Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:96

Zaaknummer

L15-2013

Inhoudsindicatie

Het vertraagd reageren op brieven van de wederpartij is, gelet op de omstandigheden, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

Beslissing van 21 oktober 2013

in de zaak L 15 - 2013

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

 

       

klagers

 

tegen:

 

B

 

 

                                        verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 16 januari 2013 met kenmerk D, door de raad ontvangen op 17 januari 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement L de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van   2 september 2013 in aanwezigheid van klagers en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van de brief van de deken van 16 januari 2013 met bijlagen.

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1     Klagers hebben verweerder, die optrad als advocaat van de wederpartij van klagers, brieven gestuurd op 25 juni 2011 en 14 juli 2011. Op deze brieven werd door verweerder niet gereageerd. Bij e-mail van 5 augustus 2011 hebben klagers zich tot de deken gewend.

          Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat door verweerder uiteindelijk bij brief van 2 september 2011 wel is gereageerd.

2.2     Klagers hebben voorts op 10 september 2011 aan verweerder een brief gezonden met betrekking tot de afwikkeling van een tussen klagers en de cliënt van verweerder gewezen arbitraal vonnis. Deze brief werd door verweerder niet beantwoord. Op 24 oktober 2011 is aangetekend een kopie van diezelfde brief verzonden, maar ook daarop werd geen antwoord gegeven. Klagers hebben zich vervolgens wederom tot de deken gewend bij brief die op 19 januari 2012 door de deken is ontvangen.

 

3          klacht

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder de brieven van klagers onbeantwoord laat.

 

4          VERWEER

          Verweerder stelt zich bij brief van 30 augustus 2011 op het standpunt dat klagers hem geen verwijt kunnen maken aangezien het door de Raad van Arbitrage gewezen arbitrale vonnis kennelijke tel- en schrijffouten bevatte, reden waarom verweerder een herstelvonnis heeft gevraagd. Daarnaast zou zowel bij de Raad van Arbitrage als bij verweerder vakantie gespeeld hebben, met als gevolg vertraging. In een telefonisch onderhoud met de waarnemend deken heeft verweerder daarnaast nog aangegeven dat hij niet meer op de brieven van klagers heeft gereageerd omdat hij daartoe geen mandaat meer had van zijn cliënt en verder ook geen kosten voor zijn cliënt wilde maken.

          Tijdens de mondelinge behandeling gaf verweerder nog aan dat hij bij brief van 2 september 2011 uiteindelijk wel heeft gereageerd op de brieven van klagers van 25 juni 2011 en 14 juli 2011. Daarnaast gaf verweerder aan dat hij het vonnis kon executeren en daarom niet meer met klagers in debat hoefde en dus ook niet hoefde te reageren.

 

5          BEOORDELING

          Verweerder trad op als advocaat van de wederpartij van klagers. Bij de beoordeling van een klacht over het optreden van de advocaat als advocaat  van de wederpartij dient er van te worden uit gegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt en dat deze vrijheid niet ten gunste van een wederpartij mag worden beknot, tenzij daarbij de  belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad.

          Door verweerder is bij brief van 2 september 2011 wel gereageerd op de brieven van klagers van 25 juni 2011 en 14 juli 2011. Die termijn is niet zo lang, dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is.

          Op de brieven van 10 september 2011 en 24 oktober 2011 van klagers aan verweerder, is door verweerder in het geheel niet gereageerd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft verweerder aangegeven dat hij niet meer met klagers in discussie wenste te gaan en dat een vonnis was gewezen, welk vonnis hij namens zijn cliënt heeft geëxecuteerd door het innen van de door klagers afgegeven bankgarantie. De raad is van oordeel dat verweerder er beter aan zou hebben gedaan wel op de brieven van klagers te reageren, al was het maar om aan te geven dat verder niet gediscussieerd zou worden. Het niet reageren is echter tegen de achtergrond van de toen lopende zaak en de door verweerder opgegeven redenen niet van zodanig gewicht dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is.. De klacht is derhalve ongegrond.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. W.H.N.C. van Beek, A. Groenewoud, A.A. Freriks, R.G.A.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 oktober 2013.                    

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 22 oktober 2013

 

per aangetekende brief verzonden aan:                   

-        klagers

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

                  Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door :

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voor zover de klacht ongegrond is verklaard tevens door:

-         klagers

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.      Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl.

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl