Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2013:120

Zaaknummer

13-164A

Inhoudsindicatie

Klager bedreigt advocaat en ondergaat voorlopige hechtenis. Klachtenfunctionaris voert bemiddelingsgesprek namens het kantoor. Maatstaf bij klacht tegen klachtenfunctionaris. 

Uitspraak

Beslissing van  15 oktober 2013

in de zaak 13-164A

naar aanleiding van de klacht van:

De heer

Klager

tegen:

De heer mr.

Advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 18 juni 2013 met kenmerk 1313-0200, door de raad ontvangen op 20 juni 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 21 augustus 2013. Klager is niet verschenen. Verweerder is verschenen met bijstand van zijn gemachtigde, mr. van E.. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1. bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken, genummerd 1 t/m 17 op de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.2 Klager heeft zich gewend tot mrs. X en Y, kantoorgenoten van verweerder. Klager wenste in hoger beroep te komen van een vonnis van de kantonrechter strekkende tot ontbinding van de huurovereenkomst betreffende zijn woning en ontruiming daarvan. Het betrof een relatief kleine huurschuld.

2.3 De opdrachtbevestiging die mr. X aan klager heeft gestuurd behelst ondermeer een negatief procesadvies, een uurtarief en een bevestiging dat klager af zal zien van een toevoeging. Mrs. X en Y hebben de werkzaamheden voor klager later beëindigd in verband met een vertrouwensbreuk.

2.4 Tegen klager is door mr. Y en door het kantoor van mr. X en Y aangifte gedaan wegens herhaalde belaging en bedreiging. Klager is wegens deze bedreigingen in voorlopige hechtenis gesteld.

2.5 De raadkamer van de rechtbank heeft klager uit deze voorlopige hechtenis geschorst onder het stellen van schorsingsvoorwaarden, waaronder een contactverbod met het kantoor van verweerder alsmede met mr. X en zijn gezin.

2.6 Verweerder heeft klager in februari 2012 verzocht een gesprek aan te gaan op zijn kantoor, om de klacht van klager over mrs. X en Y te bespreken. Door in te gaan op dit aanbod heeft klager zijn schorsingsvoorwaarden geschonden. Het gesprek vond plaats op 5 maart 2012.

2.7 In april 2012 oordeelt de raadkamer van de rechtbank ’s-Gravenhage dat de schorsing van de voorlopige hechtenis moet worden opgeheven vanwege overtreding van een schorsingsvoorwaarde. Vervolgens verblijft klager opnieuw in voorlopige hechtenis tot 16 oktober 2012. In augustus 2013 is de zaak tegen klager behandeld door de meervoudige strafkamer.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:

a) zijn beroepsgeheim te schenden door middel van het doorzenden van vertrouwelijke e-mailberichten aan politie en justitie;

b) klager uit te lokken zijn schorsingsvoorwaarden te schenden;

c) (bewijs)materiaal achter te houden om klager te weerhouden een schadeclaim tegen het kantoor van verweerder in te dienen;

d) Klager onterecht declaraties te zenden.

4 BEOORDELING

4.1 De raad overweegt als volgt. De klacht richt zich tot verweerder in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris van het kantoor waaraan hij verbonden is. Verweerder heeft zelf geen zaak voor klager behandeld, noch was hij de advocaat van klagers tegenpartij.

4.2 De raad stelt voorop dat gedragingen van een klachtenfunctionaris ten opzichte van een klager, die niet zijn cliënt of tegenpartij is, niet snel de grens van het tuchtrechtelijk laakbare zal overschrijden. Het gedrag van een advocaat die optreedt in hoedanigheid van klachtenfunctionaris zal in het algemeen alleen dan tuchtrechtelijk laakbaar kunnen zijn indien het gedrag van de klachtenfunctionaris afbreuk kan doen aan het vertrouwen in de advocatuur in het algemeen. In ieder geval zal in een dergelijke situatie sprake moeten zijn van een ernstige overschrijding van de betamelijkheidsnormen wil tuchtrechtelijk ingrijpen geïndiceerd zijn. De raad zal aan deze maatstaf toetsen.

Ad klachtonderdeel a

4.3 De raad overweegt dat niet is gebleken van feiten of omstandigheden die tot de conclusie leiden dat verweerder een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt door zijn beroepsgeheim te schenden. Nog daargelaten dat verweerder niet als de advocaat van klager kan worden aangemerkt,  is het beroepsgeheim niet geschonden door e-mails met een bedreigend karakter ter ondersteuning van de aangifte aan politie en justitie door te zenden. Daarbij is onweersproken gebleken dat het gaat om e-mails die na afloop van de zaak aan verweerder zijn gezonden en die geen zaakgebonden informatie bevatten, maar allen gaan over de wijze waarop de zaak door mrs. X en Y is behandeld. Klager is strafrechtelijk vervolgd voor bedreiging van mrs X, zijn gezin en mr. Y, en het beroepsgeheim dient er niet toe e-mails of andere informatie geheim te houden indien een advocaat in de positie komt dat hij zich moet verweren tegen belaging of bedreiging, integendeel. In de gegeven omstandigheden stond het verweerder en zijn kantoorgenoten vrij om politie en justitie te informeren om zich te kunnen beschermen tegen de handelwijze van klager.

Ad klachtonderdeel b

4.4 Klager stelt dat hij door verweerder op zijn kantoor is uitgenodigd met het welbewuste doel klager de schorsingsvoorwaarde (het contactverbod) te laten overtreden. Daartegenover stelt verweerder dat hij niet op de hoogte was van de schorsingsvoorwaarde en dat hij slechts de bedoeling had de gerezen problemen in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris te bespreken. Het is de raad gelet op de gemotiveerde betwisting door verweerder niet gebleken dat verweerder op de hoogte was van de mogelijkheid dat klagers schorsing opgeheven zou kunnen worden als hij in zou gaan op de uitnodiging. Verweerder heeft ten gunste van klager aan justitie duidelijk gemaakt dat het initiatief tot het gesprek op 5 maart 2012 uitging van hem en niet van klager. Verder gaat klager er aan voorbij dat hij het contactverbod heeft overtreden door het sturen van bedreigende e-mails te hervatten.

Ad klachtonderdeel c

4.5 De raad kan het verwijt dat verweerder (bewijs)materiaal heeft achtergehouden niet plaatsen. Verweerder heeft als klachtenfunctionaris van zijn kantoor onder meer kennis genomen van het zaaksdossier, de aangiftes tegen klager, en van de e-mails en berichten die tot de aangiftes hebben geleid. Klager heeft niet geconcretiseerd welk (bewijs)materiaal door verweerder zou zijn achtergehouden, noch is duidelijk geworden welke stellingen klager wil kunnen bewijzen. Voor zover klager doelt op stukken en gegevens die door het openbaar ministerie tegen klager zijn gebruikt als bewijsmiddel in de strafzaak, wijst de raad er op dat deze stukken en gegevens door klager zelf zijn gecreëerd.

Ad klachtonderdeel d

4.6  Dit klachtonderdeel richt zich tegen declaraties die mrs. X en Y voor hun werkzaamheden hebben gestuurd. De raad stelt vast dat deze declaraties niet door verweerder zijn opgemaakt zodat hij reeds daarom daarvoor niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk is. Niet gesteld of gebleken is dat verweerder zelf, al dan niet voor zijn inspanningen als klachtfunctionaris, declaraties heeft gestuurd. Het stond verweerder als klachtenfunctionaris vrij de gerezen problemen over de declaraties met klager te bespreken. 

4.7 Verweerder heeft door zijn handelwijze geen afbreuk gedaan aan het vertrouwen in de advocatuur zodat hem geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De klacht zal in al zijn onderdelen ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht in al zijn onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door: mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. A. de Groot, B. Roodveldt, M. Middeldorp en J.H.P. Smeets, leden, bijgestaan door mr.  M.A. Hupkes als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 oktober 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 15 oktober 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Amsterdam          

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement            Amsterdam

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl