Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-06-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:8

Zaaknummer

ZWB 173 - 2013

Inhoudsindicatie

Een advocaat die overmand door emoties, wegens een sterfgeval zijn / haar werkzaamheden niet kan voortzetten, handelt niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, door onder die omstandigheden zich vlak voor een zitting, daarvoor af te melden.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van 24 juni 2013

in de zaak ZWB 173-2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

 

klaagster

 

tegen:

B

 

 

verweerster

 

Klaagster heeft zich bij brief d.d. 10 december 2012 beklaagd over het optreden van verweerster bij de deken van de orde van advocaten in het – voormalige - arrondissement Y. De voorzitter van de raad heeft bij beslissing d.d. 15 januari 2013 de behandeling van de klacht verwezen naar de deken van de orde van advocaten te Z

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Z van 3 juni 2013 met kenmerk K13-010 , door de raad ontvangen op 4 juni 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Verweerster stond de wederpartij van klaagster bij in een procedure. Op 12 oktober 2012 om 13.30 uur stond een zitting gepland. Klaagster en haar raadsvrouwe waren aanwezig, verweerster en haar cliënt waren niet aanwezig. Aan klaagster werd 5 minuten voor aanvang van de zitting medegedeeld dat verweerster verhinderd was ter zitting te verschijnen wegens een sterfgeval. De rechtbank heeft de zitting aangehouden.

 

 

2.           KLACHT

2.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerster een reden voor haar afwezigheid ter zitting van 12 oktober 2012 heeft gefingeerd en bewust een voor klaagster zo ongunstig mogelijk moment heeft gekozen om zich af te melden, waardoor klaagster is benadeeld; althans een sterfgeval heeft misbruikt om zich kort voor de zitting af te melden.

2.2         Klaagster heeft ter toelichting op de klacht het volgende naar voren gebracht:

              De cliënt van verweerster was ook niet aanwezig en was derhalve voorafgaand aan de zitting wel op de hoogte gebracht van de afwezigheid van verweerster. Verweerster was volgens haar secretaresse op 12 oktober 2012 wel op haar kantoor aanwezig; zo ook de week na de zitting. Verweerster heeft desgevraagd geen overlijdensbericht getoond.

 

3.           VERWEER

3.1         Verweerster betwist dat de reden van haar afwezigheid ter zitting van 12 oktober 2012 door haar is verzonnen en dat zij bewust een voor klaagster zo ongunstig moment heeft gezocht om zich af te melden teneinde klaagster te benadelen.

3.2         Verweerster werd op 12 oktober 2012 in de auto onderweg naar de zitting overvallen door emoties wegens het overlijden van een naaste en de uitvaart die daags voor de zitting had plaatsgevonden. Verweerster voelde zich emotioneel niet in staat ter zitting haar werk te doen. Het onverkort blijven doorwerken in de week na het overlijden is een inschattingsfout geweest. Verweerster heeft een kantoorgenote gebeld met het verzoek betrokkenen te informeren. De betreffende kantoorgenote heeft de rechtbank en de cliënt van verweerster, die zich nog in de auto bevond op weg naar de zitting, telefonisch geïnformeerd over de reden van verhindering van verweerster. De kantoorgenote van verweerster heeft niet meer naar het kantoor van de advocate van klaagster gebeld vanwege het tijdstip (het was vlak voordat de zitting zou aanvangen). Verweerster heeft aan de rechtbank gevraagd de wederpartij op de hoogte stellen, omdat zij deze niet meer kon bereiken.

3.3         Verweerster had geen enkele reden om het plaatsvinden van de zitting te willen frustreren. Verweerster heeft er begrip voor dat het uitstel voor klaagster vervelend moet zijn geweest, maar klaagster is daardoor niet in haar belangen geschaad.

 

 

4.           BEOORDELING

4.1         Vast staat dat verweerster op 12 oktober 2012 vlak voor de aanvang van een zitting naar de rechtbank heeft gebeld met de mededeling dat zij overmand was door emoties wegens een sterfgeval, waardoor zij niet in staat was ter zitting te verschijnen. Dat verweerster of haar kantoorgenote namens haar – zoals klaagster stelt – heeft meegedeeld dat het sterfgeval op diezelfde dag zou had plaatsgevonden, is niet gebleken.

4.2         De deken heeft op grond van een door verweerster aan haar overgelegde overlijdensadvertentie vastgesteld dat het juist is dat in oktober 2012 een naaste van verweerster is overleden. Hoewel verweerster de week na het overlijden heeft doorgewerkt, is zij op 12 oktober 2012, daags na de uitvaart, onderweg naar de zitting dusdanig geëmotioneerd geraakt dat zij het niet verantwoord achtte haar weg naar de rechtbank te vervolgen en ter zitting als advocaat op te treden.

4.3         Hoewel het begrijpelijk is dat het uitstel kort voor aanvang van de zitting voor klaagster een onaangename verrassing was, valt verweerster er tuchtrechtelijk geen enkel verwijt van te maken dat zij, op weg naar de zitting, dusdanig door emoties werd overmand dat zij haar werkzaamheden op dat moment niet kon voortzetten. Verweerster diende behalve met de belangen van de wederpartij (klaagster) ook en vooral rekening te houden met de belangen van haar cliënt, die hadden kunnen worden geschaad wanneer zij ondanks de toestand waarin zij verkeerde had getracht die belangen ter zitting te behartigen.

4.4         Ook een advocaat is een mens, die door als gevolg van traumatische gebeurtenissen overmand kan worden door emoties, waardoor zij op dat moment haar werkzaamheden niet kan voortzetten. Het moment waarop dit gebeurt is ook door een advocaat niet te voorzien. De voorzitter heeft geen enkele reden om te twijfelen aan de mededeling van verweerster dat zij oprecht voornemens was de zitting op 12 oktober 2012 bij te wonen, maar dat zij onderweg hiernaartoe heeft moeten concluderen dat zij hiertoe emotioneel niet in staat was. Die beslissing valt te rechtvaardigen.

4.5         Dat verweerster zich onder voormelde omstandigheden genoodzaakt heeft gezien kort voor de aanvang van de zitting te berichten dat zij niet in staat was de zitting bij te wonen, valt haar derhalve tuchtrechtelijk niet aan te rekenen. De voorzitter zal de klacht daarom als kennelijk ongegrond afwijzen.

 

 

 

 

 

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter :

 

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af

 

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 24 juni 2013 .

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op  25 juni 2013

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klaagster

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Z.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Z binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.