Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

29-04-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4283

Zaaknummer

13-91

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Niet is komen vast te staan dat verweerder, advocaat van de wederpartij van klager, feitelijke onjuistheden in een dagvaarding heeft vermeld en hierdoor doelbewust de voorzieningenrechter heeft misleid.

Uitspraak

Beslissing van 29 april 2013

in de zaak 13-91

naar aanleiding van de klacht van:

de heer X

wonende te A

klager

tegen:

mr. Y

advocaat te B

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 3 april 2013 met kenmerk RvT 1213-0007/LB/sd, door de raad ontvangen op 4 april 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Een kantoorgenoot van verweerder heeft C c.s. in het verleden bijgestaan in meerdere geschillen tussen C c.s. als huurders en klager als verhuurder van een woning. C heeft op 26 mei 2010 een koopovereenkomst gesloten met de curator van klager. Klager heeft diverse procedures aangespannen om de verkoop van de woning te voorkomen. C c.s. hebben zich in oktober 2011 tot verweerder gewend met het verzoek uit te zoeken waarom de curator geen uitvoering gaf aan deze overeenkomst. Op 23 februari 2012 heeft verweerder namens zijn cliënten de notaris gedagvaard, die van C c.s. de opdracht had gekregen om het transport van de woning zo spoedig mogelijk te laten plaatsvinden. Klager is tussenkomende partij in deze procedure.

1.3 Blijkens uittreksels uit de basisadministratie waren C c.s. begin 2012 niet op  adres X ingeschreven.

2 KLACHT

2.1 Klager vindt dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld door feitelijke onjuistheden te vermelden in de dagvaarding van 23 februari 2012 en hierdoor doelbewust de voorzieningenrechter te misleiden. In de dagvaarding worden volgens klager de volgende feitelijke onjuistheden gesteld:

a) “C c.s. zijn huurder van de woning aan adres X;

b) daarnaast hebben C c.s. vanwege aanmerkelijke gebreken aan de woning inmiddels besloten tijdelijk elders te wonen. Zij hebben thans dubbele woonlasten aangezien zij ook nog de huur aan de curator verschuldigd zijn”.

3 VERWEER

Nadat C c.s. de zaak bij verweerder in behandeling hadden gegeven heeft verweerder het gearchiveerde dossier van zijn kantoorgenoot heropend. In dit dossier was als correspondentieadres  adres  X vermeld. Dit adres  heeft verweerder aangehouden. Verweerder heeft dit postadres  nooit gebruikt. Alle correspondentie heeft per e-mail plaatsgevonden. Uit onderzoek bleek dat C c.s. een koopovereenkomst hadden gesloten met de curator van klager inzake de woning adres  X en de daarnaast gelegen woning adres Xa. Op 19 januari 2012 ontving verweerder van C per e-mail het bericht dat hij ernstig ziek was en dat zijn zwager (broer van mevrouw C) de zaak voor hem zou waarnemen. C gaf hierbij tevens opdracht voor een kort geding tegen de notaris, die weigerde om de woningen te transporteren. Vervolgens hebben nog enkele cliëntcontacten (met de zwager) plaatsgevonden. Hoewel verweerder dit niet met zoveel woorden in het dossier terugvindt is hem in deze periode door de zwager verteld dat C c.s. al gedurende meerdere jaren niet meer in de gehuurde woning verbleven, omdat de woning onbewoonbaar was. Overigens was dit voor het geschil in kwestie geen relevante informatie, omdat het ging om de verkoop van deze woning en niet om de uitvoering van een huurovereenkomst. Verweerder ontkent dat hij in een kort geding onjuiste stellingen naar voren heeft gebracht. De stelling dat C c.s. huurder zijn van de woning aan de adres X is niet onjuist. De huurovereenkomst is nooit geëindigd en er werd huur aan de curator van klager betaald. De advocaat van klager heeft de huurovereenkomst ook erkend. Ook de stelling dat C c.s. vanwege aanmerkelijke gebreken tijdelijk elders woonden en dubbele woonlasten hadden is niet onjuist. Zij zijn inderdaad verhuisd en het was en is verweerder niet bekend wanneer de verhuizing precies heeft plaatsgevonden. Verweerder heeft de dagvaarding eerst in concept aan zijn cliënten toegezonden, die verweerder hebben laten weten dat de inhoud akkoord was. Ook de feitelijke woonplaats van C c.s. was geen relevante omstandigheid voor het kort geding. Ook in hoger beroep dat tussen partijen is gevoerd is dit niet aan de orde geweest. Met het spoedeisend belang heeft de vraag over de verblijfadres geen enkel verband.

4 BEOORDELING

4.1 Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

4.2 Ten aanzien van feitelijke onjuistheid a. Klager ziet een tegenstrijdigheid in het feit dat C c.s. stellen te huren, maar daar niet in de basisadministratie staan ingeschreven. Ook als je elders woont kun je echter nog wel huren. Uit de pleitnota van de eigen advocaat van klager voor het kort geding blijkt dat ook die uitgaat van huur. In zoverre mist de klacht dus feitelijke grondslag.

4.3 Ten aanzien van feitelijke onjuistheid b. Hier is klager niet te volgen want uit deze stelling blijkt nu juist dat verweerder ervan uitging dat C c.s. op het adres adres X niet feitelijk meer woonachtig waren, wat klager bij de onderbouwing van zijn bezwaren ten aanzien van feitelijke onjuistheid a nu juist aanvoert. Van misleiding van de voorzieningenrechter is derhalve geen sprake. Daarom sneuvelt ook dit onderdeel van de klacht. Ook is niet komen vast te staan dat C c.s. (als dit al een relevante omstandigheid zou zijn geweest voor de kwestie die in kort geding aan de orde was) geen dubbele huur betaalden.

BESLISSING

De klacht wordt als kennelijk ongegrond afgewezen.

Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. A.M. van Rossum, als griffier op 29 april 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 29 april 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder en klager

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten