Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-12-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:114

Zaaknummer

R. 4257/13.164

Inhoudsindicatie

De beklaagde advocaat handelt in strijd met gedragsregel 37 door niet te reageren op verzoeken van de deken. Klacht gegrond, maatregel berisping.

Uitspraak

 

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 3 juli 2013 aan de Raad van Discipline met kenmerk K250 2013, door de raad ontvangen op 4 juli 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 30 september 2013 van de raad in aanwezigheid van klager. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 In 2011 heeft mr. W een cliënt van haar, de heer M.,  doorverwezen naar verweerder in verband met een procedure tot vaststelling van een kinderbijdrage.

2.3 Verweerder heeft namens zijn cliënt, de heer M., een verweerschrift bij de rechtbank ingediend.

2.4 Bij beschikking van 20 september 2011 is het verzoek van de voormalige echtgenote van de cliënt van verweerder toegewezen. Uit de beoordeling volgt dat blijkens de verklaring van de griffier niet tijdig een verweerschrift is ontvangen.

2.5 Op 13 augustus 2012 heeft mr. W verweerder bij faxbrief bevestigd dat zij telefonisch contact hebben gehad, waarbij verweerder aan haar heeft medegedeeld dat een verweerschrift was ingediend, maar dat de rechtbank een beschikking heeft afgegeven zonder acht te slaan op dit verweerschrift. Verweerder heeft voorts gesteld een klacht te hebben ingediend bij de rechtbank en om een schadevergoeding te hebben gevraagd. Verweerder heeft gesteld nadien niet meer van de rechtbank te hebben vernomen en geen hoger beroep tegen de beschikking ingesteld te hebben en evenmin een verzoek om verlaging van de alimentatie te hebben ingediend.

2.6 Mr. W heeft aan verweerder de zorgen van haar voormalige cliënt over het verloop van de procedure kenbaar gemaakt en gevraagd deze weg te nemen. Voorts heeft mr. W. verweerder om nadere stukken gevraagd.

2.7 Bij faxbrief van 29 augustus 2012 heeft mr. W een herinneringsfax gestuurd aan verweerder.

2.8 Bij brief van 12 oktober 2012 heeft mr. W de Raad van Toezicht van de Orde van de Advocaten bij de Hoge Raad op de hoogte gesteld van het uitblijven van een reactie van verweerder.

2.9 Bij brief van 19 oktober 2012 heeft klager zich tot verweerder gewend en gevraagd hem binnen een week uitgebreid te informeren over deze kwestie en hem te voorzien van de stukken zoals door mr. W gevraagd.

2.10 Bij brieven van 6 november 2012, 17 januari 2013 en 12 februari 2013 heeft klager verweerder een herinnering doen toekomen.

2.11 Bij faxbrief van 19 februari 2013 heeft verweerder klager bericht, dat hij nog steeds in afwachting is van een instructie van zijn cliënt, alsmede van een duidelijke opgave van de schade die hij heeft geleden.

2.12 Bij brief van 12 maart 2013 heeft de voormalig cliënt van verweerder een klacht tegen hem ingediend.

2.13 Klager heeft verweerder naar aanleiding daarvan gevraagd commentaar aan te leveren op deze klacht.

2.14 Klager heeft verweerder bij brieven van 29 april en 24 mei 2013 verzocht te reageren op de klacht, hetgeen verweerder niet heeft gedaan.

2.15 Bij brief van 3 juli 2013 heeft klager een klacht tegen verweerder ingediend bij de Raad van Discipline.

3 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door in strijd met gedragsregel 37 niet aanstonds inlichtingen te verstrekken inzake een tegen hem ingediend klacht, ondanks herhaalde verzoeken daartoe.

 

4 VERWEER

  Verweerder heeft geen verweer gevoerd.

 

5 BEOORDELING

Op basis van de stukken stelt de raad vast dat verweerder in strijd heeft gehandeld met artikel 46 Advocatenwet en meer in het bijzonder in strijd met gedragsregel 37. De klacht is derhalve gegrond.

 

6 MAATREGEL

Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de maatregel van een berisping passend en geboden.

 

7 BESLISSING

De Raad van Discipline:

- verklaart de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder de maatregel van een berisping op.

 

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mrs. W.P. Brussaard, L.P.M. Eenens, P.C.M. van Schijndel, A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 december 2013.

griffier voorzitter                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 4 december 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl