Rechtspraak
Uitspraakdatum
28-01-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4263
Zaaknummer
12-119
Inhoudsindicatie
verzet te laat ingesteld. Klager had 4 dagen voor het einde van de verzettermijn een brief met daarin het verzetschrift aangeboden aan TNT post maar had een onjuist adres vermeld op de envelop. Hierdoor stuurde TNT de brief retour aan klager. Pas een week later kon klager het verzetschrift opnieuw insturen aan de raad. De raad oordeelt dat dit een omstandigheid is die voor rekening en risico van klager komt. Er is derhalve naar het oordeel van de raad geen sprake van een verschoonbare overschrijding van de verzettermijn.
Uitspraak
Beslissing van 28 januari 2013
in de zaak 12-119
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 20 juli 2012 op de klacht van:
[klager]
[adres]
klager
tegen:
mr. [naam]
advocaat te [plaats]
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 20 juni 2012, door de raad ontvangen op 21 juni 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het voormailg arrondissement Almelo de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 20 juli 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht in al zijn onderdelen kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 23 juli 2012 is verzonden aan klager.
1.3 Bij brief van 29 juli 2012 door de raad ontvangen op 15 augustus 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Bij brief van 15 augustus 2012 heeft de griffier klager meegedeeld dat het verzetschrift 9 dagen te laat is ingekomen en is klager verzocht de raad te willen berichten of er zwaarwegende omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding zouden kunnen rechtvaardigen.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 5 november 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 29 juli 2012, van een e-mail d.d. 13 augustus 2012 van klager aan de griffie en van de brief van de griffier d.d. 15 augustus 2012.
2 KLACHT EN VERZET
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
a. hij al dan niet in samenspel met notaris [X] een akte heeft laten opmaken en getracht heeft deze te laten inschrijven bij het kadaster zonder klager te informeren. Daarmee zou verweerder de notaris hebben aangezet tot het plegen van valsheid in geschrifte;
b. hij wederrechtelijk de persoonsgegevens van klager heeft gebruikt, nu klager voor dit gebruik geen toestemming heeft gegeven;
c. hij zonder toestemming van klager het e-mailadres van klager aan derden heeft verstrekt;
d. hij heeft verzuimd de notaris te wijzen op het arrest van het gerechtshof van 31 augustus 2010 waarin is vermeld dat klager nog een tegenvordering heeft op zijn ex-echtgenote en de notaris wel heeft laten opnemen in de leveringsakte dat partijen elkaar over en weer finale kwijting verlenen met uitzondering van hetgeen onder het kopje schuldomzetting staat vermeld;
e. verweerder beslag heeft laten leggen op de woning van klager en op zijn inkomen;
f. verweerder zich niet heeft ingezet om het conflict tussen klager en zijn ex-echtgenote te doen de-escaleren en zijn machtspositie als advocaat heeft misbruikt;
g. verweerder, nadat partijen zich ter comparitie van partijen op 21 september 2011 akkoord hebben verklaard met de notariële akte die zich bij de dagvaarding bevond (welke akte was opgesteld door notaris [Y], op 2 februari 2012 een nieuwe notariële akte heeft laten opstellen door notaris [X]. Hiermee handelde verweerder niet overeenkomstig de afspraken die partijen ten overstaan van de rechter op 21 september 2011 hebben gemaakt;
h. verweerder bij het kort geding dat klager aanhangig had gemaakt ter opheffing van de gelegde beslagen kort voor de zitting zijn pleitnota overlegde zodat klager geen tijd had om hierop te reageren;
i. verweerder niet alle relevante feiten in deze pleitnota heeft vermeld.
2.2 Het verzet houdt zakelijk weergegeven in dat de voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard. Klager stelt dat verweerder niet wil bemiddelen maar alleen maar wil dagvaarden en wil winnen en dat hij samenspant met een notaris van zijn kantoor en ook met notaris mr. [X].
3 BEOORDELING
3.1 Ingevolge artikel 46h lid 1 Advocatenwet dient binnen veertien dagen na de verzending van het afschrift van de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter schriftelijk verzet te worden gedaan bij de raad. Dit voorschrift brengt mee dat het verzetschrift binnen die termijn door de raad moet zijn ontvangen.
3.2 De beslissing van de voorzitter is bij brief van 23 juli 2012 aan klager toegestuurd. De verzettermijn eindigde aldus op 6 augustus 2012. Het verzetschrift van klager is op 15 augustus 2012 bij de raad binnengekomen.
3.3 De raad heeft te onderzoeken of sprake is van een verschoonbare overschrijding van de verzettermijn.
3.4 Gebleken is dat klager op 2 augustus 2012 zijn verzetschrift aan de TNT heeft aangeboden. Doordat klager op de envelop een onvolledige postcode had vermeld heeft TNT post de brief retour gezonden aan klager. Klager heeft in zijn e-mail van 13 augustus 2012 aan de griffie vermeld dat hij de brief pas vrijdagavond 10 augustus 2012 heeft terugontvangen van TNT en dat hij deze op zaterdag 11 augustus 2012 opnieuw heeft opgestuurd aan de raad.
3.5 De raad stelt vast dat het feit dat het verzetschrift de raad niet tijdig heeft bereikt het gevolg is van het feit dat klager het adres van de raad onvolledig heeft vermeld op de enveloppe. Dit is een omstandigheid die voor rekening en risico van klager komt. Er is derhalve naar het oordeel van de raad geen sprake van een verschoonbare overschrijding van de verzettermijn.
3.6 Het voorgaande brengt met zich mee dat het verzet niet ontvankelijk is.
BESLISSING
De raad van discipline:
Verklaart het verzet niet ontvankelijk.
Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, mrs. A. Gerritsen-Bosselaar, F.A.M. Knüppe, H.J. Robers en E.J. Verster, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 januari 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 28 januari 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Nederland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.