Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-02-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA3988

Zaaknummer

H227-2012

Inhoudsindicatie

is ontvangen. Indien verweerder de aangetekende brief van de gemeente dd. 8 maart 2012, zoals verweerder stelt, niet zou hebben ontvangen, had het op de weg van verweerder gelegen naar de uitspraak van de gemeente te informeren, dan wel er zorg voor te dragen dat de zaak behoorlijk aan een opvolgend advocaat werd overgedragen.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; berisping

Uitspraak

Beslissing van 4 februari 2013

in de zaak H 227-2012

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

A

                  

klaagster

 

gemachtigde:

B

 

tegen:

 

 

C

 

                                        verweerder

 

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 16 augustus 2012 met kenmerk K (II), door de raad ontvangen op 17 augustus 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement H de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 3 december 2012 in aanwezigheid van de heer F (oud-voorzitter) en de heer G. (secretaris), beide namens klaagster. Verweerder is niet verschenen.

1.3          De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 16 augustus 2012, met bijlagen

 

 

 

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.1         Verweerder is namens klaagster opgetreden in een bezwaarprocedure met betrekking tot  een omgevingsvergunning voor het bouwen van 38 bergingen op de locatie J. Verweerder heeft hiertegen op 13 januari 2012 een pro forma bezwaarschrift bij de gemeente ingediend. De gemeente heeft bij brief dd. 18 januari 2012, verzonden op 19 januari 2012, aan verweerder bericht dat een termijn van twee weken werd verleend voor het aanvoeren van de gronden waarop het bezwaarschrift berustte.

2.2         Verweerder heeft bij brief dd. 7 februari 2012 de gronden van bezwaar aangevoerd. De gemeente heeft het bezwaar bij beslissing van 29 februari 2012 niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gronden van bezwaar niet tijdig waren aangevoerd.  De beslissing is door de gemeente per aangetekende post op 8 maart 2012 aan het kantoor van verweerder verzonden. De aangetekende brief is door de gemeente niet retour ontvangen.

 

3                klacht

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.         verweerder niet binnen de daarvoor geldende termijn een bezwaarschrift heeft ingediend, waardoor klaagster niet ontvankelijk is verklaard;

2.         verweerder klaagster nooit op de hoogte heeft gesteld van de afloop van de bezwaarprocedure.

 

4                VERWEER

4.1         Verweerder erkent de gronden van beroep niet tijdig te hebben aangevoerd. Het ging om een bezwaarschrift tegen een beslissing die onderdeel uitmaakte van een groter geheel van vergunningen, waartegen bezwaar en beroep was afgewezen. Het is onaannemelijk dat het bezwaar, zo dit ontvankelijk was geweest, gegrond zou zijn bevonden.

4.2         De beslissing op bezwaar heeft verweerder niet bereikt. Zou dit anders zijn geweest dan had verweerder klaagster daarvan op de hoogte gesteld.

 

5                BEOORDELING

5.1         Van een advocaat mag worden verwacht dat hij de termijn waarbinnen nadere gronden dienen te worden ingediend bewaakt en dat hij deze termijn niet ongebruikt laat verstrijken.

5.2         Vast staat dat verweerder de nadere gronden van het ingediende pro forma ingediende bezwaarschrift niet binnen de daarvoor geldende termijn heeft ingediend, waardoor klaagster niet-ontvankelijk is verklaard in haar bezwaar. Eveneens staat vast dat verweerder klaagster niet op de hoogte heeft gesteld van het feit dat de nadere gronden door hem na het verstrijken van de daarvoor verleende termijn waren ingediend.

5.3         Voorts is gebleken dat de beslissing op bezwaar dd. 8 maart 2012 door de gemeente per aangetekende post is verzonden en dat door de gemeente geen retourzending is ontvangen. De raad acht het derhalve niet aannemelijk dat de beslissing dd. 8 maart 2012 niet door verweerder is ontvangen. Indien verweerder de aangetekende brief van de gemeente dd. 8 maart 2012, zoals verweerder stelt, niet zou hebben ontvangen, had het op de weg van verweerder gelegen naar de uitspraak van de gemeente te informeren.  

5.4          De raad overweegt dat van een advocaat mag worden verwacht dat hij over zijn handelen en nalaten verantwoording aflegt tegenover zijn cliënt, zowel gedurende de hem gegeven opdracht als na het beëindigen daarvan, bijvoorbeeld in een daarop volgende klachtprocedure. De raad betreurt het dan ook, dat verweerder, zonder enige kennisgeving, niet ter zitting is verschenen. Verweerder heeft hierdoor bewust het risico in het leven geroepen dat eventueel bij klaagster of bij de raad aanwezige vragen niet beantwoord zouden kunnen worden.

5.5          De raad zal de klacht op grond van al het bovenstaande gegrond verklaren. De raad is, gelet op al het bovenstaande, van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere maatregel dan de hierna op te leggen maatregel.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

 

verklaart de klacht in alle onderdelen gegrond en legt ter zake aan verweerder op de maatregel van berisping.

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. A. Groenewoud, L.J.G. de Haas, H.C.M. Schaeken en M.B.Ph. Geeraedts, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van  4 februari 2013 .

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op5 februari 2013

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            verweerder

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl