Rechtspraak
Uitspraakdatum
09-09-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:117
Zaaknummer
OB 252-2013
Inhoudsindicatie
Het staat een advocaat vrij om eerst betaling van enige bijdrage + griffierecht te bedingen alvorens met zijn werkzaamheden te beginnen.
Inhoudsindicatie
Gelet op door klager gestelde vertrouwensbreuk, begrijpelijk dat verweerster haar werkzaamheden heeft beeindigd. klager had zich bovendien al tot andere advocaat gewend.
Inhoudsindicatie
Klacht: kennelijk ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 9 september 2013
in de zaak OB 252 - 2013
naar aanleiding van de klacht van:
A
klager
tegen:
B
verweerster
De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB van 20 augustus 2013 met kenmerk K , door de raad ontvangen op 21 augustus 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
1.1 Klager heeft zich per e-mail d.d. 15 januari 2013 gewend tot verweerster met het verzoek een zaak betreffende de omgang met zijn minderjarige dochter van zijn toenmalige advocaat over te nemen. Verweerster heeft klager per e-mail verzocht contact met haar op te nemen. Op 27 maart 2013 heeft een bespreking op het kantoor van verweerster plaatsgevonden. Klager heeft verweerster tijdens dit gesprek verzocht de zaak van de voormalige advocaat van klager over te nemen.
1.2 Verweerster heeft bij de voorgaande advocaat van klager de originele toevoeging, alsmede de urenspecificatie en de stukken opgevraagd en van deze ontvangen. Klager heeft de eigen bijdrage aan verweerster voldaan. Verweerster verzocht klager tevens tot betaling van het griffierecht over te gaan, waarna zij namens klager een verweerschrift zou indienen. De mondelinge behandeling was bepaald op 27 mei 2013.
1.3 Verweerster heeft bij brief d.d. 9 april 2013 de eigen bijdrage ad € 129,00 en het griffierecht ad € 75,00 in rekening gebracht. Klager heeft de eigen bijdrage voldaan. Verweerster heeft klager bij brief d.d. 29 april 2013 verzocht ook het griffierecht aan haar te voldoen. Verweerster heeft daarbij bericht dat zij geen werkzaamheden zou verrichten zo lang het griffierecht door klager niet zou zijn voldaan.
2. KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerster geen werkzaamheden (opstellen en indienen van een verweerschrift) voor klager heeft verricht en ten onrechte een eigen bijdrage bij klager in rekening heeft gebracht.
3. VERWEER
3.1 Verweerster heeft het kantoorbeleid dat geen werkzaamheden worden verricht voordat de eigen bijdrage en het griffierecht zijn voldaan, aan klager duidelijk gemaakt. Verweerster heeft klager uitgelegd dat de factuur voor het griffierecht niet aan klager zou worden verzonden, maar aan het kantoor van verweerster.
3.2 Verweerster had tot 27 mei 2013 de tijd om een verweerschrift in te dienen. Zij voelde zich na ontvangst van het door klager opgestelde verweerschrift niet direct verplicht een verweerschrift op te stellen en aan de rechtbank toe te zenden. De nota voor het griffierecht was nog niet voldaan.
3.3 Betaling van het griffierecht door klager bleef uit en verweerster ontving een e-mail van een haar onbekend e-mailadres waarin haar een aantal regels werden uitgelegd. Verweerster heeft klager bericht deze e-mail als vervelend te hebben ervaren. Kort na de ontvangst van de e-mail is verweerster door een advocaat benaderd. Deze advocaat was door klager benaderd met het verzoek de zaak van verweerster over te nemen. Dit alles leidde ertoe dat verweerster er geen vertrouwen meer in had de zaak met klager tot een goed einde te brengen. Klager heeft desgevraagd aan verweerster bevestigd dat zij zijn belangen niet meer hoefde te behartigen.
3.4 Het is niet gebruikelijk dat een eigen bijdrage wordt terugbetaald. Verweerster is bereid deze te verrekenen met een opvolgende advocaat die de toevoeging van haar overneemt.
4. BEOORDELING
4.1 Verweerster heeft klager bij herhaling duidelijk gemaakt dat zij pas nadat de eigen bijdrage én het griffierecht door klager was voldaan, een verweerschrift zou opstellen en bij de rechtbank zou indienen. Het valt verweerster dan ook niet te verwijten dat zij bij uitblijven van betaling van het griffierecht geen aanvang heeft gemaakt met het opstellen van het verweerschrift.
4.2 Verweerster had voor het opstellen en indienen van een verweerschrift de tijd tot aan de zitting op 27 mei 2013. Het is begrijpelijk dat verweerster, toen klager haar per e-mail d.d. 8 mei 2013 berichtte dat zijn vertrouwen in verweerster om zijn belangen te behartigen was beschadigd, gelet op deze vertrouwensbreuk haar werkzaamheden voor klager heeft beëindigd. Klager had zich toen al gewend tot een andere advocaat voor de overname van de zaak.
4.3 Het is gebruikelijk dat in geval van een overname van een zaak door een andere advocaat, de toevoeging en de betaalde eigen bijdrage door de advocaten in onderling overleg wordt verdeeld. Op verweerster rustte derhalve geen verplichting de betaalde eigen bijdrage aan klager terug te betalen.
4.4 De voorzitter zal de klacht op grond van het bovenstaande als kennelijk ongegrond afwijzen.
BESLISSING
De voorzitter:
wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.
Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 9 september 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 10 september 2013
per gewone en per aangetekende post verzonden aan:
- klager
per gewone post verzonden aan:
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB.
Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost - Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.
Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:
a. Per post
Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.
Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:
Postbus 3115, 4800 DC Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.
c. Per fax
Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.