Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-09-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:58

Zaaknummer

L141-2013

Inhoudsindicatie

Onduidelijk wat de opgedragen werkzaamheden zijn. Geen opdrachtbevestiging verzonden. Onduidelijkheid derhalve voor rekening van verweerder. Voorts pas advies uitgebracht na rappels van klagers en interventie deken.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond. Onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van drie maanden.

Uitspraak

Beslissing van 9 september 2013

in de zaak L 141-2013

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

       

klagers

 

tegen:

B

 

 

                                        verweerder

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 29 april 2013 met kenmerk D, door de raad ontvangen op 1 mei 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L e klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 24 juni 2013 in aanwezigheid van klagers en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3          De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 29 april 2013 met bijlagen.

 

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1         Klagers zijn betrokken geweest in een civiele procedure bij de rechtbank M. In deze procedure is op 10 oktober 2012 vonnis gewezen. De door klagers ingestelde vorderingen tegen C zijn hierbij afgewezen. Op 2 november 2012 hebben klagers een afspraak met verweerder op zijn kantoor gehad. Verweerder heeft klagers vervolgens een voorschotnota doen toekomen. Deze is door klagers op 5 november 2012 voldaan. Klagers hebben het dossier, bestaande uit drie ordners met strafrechtelijke en civielrechtelijke stukken, aan verweerder overhandigd.

2.2         Na de afspraak op 2 november 2012 hebben klagers enige tijd niets van verweerder vernomen. Aanvang januari 2012 hebben zij telefonisch contact met verweerder gezocht. Op 4 januari 2013 heeft verweerder hen teruggebeld  en hen meegedeeld dat hij niets voor hun zou kunnen betekenen. Vervolgens heeft verweerder enkele dagen nadien, na interventie door de deken, de dossiers aan klagers geretourneerd. Op 10 januari 2012 verliep de termijn voor het instellen van appel tegen het vonnis van de rechtbank M.

 

3                klacht

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij ondanks betaling van een bedrag van € 1.500,00 geen advies heeft uitgebracht en uiteindelijk, pas na rappels, kort vóór het einde van de appèltermijn heeft medegedeeld niets voor klagers te kunnen doen.

 

4                VERWEER

4.1     Verweerder stelt zich op het standpunt dat aan hem enkel de opdracht is verstrekt om de kans van slagen van het indienen van een klaagschrift tegen een kennisgeving niet verdere vervolging (artikel 12 Sv) te beoordelen. Er is niet afgesproken dat hij binnen twee of drie weken schriftelijk advies zou geven en verweerder heeft ook niet de opdracht gekregen om hoger beroep tegen een civiel vonnis van de rechtbank Maastricht in te stellen.

 

5                BEOORDELING

5.1         Vooropgesteld wordt dat een advocaat zijn cliënt op de hoogte dient te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig ter voorkoming van misverstanden, onzekerheid of geschil dient de advocaat belangrijke informatie en afspraken schriftelijk te bevestigen.

5.2         Vast staat dat in november 2012 een bespreking heeft plaatsgevonden tussen klagers en verweerder. Onduidelijk is wat tijdens die bespreking precies is besproken. De raad is van oordeel dat verweerder de afspraken die tijdens dit gesprek tot stand zijn gekomen schriftelijk aan klagers had moeten bevestigen. Meer in het bijzonder had verweerder aan klagers moeten bevestigen wat de aard van de door hem te verrichten werkzaamheden zou zijn. De raad stelt vast dat een dergelijke schriftelijke bevestiging volledig ontbreekt. Desgevraagd heeft verweerder tijdens de mondelinge behandeling van de klacht ook aangegeven dat hij niets schriftelijk heeft bevestigd. Ook de door verweerder aan klagers verstrekte kwitantie ter zake van hun betaling van een bedrag van € 1.500,= geeft hierover geen duidelijkheid. Verweerder heeft enkel telefonisch advies gegeven. Dat advies had betrekking op het eventueel indienen van een klaagschrift ex artikel 12 Sv, terwijl klagers kennelijk actie verwachtten terzake hun civiele zaak, waarvan de appeltermijn toen bijna ten einde was. Deze – mogelijk terechte, mogelijk onterechte – verwachting had verweerder uit de wereld kunnen helpen, indien hij zowel bij de aanvang van zijn werkzaamheden als bij het einde daarvan schriftelijk duidelijkheid had verschaft over hetgeen de opdracht inhield. Daar komt bij dat verweerder pas advies heeft verstrekt na diverse telefoontjes van klagers en interventie door de deken. Op dat moment moest althans kon hem bekend zijn, dat de appeltermijn in de civiele zaak bijna verstreken was.

5.3         Aldus heeft verweerder onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De klacht is derhalve gegrond.

 

6        MAATREGEL

Het hof van discipline heeft bij beslissingen van 5 augustus 2011, derhalve kort voordat het in deze zaak verweten handelen heeft plaatsgevonden, aan verweerder onvoorwaardelijke schorsingen van 1, respectievelijk 2, respectievelijk 3 weken opgelegd voor onzorgvuldig handelen. Weliswaar ging het daarbij in overwegende mate om verweerders wijze van handelen in financiële aangelegenheden, terwijl zulks hier een ondergeschikte rol speelt, dat neemt niet weg dat in alle zaken sprake is van onvoldoende zorgvuldig en nauwgezet handelen door verweerder. Dat betekent naar het oordeel van de raad dat verweerder hieruit klaarblijkelijk onvoldoende lering heeft getrokken. Gelet hierop kan niet worden volstaan met een lichtere maatregel dan een onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van 3 maanden.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht gegrond en legt aan verweerder op de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van 3 maanden.

 

 

Aldus gewezen door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken, M.B.Ph. Geeraedts, L.J.G. de Haas, A. Groenewoud, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 september 2013 .

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 10 september 2013

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klagers

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            verweerder

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.      Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl.

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl