Rechtspraak
Uitspraakdatum
01-07-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:27
Zaaknummer
ZWB 201 - 2013
Inhoudsindicatie
Advocaat is niet gehouden een kansloze procedure op te starten.
Inhoudsindicatie
Geen andere mogelijkheid zich als advocaat terug te trekken, nu hij onvoldoende informatie ontving om verweer te voeren .
Inhoudsindicatie
Kennelijk ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 1 juli 2013
in de zaak ZWB 201-2013
naar aanleiding van de klacht van:
X
klager
tegen:
Y.
verweerder
De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant van 24 juni 2013 met kenmerk K12-145 , door de raad ontvangen op 25 juni 2013 , en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
1.1 Klager is op 7 maart 2012 door de Raad van Bestuur van de GGZ WNB uit het ziekenhuis ontslagen. Klager heeft zich tot verweerder gewend met het verzoek om namens hem een kort geding aan te spannen tegen de Raad van Bestuur ter zake van zijn ontslag uit het ziekenhuis.
1.2 Op 8 maart 2012 heeft een gesprek tussen klager en verweerder plaatsgevonden. Verweerder heeft dit gesprek bij brief dd. 8 maart 2012 schriftelijk bevestigd. Verweerder heeft klager bij voormelde brief bericht niet langer voor hem te kunnen optreden, aangezien klager te kennen had gegeven zich niet te kunnen vinden in de door verweerder voorgestane aanpak van de zaak.
2. KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder heeft geweigerd een kort geding aanhangig te maken tegen het ontslag van klager uit de woonvoorziening van het ziekenhuis, waardoor klager dakloos is geworden.
3. VERWEER
3.1 Verweerder heeft tijdens een gesprek op 8 maart 2012 met klager geadviseerd om de klachtprocedure bij de Raad van Bestuur GGZ WNB te volgen. Klager was door de Raad van Bestuur in de gelegenheid gesteld om te reageren op toegezonden stukken. Verweerder wilde deze stukken met klager bespreken en aan de hand daarvan daarop reageren. Klager stelde zich op het standpunt dat het allemaal onzin was, zonder inhoudelijk op de stukken in te willen gaan. Klager bleef aandringen op het aanhangig maken van een kort geding. Door deze opstelling stelde klager verweerder niet in de gelegenheid om zorgvuldig en genuanceerd op de stukken van de Raad van Bestuur te reageren en was het niet mogelijk een inhoudelijk verweer op te stellen. Verweerder zag daardoor ook geen mogelijkheden met succes een kort geding aanhangig te maken. Bovendien was uit een eerdere vergelijkbare zaak gebleken dat het volgen van de klachtprocedure de juiste weg was.
3.2 Verweerder heeft het gesprek met klager bij brief d.d. 8 augustus 2012 bevestigd en aan klager bericht dat hij onder deze omstandigheden niet langer voor klager kon optreden. Verweerder heeft klager geadviseerd om, bij voorkeur met behulp van een andere advocaat, alsnog tijdig op de stukken van de Raad van Bestuur te reageren.
3.3 Verweerder is zorgvuldig te werk gegaan. Hij heeft klager geadviseerd zich tot een andere advocaat te wenden en hij heeft de Raad van Bestuur verzocht de reactietermijn te verlengen.
4. BEOORDELING
4.1 Een advocaat heeft de leiding bij de aanpak van een aan hem voorgelegde zaak. De advocaat dient daarbij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak van de zaak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. De advocaat dient de door hem voorgestane aanpak van de zaak met zijn cliënt te bespreken. Hij geeft daarbij aan op welke wijze hij bereid is de belangen voor zijn cliënt te behartigen. Indien een advocaat en zijn cliënt het oneens blijken te zijn over de aanpak van een zaak, staat het de advocaat vrij zich als advocaat terug te trekken. De advocaat dient hierbij zorgvuldig te werk te gaan.
4.2 Verweerder stond het volgen van een -eerder succesvol gebleken- klachtprocedure bij de Raad van Bestuur voor ogen, terwijl klager stond op het aanhangig maken van een kort geding. Verweerder zag geen mogelijkheden tot het met succes voeren van een kort geding, temeer omdat klager niet inhoudelijk wenste in te gaan op de aan hem toegezonden stuken. Aangezien een advocaat niet kan worden gehouden een in zijn ogen zinloze procedure aanhangig te maken, kan verweerder ter zake geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt worden.
4.3 Nu verweerder van klager onvoldoende informatie van klager ontving om met succes verweer te kunnen voeren, had verweerder geen andere mogelijkheid dan zich als advocaat terug te trekken. Verweerder heeft daarbij de belangen van klager voor zover mogelijk behartigd. Hij heeft klager geadviseerd zich tot een andere advocaat te wenden en alsnog te reageren op de stukken van de Raad van Bestuur. Verweerder heeft voorts om uitstel van de reactietermijn verzocht.
4.4 Nu op grond van al het bovenstaande verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt, zal de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.
BESLISSING
De voorzitter:
wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.
Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 1 juli 2013 .
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 1 juli 2013
per aangetekende en per gewone post verzonden aan:
- klager
per gewone post verzonden aan:
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant.
Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.
Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:
a. Per post
Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.
Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:
Postbus 3115, 4800 DC Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.
c. Per fax
Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.