Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:123

Zaaknummer

X 312-2013

Inhoudsindicatie

Niet aannemelijk gemaakt dat het niet mogelijk was om de klacht eerder in te dienen. Drie jaar geen redelijk termijn.

Uitspraak

Beslissing van 8 november 2013

in de zaak X 312-2013

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

klager

 

tegen:

 

B

 

gemachtigde:

C

 

verweerder

 

 

Het Hof van Discipline heeft bij beslissing dd. 10 oktober 2013 de raad aangewezen voor de behandeling van de klacht van klager tegen verweerder.

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de griffier van het Hof van Discipline dd. 10 oktober 2013 met bijhorende bijlagen, waaronder voormelde beslissing van het Hof van Discipline en de brief van de deken in het arrondissement G van 15 augustus 2013 met kenmerk K, door de raad ontvangen op 11 oktober 2013, en van de in die brief vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1                  Klager heeft in 1995 letsel opgelopen. Klager was van mening medisch ondeskundig behandeld te zijn en heeft in 2001 een procedure tegen de behandelende arts bij de rechtbank aanhangig gemaakt. De rechtbank heeft de vorderingen van klager bij vonnis dd. 12 april 2006 afgewezen. Het gerechtshof heeft klager bij arrest dd. 19 augustus 2009 niet ontvankelijk verklaard in het door klager ingestelde hoger beroep.

1.2                  In 2008 heeft Professor X, verder te nomen, X, die als deskundige was opgetreden in de procedure bij de rechtbank, verweerder verzocht hem bij te staan om de publicatie van het artikel “Professor liegt als deskundige in rechtszaak” door de adviseur van klager tegen te houden. Verweerder heeft vervolgens in de periode van september 2008/februari 2009 namens X met klager gecorrespondeerd.

1.3                  Verweerder heeft X bijgestaan tijdens de zitting dd. 12 december 2009 van het Medisch Tuchtcollege .

1.4                  Klager heeft zich op 20 november 2012 beklaagd over het optreden van verweerder.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder in zijn brieven van 11 november en 4 december 2008 gegevens heeft vermeld, terwijl klager hem erop had gewezen dat deze niet juist waren;

2.    verweerder het gerechtshof bewust misleidende informatie heeft verstrekt;

3.    verweerder niet de vereiste onafhankelijkheid in acht heeft genomen;

4.    verweerder het Medisch Tuchtcollege onjuist heeft geïnformeerd.

 

3.           VERWEER

3.1         Klager heeft te lang gewacht met het indienen van zijn klacht en dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.

3.2         Verweerder heeft als advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen. Verweerder heeft daarbij de grenzen die hem vrijstaan niet overschreden.

3.3         Er was sprake van een misverstand, dat is rechtgezet zodra duidelijk werd dat er sprake was van een vergissing. Verweerder was niet betrokken als advocaat bij de procedures bij de rechtbank en het gerechtshof.

3.4         Klager onderbouwt zijn stelling dat verweerder onvoldoende onafhankelijkheid in acht heeft genomen in het geheel niet.

3.5         Verweerder heeft zijn cliënt bij het Medisch Tuchtcollege bekwaam en passend bijgestaan.

 

 

4.           ONTVANKELIJKHEID VAN DE KLACHT

   4.1         In het tuchtrecht voor advocaten bestaan geen algemene termijnen voor verjaring of verval betreffende het indienen van een klacht. Bij de beoordeling van een verweer inhoudend dat er sprake is van niet-tijdige indiening van een klacht moeten twee belangen tegen elkaar worden afgewogen, enerzijds de rechtszekerheid voor de advocaat dat door hem verrichte werkzaamheden na het verstrijken van een redelijke termijn niet meer ter discussie zullen worden gesteld en anderzijds het maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter getoetst kan worden. De voorzitter zal de ontvankelijkheid van de klacht aan de hand van dit uitgangspunt beoordelen.

   4.2         Verweerder heeft in de periode 2008/2009 de wederpartij van klager bijgestaan. Klager beklaagt zich op 20 november 2012, derhalve ruim drie jaar later over het optreden van verweerder. Nu klager niet aannemelijk heeft gemaakt, dat het voor hem niet mogelijk was om zich eerder te beklagen over het optreden van verweerder, dient de rechtszekerheid voor verweerder, dat zijn werkzaamheden na het verstrijken van een zo lange termijn niet meer ter discussie zullen worden gesteld, te prevaleren op grond waarvan de voorzitter de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk zal afwijzen.

 

BESLISSING

 

De voorzitter;

 

wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.

 

 

Aldus gegeven door mr. G.J.E.Poerink, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op  8 november 2013.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 12 november 2013

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement G.

 

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.