Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-12-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2013:196

Zaaknummer

13-109NH

Inhoudsindicatie

Klaagster verwijt verweerder de belangen van het gezin van klaagster niet heeft behartigd op een wijze die van een advocaat mag worden verwacht door na te laten een correcte afhandeling van de verevende pensioenafspraken te bewerkstelligen. Een advocaat mag in beginsel afgaan op de informatie zoals deze hem door een cliënt worden aangereikt. In de relatie tussen de advocaat en zijn cliënt mag bovendien worden verwacht dat een cliënt voor zijn of haar zaak essentiële informatie aandraagt. Dat laatste is niet geschied. Klacht is ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 9 december 2013

in de zaak 13-109NH

naar aanleiding van de klacht van:

mevrouw

p/a mevrouw

klaagster

tegen:

mr.

advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 19 april 2013, door de raad ontvangen op 22 april 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 9 oktober 2013 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de onder 1.1 vermelde brief;

- de stukken vermeld op de daarbij gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerder heeft klaagster bijgestaan in verband met een pensioenkwestie met haar voormalige echtgenoot. Klaagster heeft verweerder een berekening aangeleverd waaruit volgde dat klaagster nog € 18.564,49 op haar voormalige echtgenoot had te vorderen in verband met pensioenafspraken. Vanwege deze vordering heeft verweerder een kort geding aanhangig gemaakt. Voorafgaand aan dit kort geding ontving verweerder op 13 april 2012 een fax van de advocaat van de wederpartij, de voormalige echtgenoot klaagster. In deze fax is, voor zover hier relevant, weergegeven:

“Geachte Confrère,

Client en ondergetekende hebben de oude echtscheidings- en verdelingsdossiers nog eens bestudeerd en zijn tot de conclusie gekomen dat de vordering die uw cliënte meent op cliënt te hebben in verband met pensioenafspraken niet correct is.

[..]

Ik sluit bij productie 3 twee vonnissen in van de rechtbank Amsterdam d.d. 10 november 2004 en 27 oktober 2005, waaruit blijkt dat cliënt op uw cliënte een vordering had ad € 20.000,-- in verband met verbeurde dwangsommen. Deze dwangsommen zijn destijds verrekend met de alimentatie en het pensioenaandeel van uw cliënte ad € 253,-- per maand. Bij productie 4 sluit ik kopieën in van brieven van de toenmalige advocaten van partijen d.d. 11 en 25 april 2008, 29 september 2008 en 23 december 2008, waaruit blijkt dat sprake is van verrekening. Bij productie 5 leg ik een overzicht over van de verrekende bedragen t/m december 2009. [..]

2.3 Op 17 april 2012 heeft verweerder klaagster bericht dat hij het kort geding zal intrekken in verband met de ontvangen stukken.

2.4 Bij brieven van 27 juli 2012 en 6 augustus 2012 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder de belangen van het gezin van klaagster niet heeft behartigd op een wijze die van een advocaat mag worden verwacht door na te laten een correcte afhandeling van de verevende pensioenafspraken te bewerkstelligen.

 

4 BEOORDELING

4.1 De raad beslist als volgt op de klacht. Een advocaat mag in beginsel afgaan op de informatie zoals deze hem door een cliënt worden aangereikt. In de relatie tussen de advocaat en zijn cliënt mag bovendien worden verwacht dat een cliënt voor zijn of haar zaak essentiële informatie aandraagt. In de onderhavige kwestie lag het op de weg van klaagster om informatie over de eerdere verrekening met de dwangsommen aan te leveren. Dit betrof immers informatie die verweerder niet uit zichzelf of uit de hem beschikbaar gestelde stukken had kunnen afleiden. Klaagster heeft hem deze informatie niet aangeleverd. De klacht is derhalve ongegrond. Voor zover de klacht ook inhoudt dat verweerder de zaak onvoldoende heeft overgedragen, is de raad van oordeel dat de klacht op dat onderdeel eveneens ongegrond is. Hiervan is de raad geenszins gebleken. Zo heeft bijvoorbeeld de opvolgend advocaat niets daarover laten weten.

BESLISSING

De raad van discipline:

 - verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th. S. Röell, voorzitter, mrs. J.J. Trap, G.J. Kaaij, J.H.P. Smeets en L.D.H. Hamer, leden, bijgestaan door mr. J.G. Geertsma als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 december 2013.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 9 december 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl