Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-08-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2013:48

Zaaknummer

128/12

Inhoudsindicatie

Een advocaat dient er voor te zorgen dat hij tijdig verzet doet tegen een verstekvonnis, hetgeen in casu niet is gebeurd. Een gebrek aan inzicht over de wijze waarop de fout hersteld kan worden door rekest civiel in te stellen, hetgeen niet mogelijk was, is zo ernstig dat een onvoorwaardelijke schorsing een passende maatregel is. Onvoorwaardelijke schorsing van 3 maanden.

Uitspraak

Beslissing van 23 augustus 2013

in de zaak 128/12

naar aanleiding van de klacht van:

 

mevrouw [    ]

klaagster

gemachtigde: mr. [    ]

 

tegen:

mr. [    ]

verweerster

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 26 juli 2012 met kenmerk 011/012 KG 040, heeft de deken van de orde van advocaten in het toentertijd bestaande arrondissement Groningen de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 21 juni 2013 in aanwezigheid van klaagster en haar gemachtigde. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van het van de deken ontvangen dossier.

1.4     Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden.

 

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Klaagster heeft in 2010 verweerster opdracht gegeven haar rechtsbijstand te verlenen in een geschil over een door haar met de heer S. gesloten koopovereenkomst met betrekking tot een zonnebank. Bij vonnis van 22 september 2010 is klaagster op vordering van de heer S. bij verstek veroordeeld tot betaling aan hem. Verweerster heeft bij rekest civiel in januari 2011 namens klaagster herroeping van dit vonnis gevorderd. Dit is door de rechtbank Leeuwarden bij vonnis van 25 mei 2011 afgewezen.

2.3    Verweerster heeft zich per 6 juni 2011 van het tableau laten schrappen.

2.4    Bij brief met bijlagen van 1 maart 2012 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerster.

 

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerster zich, naar de raad begrijpt, niet (tijdig) heeft gesteld in de tegen verweerster door de heer S. aangespannen procedure zodat er een verstekvonnis werd gewezen;

b)    verweerster bedrog heeft gepleegd;

c)    verweerster weigert informatie te verstrekken of er sprake is van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering;

d)    verweerster met anderen dan klaagster afspraken heeft gemaakt over de wijze waarop zaken zouden worden afgehandeld;

e)    gedurende de rechtsbijstand verweerster niet als advocaat stond ingeschreven;

f)    verweerster geen adequate klachtenregeling heeft.

 

4    VERWEER

4.1    Verweerster heeft geen antwoord gegeven op verzoeken van de deken om te reageren op de door klaagster geformuleerde klachten.

 

5    BEOORDELING

5.1   

Ad klachtonderdeel a)

Uit diverse e-mailberichten van verweerster, zoals dat van 31 december 2010 aan de door klaagster ingeschakelde heer v.d.S. en dat van 9 juni 2011 aan klaagster zelf, blijkt dat verweerster de door haar gemaakte fouten erkend heeft. De raad is echter van oordeel, dat niet is komen vast te staan, dat is afgesproken dat verweerster zich zou stellen in de procedure. Wel staat vast dat klaagster verweerster tijdig heeft geïnformeerd over het verstekvonnis. Het nalaten van het instellen verzet en het middels een rekest civiel trachten deze fout te herstellen getuigen echter van een dermate gebrek aan deskundigheid, dat daaraan vergaande consequenties dienen te worden verbonden. Dit onderdeel van de klacht is gegrond.

5.2   

Ad klachtonderdeel b)

Dit onderdeel van de klacht is onvoldoende onderbouwd. Het is de raad niet duidelijk geworden wat het bedrog van verweerster precies inhoudt. Dit onderdeel van de klacht is dan ook ongegrond.

Ad onderdeel c)

Het feit dat verweerster geen uitsluitsel heeft gegeven of en bij welke maatschappij zij is verzekerd voor beroepsaansprakelijkheidsclaims is naar het oordeel van de raad onbetamelijk. Dit klachtonderdeel is gegrond.

5.4

Ad onderdeel d)

Klaagster heeft op een gegeven moment de heer v.d. S. ingeschakeld om namens haar met verweerster te overleggen over de gang van zaken. Zij kan verweerster nu niet verwijten dat verweerster met de heer v.d. S. een aantal afspraken heeft gemaakt. Dit onderdeel van de klacht is dan ook ongegrond.

5.5

Ad onderdeel e)

Verweerster heeft tot 6 juni 2011 als advocaat ingeschreven gestaan op het tableau. De door verweerster verleende rechtsbijstand is voor die datum geëindigd in dier voege dat verweerster voor klaagster geen rechtshandelingen meer heeft verricht. Wel is er nog contact geweest over de afhandeling van schade die klaagster vergoed wenste te krijgen. Er valt verweerster op dit punt niets tuchtrechtelijks te verwijten. Het klachtonderdeel is ongegrond.

5.6

Ad klachtonderdeel f)

Het feit dat verweerster geen klachtenregeling heeft kan haar niet tuchtrechtelijk worden verweten. Het hebben van een dergelijke regeling is geen verplichting. Ook dit onderdeel van de klacht is ongegrond.

 

6    MAATREGEL

6.1    De raad legt verweerster een onvoorwaardelijke schorsing op voor de duur van 3 maanden op.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

•    verklaart de klachtonderdelen a en c gegrond en de onderdelen b, d, e en f ongegrond;

•    legt aan verweerster op de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van 3 maanden;

•    bepaalt dat de schorsing ingaat op de eerste dag dat deze beslissing onherroepelijk is en verweerster opnieuw is ingeschreven als advocaat, met dien verstande dat de schorsing pas ingaat na afloop van eerder onherroepelijk geworden schorsingen.

 

Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys - Doeleman, voorzitter, mrs. G.W. Brouwer, F. Klemann, N.H.M. Poort, L.J. van der Veen, leden, bijgestaan door mr. J.M.G. Kuin-van den Akker als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 augustus 2013.

 

griffier                                                               voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op                             2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klaagster

-    verweerster

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klaagster

-    verweerster

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

 

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl