Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:136

Zaaknummer

ZWB 319 - 2013

Inhoudsindicatie

Geen goede gronden aangevoerd waarom 5 jaar is gewacht met indiening van een klacht.

Inhoudsindicatie

Kennlijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

 

Beslissing van 7 november 2013

in de zaak ZWB 319-2013

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

A.

 

klager

 

tegen:

 

 

 

B.                               

 

verweerder

 

 

 

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant van 9 oktober 2013 met kenmerk K12/13-008 , door de raad ontvangen op 10 oktober 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

 

1.1          Klager was directeur en enig aandeelhouder van de vennootschap X. Na enige tijd is (de vennootschap van) de heer Y medeaandeelhouder geworden in de vennootschap X. Tussen klager en de heer Y is een conflict ontstaan, waarna onderhandelingen hebben plaatsgevonden die erin hebben geresulteerd dat op 12 september 2008 een aandelenoverdracht heeft plaatsgevonden van de nog resterende aandelen van de vennootschap van klager aan de vennootschap van de heer Y.

 

1.2          Verweerder heeft (de vennootschap van) de heer Y bijgestaan tijdens de aandelentransactie en de daaraan voorafgaande onderhandelingen.

 

 

 

2.           KLACHT

 

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

 

verweerder in strijd met gedragsregel 7 op te treden voor (de vennootschap van) de heer Y tegen (de vennootschap van) klager, terwijl klager eerder is opgetreden als advocaat van (de vennootschap van) klager.

 

3.           VERWEER    

 

Primair:

 

3.1         De aandelentransactie heeft plaatsgevonden op 12 september 2008, na een langdurig onderhandelingstraject. Verweerder heeft (de vennootschap van) de heer Y hierin bijgestaan. Klager was vanaf medio 2007 ervan op de hoogte dat (de vennootschap van) de heer Y door verweerder werd bijgestaan. Hij heeft hierover pas in september 2012, derhalve vijf jaar later, een klacht ingediend. De klacht is aldus niet binnen een redelijke termijn ingediend en dient daarom als niet-ontvankelijk te worden afgewezen.

 

Subsidiair:

 

3.2         Verweerder heeft klager en zijn vennootschap nimmer geadviseerd. Hiervan is bij het vorige en bij het huidige kantoor van verweerder geen enkel dossier bekend.

 

 

4.           ONTVANKELIJKHEID

 

4.1         In het tuchtrecht voor advocaten bestaan geen algemene termijnen voor verjaring of verval betreffende het indienen van een klacht. Bij de beoordeling van een verweer tot niet-tijdige indiening van een klacht moeten twee belangen tegen elkaar worden afgewogen, enerzijds de rechtszekerheid voor de advocaat dat door hem verrichte werkzaamheden na het verstrijken van een redelijke termijn niet meer ter discussie zullen worden gesteld en anderzijds het maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter getoetst kan worden. Daarbij is van belang wanneer de klager kennis heeft kunnen nemen van het verweten handelen en of de advocaat door het tijdsverloop in zijn verdediging is geschaad. De voorzitter zal de ontvankelijkheid van de klacht aan de hand van dit uitgangspunt beoordelen.

 

4.2         De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder in de periode 2007-2008. Klager heeft zich hierover in september 2012, derhalve vier tot  vijf jaar later, bij de deken beklaagd. Uit klagers brief blijkt dat voorafgaand aan de aandelentransactie van 12 september 2008 langdurig onderhandelingen hebben plaatsgevonden.  Dat betekent dat klager reeds in 2007, doch uiterlijk in 2008  ervan op de hoogte was dat (de vennootschap) van de heer Y door verweerder werd bijgestaan. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij zich op goede gronden niet eerder tot de deken heeft kunnen wenden met een klacht over het door hem vermeend tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerder.

 

4.3         Nu op grond van het bovenstaande niet valt in te zien waarom klager vier tot vijf jaar heeft gewacht alvorens een klacht in te dienen, dient de rechtszekerheid voor verweerder, dat door hem verrichte werkzaamheden na het verstrijken van een zo lange termijn niet meer ter discussie zullen worden gesteld, te prevaleren, op grond waarvan de voorzitter de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk zal afwijzen.

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrere-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 7     november 2013.

 

 

 

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 11 november 2013

 

 

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West- Brabant

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.        Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.