat klager haar om afgifte van de dossiers heeft gevraagd, dergelijke verzoeken hebben haar niet bereikt. Zij heeft er overigens geen bezwaar tegen dat klager de beschikking krijgt over de dossiers. Op zichzelf staan ze tot zijn beschikking. Zij heeft er wel op gewezen dat die overdracht praktisch niet eenvoudig is omdat de dossiers meerdere meters kastplanken beslaan.

4.3    Verweerster heeft er voorts op gewezen dat klager haar nog geld verschuldigd is, maar dat zij er nog niet aan is toegekomen nota’s daarvan op te stellen, zodat zij niet precies weet hoeveel dat is.

4.4    Zij is wel voor klager op zoek gegaan naar een advocaat die de zaak wilde overnemen, maar dat was niet eenvoudig, gelet op de omvang van de dossiers en openstaande nota´s. Het was naar haar zeggen geen dossier met een strik er omheen om aan een collega over te dragen.

5    BEOORDELING

5.1    Verweerster heeft intussen ruimschoots de gelegenheid gekregen de voor de beoordeling van de klacht relevante dossiers aan de deken en/of klager ter beschikking te stellen. Zij heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt. De gevolgen daarvan dienen voor haar risico te komen.

5.2    Klager heeft zijn klachten binnen de voor hem bestaande mogelijkheden voldoende onderbouwd.

Klachtonderdeel a)

5.3    De klacht dat verweerster, nadat zij de behandeling van zijn zaak in maart 2012 had neergelegd, met klager geen afspraken heeft gemaakt voor overhandiging van zijn dossiers is gegrond. Zij heeft dat niet alleen toen in 2012 nagelaten maar zelfs ook nadat de raad van discipline haar daartoe in zijn tussenbeslissing, rekening houdend met haar gezondheidstoestand en het aspect van de met het maken van kopieën voor haar eigen archief gemoeide kosten, nogmaals in de gelegenheid had gesteld. Verweersters ziekte kan haar niet van die verplichting verschonen; zij had hulp kunnen en moeten vragen aan de deken dan wel aan een collega of familielid.

Klachtonderdeel b)

5.4    Het lag op de weg van verweerster om aan de hand van haar dossier aan te tonen dat zij steeds relevante informatie aan de rechter heeft overgelegd. Dat heeft zij niet gedaan. Ook hier geldt dat verweersters ziekte haar niet van die verplichting kan verschonen; zij had hulp kunnen en moeten vragen aan de deken dan wel aan een collega of familielid Verweerster heeft naar het oordeel van de raad onvoldoende betwist dat zij meermalen heeft nagelaten om met klager te overleggen over in gerechtelijke procedures over te leggen relevante stukken. Verweerster heeft voorts erkend dat zij in de boedelscheidingsprocedure heeft verzuimd om tijdig een lijst van opnames en stortingen, onderbouwd met bankafschriften, aan het gerechtshof over te leggen. Het standpunt van klager is, gelet op de onvoldoende betwisting daarvan door verweerster, komen vast te staan. Dit onderdeel van de klacht is dan ook gegrond.

Klachtonderdelen c) t/m g)

5.5    Verweerster heeft ook hier ruim voldoende gelegenheid gehad om zo nodig verweer te voeren en dat te onderbouwen. Zij heeft dat niet gedaan. Zij kan zich niet met een beroep op haar ziekte verschonen van die verplichting. Deze klachtonderdelen zijn dan ook, bij gebreke van voldoende betwisting, eveneens gegrond.

MAATREGEL

6.1    De ernst van verweersters tekortschieten en de lange periode waarover dat tekortschieten zich heeft uitgestrekt nopen de raad tot oplegging van de hierna te noemen maatregel. Daarbij speelt een rol dat verweerster een heldere opdracht van de raad, bij tussenbeslissing gegeven, zonder meer naast zich heeft neergelegd.

BESLISSING

De raad van discipline:

De klacht van klager tegen verweerster is in alle onderdelen gegrond.

De raad legt verweerster de maatregel op van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van 14 dagen. Deze maatregel vangt aan indien en zodra verweerster weer als advocaat op het tableau staat ingeschreven.

Aldus gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, mrs. J.H. Brouwer, F.A.M. Knüppe, H.H. Tan en B.E.J.M. Tomlow, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16     december 2013.

griffier    voorzitter