Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

03-01-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4154

Zaaknummer

R321-2012

Inhoudsindicatie

Klacht dat zitting niet goed is voorbereid is feitelijki onjuist. Niet gebleken dat onterechte uren zijn geschreven.

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 3 januari 2013

in de zaak R 321 - 2012

naar aanleiding van de klacht van:

A

 

klager

 

tegen:

B

 

verweerder

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement R van 4 december 2012 met kenmerk K , door de raad ontvangen op 5 december 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Verweerder heeft klaagster bijgestaan in een strafzaak. Klaagster heeft per e-mail dd 8 september 2011 een afschrift van de dagvaarding aan verweerder verzonden. Verweerder heeft de stukken bij de rechtbank opgevraagd. Klaagster heeft de stukken vervolgens zelf opgehaald bij de rechtbank en aan verweerder afgegeven.

1.2         Op 15 september 2011 heeft een gesprek tussen klaagster en verweerder plaatsgevonden. Op 19 september 2011 vond de T-zitting plaats. Een uur voorafgaand aan de zitting heeft een gesprek tussen klaagster en verweerder plaatsgevonden.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder :

1. klaagster niet tijdig heeft willen voorbereiden op de T-zitting;

2. onterecht uren op de toevoeging heeft gedeclareerd.

 

3.           VERWEER

3.1         Verweerder heeft klaagster weldegelijk goed voorbereid op zowel de T-zitting als de politierechterzitting.

3.2         Tijdens de T-zitting op 19 september 2011 werd door de parketsecretaris een voorstel gedaan, dat verweerder tijdens een schorsing met klaagster heeft besproken. Na hervatting van de zitting werd het voorstel door de parketsecretaris, vanwege het abnormale gedrag van klaagster, ingetrokken. Ter zitting werd een onderzoek naar de persoonlijkheid van klaagster gelast. Klaagster verzocht verweerder na afloop van de zitting nog diezelfde dag per e-mail of zij het voorstel alsnog kon aanvaarden. Verweerder heeft aan klaagster uitgelegd dat het voorstel was ingetrokken en dus niet meer kon worden aanvaard.

3.3         Verweerder was direct bereid om het dossier over te dragen aan mr. X. Hij heeft mr. X desgevraagd geïnformeerd over de door hem in de zaak van klaagster besteed aantal uren. Mr. X heeft verweerder vervolgens bericht om hem moverende redenen niet bereid te zijn het dossier over te nemen.

3.4         Het is niet juist dat verweerder onterecht uren op de toevoeging heeft gedeclareerd. Verweerder is klaagster juist tegemoet gekomen door diverse telefoontjes en e-mail niet te noteren, dan wel meerdere e-mails en telefoontjes onder één eenheid te melden. Op een gegeven moment is verweerder zelfs helemaal gestopt met tijd schrijven in de zaak van klaagster.

3.5         Tijdens de zitting in februari 2012 is de zaak aangehouden. De zaak is daarna overgenomen door mr. Y.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Vast staat dat klaagster op 8 september 2011 een kopie van de dagvaarding aan verweerder heeft toegestuurd. Verweerder heeft ter voorbereiding op de T-zitting op 15 september 2011 een uitvoerig gesprek met klaagster gevoerd en op 19 september 2011, een uur voorafgaand aan de T-zitting, nogmaals de zitting met klaagster voorbesproken. Op grond hiervan komt de voorzitter tot het oordeel dat  onderdeel 1 van de klacht, waarin klaagster verweerder verwijt dat hij haar niet tijdig heeft willen voorbereiden op de zitting feitelijk onjuist is en daarom niet tot gegrondheid kan leiden.

4.2         Ten aanzien van het tweede onderdeel van de klacht overweegt de voorzitter, dat niet gebleken is dat verweerder onterecht uren heeft geschreven. Derhalve staat evenmin vast, dat hierdoor  na de overname van de toevoeging voor de opvolgend advocaat te weinig uren over waren gebleven. Verweerder heeft in zijn verweer voldoende aannemelijk gemaakt dat het grote aantal door hem bestede uren niet was gelegen in de aard van de zaak maar was gelegen in de aard van de persoon van klaagster. Het valt verweerder niet te verwijten dat klaagster hem veelvuldig heeft gebeld en per e-mail heeft benaderd. Bovendien is een advocaat in een toevoegingszaak over het aantal gedeclareerde uren enkel verantwoording verschuldigd aan de Raad voor Rechtsbijstand, aangezien deze de betaling van de toevoegsdeclaratie op zich neemt.

4.3         Nu op grond van het bovenstaande niet valt in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerder valt te maken, zal de voorzitter de klacht in beide onderdelen als kennelijk ongegrond afwijzen.

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter :

 

wijst de klacht in beide onderdelen als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 3 januari 2013 .

 

griffier                                                                         voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 4 januari 2013.

 

per aangetekende post verzonden aan:

-   klager

-   verweerder

-   de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement R

 

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Roermond binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.           Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

                      b.           Bezorging

                            De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

                      c.           Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.