Rechtspraak
Uitspraakdatum
10-06-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4504
Zaaknummer
H 286 - 2012
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Essentie:
Inhoudsindicatie
Het staat een advocaat vrij om een onbetaald gebleven eigen bijdrage ter incasso uit handen te geven. Toevoeging wordt aan een advocaat persoonlijk verstrekt, niet aan zijn kantoor. Klachtrecht ter zake onterecht gelegd beslag op uitkering van de echtgenote van klager, met wie klager op huwelijkse voorwaarden is gehuwd, komt enkel de echtgenote van klager toe.
Inhoudsindicatie
Klacht ongegrond
Uitspraak
Beslissing van 10 juni 2013
in de zaak H 286-2012
naar aanleiding van de klacht van:
A
klager
tegen:
B
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 18 oktober 2012 met kenmerk 201201111K, door de raad ontvangen op 19 oktober 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement H, thans OB, de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 15 april 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de brief van de deken d.d. 18 oktober 2012, met bijlagen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan:
2.1 Verweerder heeft als advocaat voor klager opgetreden. Voor deze rechtshulp van door verweerder is op 5 augustus 2011 door de Raad voor Rechtsbijstand een toevoeging afgegeven. De door klager te betalen eigen bijdrage werd vastgesteld op € 125,- en is door verweerder bij klager in rekening gebracht.
2.2 Verweerder heeft klager bij herhaling aangemaand om tot betaling over te gaan. Klager heeft de declaratie ad € 125,- onbetaald gelaten. De President van de rechtbank heeft op 25 juni 2012 op verzoek van verweerder de eigen bijdrage vastgesteld ex artikel 38 lid 4 Wrb en een voor tenuitvoerlegging vatbare titel verleend.
2.3 Verweerder heeft de beschikking d.d. 25 juni 2012 ter betekening aan de deurwaarder aangeboden, met daarbij de opdracht om, indien betaling binnen 7 dagen zou uitblijven, executiemaatregelen te treffen.
3 klacht
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder:
1. bij de inning van de door klager verschuldigde eigen bijdrage van €125 geen coulance in acht heeft genomen hoewel hij wist dat klager niet tot betaling in staat was;
2. de vordering in privé - niet als medewerker van zijn advocatenkantoor - ter incasso uit handen heeft gegeven aan de deurwaarder;
3. beslag heeft doen leggen onder de X als verstrekker van een uitkering aan de echtgenote van klager, met wie klager - naar verweerder kon weten - onder huwelijkse voorwaarden is gehuwd, zodat de uitkering geen vermogensbestanddeel van klager is en zijn echtgenote schade lijdt;
4. in privé - niet als medewerker van zijn advocatenkantoor - derdenbeslag heeft laten leggen op de bankrekening van klager, waardoor voor klager niet te dragen kosten zijn veroorzaakt.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft op 5 augustus 2011 een nota aan klager verzonden ten bedrage van € 125, -. Verweerder heeft op 29 september 2011, 3 november 2011 en 8 februari 2012 betalingsherinneringen aan klager gezonden. Verweerder heeft klager er in zijn brief d.d. 8 februari 2012 op gewezen dat indien betaling opnieuw zou uitblijven, een betalingsbevel aan de president van de rechtbank zou worden verzocht, dat dit bevel ter incasso uit handen zou worden gegeven en dat de daaraan verbonden (hoge) kosten voor rekening van klager zouden komen. De beschikking van de president van de rechtbank d.d. 25 juni 2012 is op 3 juli 2012 ter betekening aan de deurwaarde gezonden, met de opdracht om, indien betaling binnen zeven dagen na betekening zou uitblijven, executiemaatregelen te treffen.
4.2 Verweerder is voldoende in de gelegenheid gesteld om het bedrag ad € 125,- uit eigen beweging te betalen. Klager heeft meerdere malen toegezegd tot betaling over te zullen gaan. Dat het voor het kantoor van verweerder om een luttel bedrag zou gaan doet niet af aan de verplichting van klager tot betaling.
4.3 Omdat de toevoeging aan verweerder was verleend heeft hij ex artikel 38 lid 4 Wrb aan de president van de rechtbank verzocht om de eigen bijdrage vast te stellen en heeft hij vervolgens de beschikking ter betekening en executie aan de deurwaarder gezonden. De beschikking van de president was op naam van verweerder gesteld, zodat hij zelf als opdrachtgever naar de deurwaarder diende op te treden.
4.4 Het beslag is door de deurwaarder met rechtsgeldige titel gelegd. Ter zake staan degene onder of ten laste van wie beslag is gelegd rechtsmiddelen ter beschikking. Klager is door de beslaglegging niet in zijn belang getroffen, zodat hem ter zake geen klachtrecht toekomt.
5 BEOORDELING
Hierna worden de onderdelen van de klacht beoordeeld in de ook bij de omschrijving onder 3.1 gehanteerde volgorde en nummering.
5.1 Klager heeft geen concreet betalingsaanbod aan verweerder gedaan. Klager stelde in antwoord op de herhaalde betalingsverzoeken steeds te zullen betalen, maar bleef hiermee in gebreke. Het stond verweerder vervolgens vrij om de vastgestelde eigen bijdrage ad € 125,- ter incasso uit handen te geven.
5.2 De toevoeging is aan verweerder verstrekt. Op grond daarvan is het begrijpelijk dat verweerder - niet zijn kantoor, in het midden latend of dat een rechtspersoon is - de vordering tegen klager heeft ingesteld. Deze kwam verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat in persoon toe.
5.3 Klager heeft geen belang bij zijn klacht dat verweerder ten onrechte beslag heeft gelegd op de uitkering van zijn echtgenote met wie hij op huwelijkse voorwaarden is gehuwd. Klachtrecht ter zake komt toe aan de echtgenote van klager, en zij heeft daar kennelijk ook gebruik van gemaakt.
5.4 Verweerder had een vordering op klager, zodat het begrijpelijk is dat hij - niet zijn kantoor - beslag heeft laten leggen op de bankrekening van klager.
5.5 De raad zal de klacht op grond van het bovenstaande in alle onderdelen ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond
Aldus gewezen door mr. E.P. van Unen, voorzitter, mrs. E.P.C.M. Teeuwen,
A.L.W.G. Houtakkers, P.A.M. van Hoef en J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 juni 2013 .
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 11 juni 2013
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klager
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten te Oost-Brabant
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl