Rechtspraak
Uitspraakdatum
25-02-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA3994
Zaaknummer
H151-2012
Inhoudsindicatie
Dat door verweerder een beroepsfout is gemaakt impliceert niet dat verweerder zich niet zou hebben gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt, nu hij daarvoor de verantwoordelijkheid aanvaardt.
Inhoudsindicatie
Klacht ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 25 februari 2013
in de zaak H 151 - 2012
naar aanleiding van de klacht van:
A en B
klaagster
tegen:
C
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 16 mei 2012, met kenmerk nr. K, door de raad ontvangen op 21 mei 2012, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement H , thans O, de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 17 december 2012 in aanwezigheid van klaagster en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de onder 1.1 genoemde brief van de deken van 16 mei 2012 met bijlagen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 In of omstreeks mei 2011 heeft de accountant van klaagster verweerder benaderd met het verzoek de belangen van klaagster te willen behartigen in een geschil over de al of niet door klaagster verschuldigde pensioenpremies en de hoogte van de ter zake bestaande schuld, welke opdracht verweerder heeft aanvaard.
2.2 Klaagster is vervolgens gedagvaard tegen de zitting van de rechtbank H, sector kanton, locatie E van 7 oktober 2011, in welke procedure verweerder zich als gemachtigde voor klaagster heeft gesteld.
2.3 Klaagster is door de kantonrechter in de gelegenheid gesteld een conclusie van antwoord in deze procedure in te dienen uiterlijk op 15 december 2011. Verweerder heeft deze conclusie vlak vóór het verstrijken van deze termijn per fax aan de griffie van het kantongerecht toegezonden, welke fax aldaar door een fout echter niet is aangekomen. Hierna heeft de kantonrechter op 5 januari 2012 een vonnis gewezen, waarin klaagster is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag.
2.4 Verweerder heeft de door hem gemaakte beroepfout tegenover klaagster erkend en hij heeft haar geadviseerd hem daarvoor aansprakelijk te stellen op grond van zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering en hoger beroep in te stellen tegen het vonnis, hetgeen klaagster beide heeft gedaan.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet, immers:
1. Verweerder heeft klaagster niet adequaat op de hoogte gehouden van de stand van de procedure bij de rechtbank.
2. Verweerder heeft een beroepsfout gemaakt door de conclusie van antwoord niet tijdig in te dienen.
3. Verweerder heeft bij de afwikkeling van de beroepsfout matig tot slecht gereageerd op brieven en e-mails van de opvolgend advocaat van klaagster.
4 VERWEER
4.1 Verweerder stelt klaagster in de periode van juni tot en met november 2011 veelvuldig schriftelijk om een onderbouwing van haar verweer en overlegging van relevante stukken te hebben gevraagd, maar daarop nimmer een reactie te hebben ontvangen. Ook heeft verweerder de van de wederpartij en van het kantongerecht ontvangen correspondentie steeds doorgeleid naar klaagster. Ten bewijze hiervan heeft verweerder de door hem zowel met klaagster als met haar accountant gevoerde correspondentie overgelegd.
4.2 Nadat het versturen per fax van de conclusie van antwoord naar het kantongerecht was fout gelopen, heeft verweerder aanstonds daarvoor zijn verantwoordelijkheid genomen en heeft hij klaagster geadviseerd hem aansprakelijk te stellen voor deze beroepsfout en hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van de kantonrechter.
5 BEOORDELING
5.1 Wat betreft het verwijt van klaagster aan verweerder dat deze haar niet op de hoogte zou hebben gehouden van de stand van de procedure bij de rechtbank, stelt de raad vast dat uit het dossier blijkt dat door verweerder zowel aan klaagster als aan haar accountant veelvuldig schriftelijk om een reactie c.q. nadere informatie is gevraagd, waarop van beide zijden niet is gereageerd. Mede op grond daarvan heeft verweerder noodgedwongen zijn conclusie van antwoord pas in een zeer laat stadium kunnen indienen. Klaagster heeft ter zitting ook niet duidelijk kunnen maken waarom van haar kant niet is gereageerd op de brieven c.q. mails van verweerder, zodat de raad dit onderdeel van de klacht ongegrond zal verklaren.
5.2 Vast staat dat door verweerder bij het indienen van zijn conclusie van antwoord een beroepsfout is gemaakt. Zulks impliceert echter niet dat verweerder zich niet zou hebben gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt, nu hij daarvoor de verantwoordelijkheid aanvaardt. Ook dit onderdeel van de klacht acht de raad ongegrond.
5.3 Hetzelfde geldt voor het derde onderdeel van de klacht. Nadat klaagster verweerder – mede op grond van diens advies – aansprakelijk had gesteld voor de door hem gemaakte beroepsfout, lag het niet meer op de weg van verweerder daarover met klaagster of haar advocaat in discussie te gaan. In een dergelijke situatie ligt de zaak immers in handen van de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van verweerder.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart alle onderdelen van de klacht ongegrond.
Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, mw. mr. J.C. van den Dries, mw. mr. E.J.P.J.M. Kneepkens, mr. J.J.M. Goumans, mr. J.F.E. Kikken, leden, bijgestaan door mr. C.M. van Lanschot als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 februari 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 26 februari 2013
per aangetekende brief verzonden aan:
- klaagster
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement O
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- klaagster
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement O
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl