Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-06-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRLEE:2013:2

Zaaknummer

89/12

Inhoudsindicatie

 Klager is niet-ontvankelijk in klacht indien te lange tijd verstreken is sedert het litigieuze handelen van de advocaat zich heeft voorgedaan, terwijl dit lange wachten niet verschoonbaar is. In het ondrhavige geval was meer dan 4 jaar gewacht.

Uitspraak

Beslissing van 14 juni 2013

in de zaak 89/12

naar aanleiding van de klacht van:

 

de heer [    ]

klager

 

tegen:

mr. [    ]

verweerder

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 15 mei 2012 met kenmerk 011/012 KL07, door de raad ontvangen op 17 mei 2012, heeft de deken van de orde van advocaten in het voormalige arrondissement Leeuwarden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 19 april 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    Klager heeft opgemerkt dat de stukken betreffende deze zaak aan een onjuist adres van zijn gemachtigde zijn gezonden. De raad heeft na onderzoek besloten dat niet gebleken is dat de stukken aan een onjuist adres zijn gestuurd.

1.4    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier;

1.5    Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem   Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem   Leeuwarden.

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder heeft klager bijgestaan in een zaak bij de politierechter in juni 2007.

2.3    Bij brief d.d. 16 november 2011 met bijlagen heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder tijdens de zitting bij de politierechter in juni 2007 onjuist heeft gehandeld door tijdens de zitting op een vraag van de rechter of verweerder meer tijd nodig had voor de verdediging, zonder overleg met klager, ontkennend te antwoorden.

 

4    VERWEER

4.1    Verweerder begrijpt niet waar klager op doelt. Daardoor is verweerder niet in staat inhoudelijk op de klacht van klager te reageren.

 

5    BEOORDELING

5.1    De raad stelt vast dat de klacht betrekking heeft op het handelen van verweerder in juni 2007 waarover eerst in november 2011 een klacht wordt ingediend. In het tuchtrecht voor advocaten gelden geen algemene termijnen voor de uitoefening van het klachtrecht. Bij de vraag of een klager, gelet op het tijdsverloop tussen de gedragingen van de advocaat en de indiening van de klacht, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, moeten twee belangen tegen elkaar worden afgewogen. Enerzijds het ten gunste van de klager wegende maatschappelijke belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter kan worden getoetst en anderzijds het belang dat de advocaat heeft bij toepassing van het beginsel van rechtszekerheid, dat onder meer meebrengt dat een advocaat er van mag uitgaan dat een klacht over de wijze waarop hij zijn werkzaamheden heeft verricht binnen een redelijke termijn wordt ingediend.

5.2    Bij deze afweging zal de tuchtrechter rekening houden met de relevante feiten en omstandigheden, zoals de aard en de ernst van de feiten waarop de klacht betrekking heeft, het tijdstip waarop de klager zich redelijkerwijs bewust had kunnen en behoren te zijn van de reden van zijn klacht, alsmede de moeilijkheden die de verweerder zal ondervinden om zich na een zeker tijdsverloop nog adequaat tegen de klacht te verweren.

5.3    In het onderhavige geval heeft klager meer dan vier jaar gewacht met het indienen van de klacht. Klager heeft geen argumenten aangevoerd waarom hij zo lang heeft gewacht met het indienen van een klacht. Evenmin is anderszins gebleken van een te respecteren reden voor het wachten met  indiening van een klacht. Daarbij betrekt de raad het argument van verweerder dat de klachtomschrijving zo summier is dat voor verweerder niet duidelijk is waarop deze nu precies betrekking heeft. In die omstandigheden is de raad van oordeel dat het belang van verweerder bij rechtszekerheid zwaarder dient te wegen dan het belang van klager bij toetsing van zijn klacht door de tuchtrechter.

5.4    De raad oordeelt klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht niet-ontvankelijk.

 

Aldus gewezen door mr. P. Schulting, voorzitter, mrs. E. van Asselt-Pronk, F. Klemann, G.E.J. Kornet, H.J. Meijer, leden, bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 juni 2013.

 

 

griffier                               voorzitter                            

 

Deze beslissing is in afschrift op 17 juni 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

 

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl