Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2013:132

Zaaknummer

13-142A

Inhoudsindicatie

Klaagster verwijt verweerder onder meer zich niet te hebben gehouden aan de mondelinge prijsafspraak. De raad heeft dit niet kunnen vaststellen. De klacht is ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 28 oktober 2013

in de zaak 13-142A

naar aanleiding van de klacht van:

mevrouw

klaagster

tegen:

mr.

advocaat te Amsterdam

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 29 mei 2013, door de raad ontvangen op 30 mei 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 26 augustus 2013 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de onder 1.1 vermelde brief;

- de stukken vermeld op de daarbij gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klaagster heeft verweerder ingeschakeld in verband met een geschil met de verhuurder van haar woning wegens geluidsoverlast van de buren door gebrekkige isolatie.

2.3 Op 15 november 2012 heeft klaagster verweerder per e-mail het volgende, voor zover hier relevant, te kennen gegeven:

“Geachte [verweerder],

[..] afgesproken is, dat ik het verder – weer- alleen ga proberen. Het moge duidelijk zijn, dat ik me misleid voel…dat een oude-constructiewoning helemaal niet aan Bouwbesluit 2003 hoeft te voldoen …tot de zitting, waarbij me herhaaldelijk de verzékering was gegeven, dat ik in gelegenheid zou worden gesteld tot enkele minuten spreektijd én gelegenheid om de foto uit te leggen….

[..] voor nu, hartelijke groet en in afwachting van uw nota:

[klaagster]”

2.4 Verweerder heeft klaagster in verband met zijn dienstverlening drie facturen gezonden voor een totaal bedrag van circa € 5.000,-. De laatste factuur van 23 november 2012 bedroeg € 2.227,54 inclusief € 578,50 aan verschotten en BTW. Klaagster heeft alle facturen voldaan.

2.5 Bij brief van 11 februari 2013 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder:

a) ondeskundig is onder meer doordat hij niet op de hoogte was van het bouwbesluit en een onnodige geluidstest heeft laten afnemen;

b) partijdig is doordat hij de buren van klaagster, die de geluidsoverlast veroorzaken, kent;

c) zich niet aan de gemaakte mondelinge prijsafspraak van € 2.000,-- heeft gehouden en het gehanteerde uurtarief nimmer aan klaagster heeft medegedeeld.

4 BEOORDELING

Klachtonderdeel a)

4.1 De klacht betreft het handelen van de eigen advocaat. Voorop staat dat de advocaat bij de behandeling van een zaak de leiding heeft en vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid dient te bepalen met welke aanpak van zaken de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. Wel moet de advocaat zijn cliënt duidelijk maken hoe hij te werk wil gaan en waartoe hij wel of niet bereid is. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is overigens in het algemeen pas sprake als de advocaat bij de behandeling van de zaak onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad. Het handelen van verweerster zal aan de hand van deze maatstaf worden beoordeeld. Op grond van het klachtdossier en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling aan de orde is gekomen kan de raad niet vaststellen dat verweerder zich ondeskundig heeft gedragen. Het klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

Klachtonderdeel b)

4.2 Verweerder heeft verklaard de buren van klaagster niet te kennen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft klaagster te kennen gegeven dat zij het tegendeel niet kan bewijzen. Het klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

Klachtonderdeel c)

4.3 De raad heeft gelet op de betwisting van verweerder niet kunnen vaststellen dat tussen klaagster en verweerder een prijsafspraak over de uit te voeren werkzaamheden is gemaakt. In het dossier bevindt zich hiervan geen enkele vastlegging, zoals bijvoorbeeld een opdrachtbevestiging. Tijdens de mondelinge behandeling heeft verweerder ook erkend dat hij ten aanzien van de schriftelijke vastlegging van een en ander tekort is geschoten. De klacht richt zich evenwel niet op de vastlegging van financiële afspraken. De drie facturen zijn daarnaast, zonder bezwaar van klaagster, door haar voldaan. Het klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

 - verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. L.D.H. Hamer, P. van Lingen, M.E. van der Zouw en M.W. Schüller, leden, bijgestaan door mr. J.G. Geertsma als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 oktober 2013.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 28 oktober 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl