Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2013:21

Zaaknummer

14/13

Inhoudsindicatie

Een advocaat dient eventuele schikkingsvoorstellen met zijn cliënt te bespreken waarbij voor de advocaat duidelijk moet zijn dat de cliënt met het voorstel akkoord is en begrijpt wat het inhoudt. Het feit dat de echtgenote van de advocaat van de wederpartij werkzaam was op het kantoor van de boedelnotaris, was bij de advocaat van klager niet bekend, die dan ook geen bewaar heeft gemaakt tegen de benoeming van de boedelnotaris. Bovendien heeft dit geen enkel nadelig effect op de zaak van kager gehad.

Uitspraak

Beslissing van 22 november 2013

in de zaak 14/13

naar aanleiding van de klacht van:

 

de heer [    ]

klager

 

tegen:

mr. [    ]

verweerster

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 4 februari 2013 met kenmerk 12/0/60, door de raad ontvangen op 6 februari 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het voormalige arrondissement Oost-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 27 september 2013 in aanwezigheid van klager en verweerster. Klager werd bijgestaan door zijn financieel adviseur de heer  S. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier;

 

2    FEITEN

2.1    Verweerster heeft klager bijgestaan in een echtscheidingsprocedure. Tijdens een mondelinge behandeling in het kader van deze procedure is een schikking getroffen waarbij, kort samengevat, is overeengekomen dat klager aan zijn ex-echtgenote € 55.000,00 zou voldoen wegens overbedeling. Klager is nadien teruggekomen op deze schikking omdat hij meende dat hij hierdoor was benadeeld. Klager heeft verweerster verzocht om appèl in te stellen tegen de beschikking van de rechtbank, maar verweerster was niet bereid klager in appèl bij te staan. Klager heeft geweigerd om de uiteindelijke declaratie van verweerster, die is gesteld op een bedrag van € 4.500,00, te voldoen.

 

3    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerster de belangen van klager niet goed heeft behartigd omdat zij klager onvoldoende heeft geïnformeerd over de wijze waarop het schikkingsbedrag van € 55.000,00 tot stand is gekomen. Klager heeft moeite met de waardering van de echtelijke woning op € 114.500,00 en de waardering van de voertuigen, de inboedel en het gereedschap op € 15.500,00. Volgens klager was de inboedel reeds verdeeld. Na aftrek van de hypothecaire lening van € 20.000,00 moest klager nog € 55.000,00 aan zijn ex-echtgenote betalen.

Verweerster had echter moeten vasthouden aan een waarde van € 100.000,00 voor de echtelijke woning. Dat heeft zij niet gedaan. Ook de verdeling van de voertuigen, inboedel en gereedschap is niet correct geschied. De voertuigen hadden aan de ex-echtgenote van klager moeten worden toebedeeld. Dit is niet gebeurd in het kader van de schikking. Ook was de inboedel van de schuur al verdeeld terwijl de waarde hiervan nu toch is meegenomen in de schikkingsonderhandelingen.

b)    verweerster ten onrechte heeft ingestemd met de benoeming van mr. H. tot boedelnotaris. Achteraf is gebleken dat de echtgenote van de advocaat van de ex-echtgenote van klager werkzaam was op het kantoor van deze notaris.

c)    de uiteindelijke declaratie van verweerster exorbitant hoog is geweest gelet op de tekortkomingen in de dienstverlening.

 

4    VERWEER

Ad klachtonderdeel a)

4.1    Verweerster voert aan dat zij voorafgaand aan de zitting veelvuldig contact heeft gehad met klager en uitvoerig de standpunten met hem heeft besproken. Verweerster heeft in de onderhavige klachtzaak aantekeningen overgelegd waaruit blijkt dat zij aan klager duidelijk heeft gemaakt op papier wat de schikking inhield. Direct na de schikking heeft verweerster de gemaakte afspraken nog eens bevestigd aan klager. Verweerster is van mening dat zij alle tijd en aandacht aan klager heeft besteed en ook zijn belangen op een goede wijze heeft behartigd.

Ad klachtonderdeel b)

4.2    Verweerster voert aan dat zij niet wist dat de echtgenote van de advocaat van de ex echtgenote van klager werkzaam was op het kantoor van de in onderling overleg benoemde boedelnotaris mr. H. Indien dat wel het geval was geweest had zij er wellicht voor gekozen om een andere notaris te doen benoemen, hoewel de benoeming van mr. H. tot boedelnotaris geen nadeel heeft berokkend aan klager omdat de boedelnotaris enkel de gemaakte afspraken heeft afgewikkeld en geen inhoudelijke inbreng heeft gehad.

Ad klachtonderdeel c)

4.3    Verweerster voert aan dat de declaraties gematigd zijn en dat uiteindelijk zelfs is voorgesteld om een bedrag van € 4.500,00 tegen finale kwijting te betalen. Verweerster heeft de indruk dat de hoogte van de declaratie voor klager een reden is geweest om inhoudelijk te klagen over de belangbehartiging door haar. Klager heeft € 3.000,00 voldaan aan verweerster zodat hij nog een bedrag van € 1.500,00 dient te betalen.

 

5    BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

5.1    De raad is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat verweerster de belangen van klager niet goed heeft behartigd, dan wel klager onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd over de wijze van totstandkoming van de schikking. Verweerster heeft aangegeven dat zij voorafgaand aan de zitting veelvuldig contact heeft gehad met klager en de mogelijkheden met hem heeft besproken. Klager heeft dit niet ontkend. Als verweerster tevoren, in samenspraak met klager, heeft bepaald dat de inzet van de onderhandelingen € 100.000,00 is geweest voor wat betreft de waarde van de echtelijke woning, betekent dit niet dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als zij in het kader van een schikking haar cliënt adviseert om dit bedrag bij te stellen op € 114.500,00. Het past nu juist in het kader van schikkingsonderhandelingen dat over en weer water bij de wijn wordt gedaan. Voorts is niet gebleken dat de waardebepaling en verdeling van de overige roerende goederen niet correct heeft plaatsgevonden. 

5.2    Bovendien heeft verweerster  aantekeningen overgelegd waaruit blijkt dat zij diverse berekeningen heeft uitgevoerd en -zoals onweersproken vaststaat - met klager, onder andere tijdens een schorsing,heeft besproken. Niet gebleken is dat verweerster in de informatievoorziening en belangenbehartiging jegens klager tekort is geschoten. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Ad klachtonderdeel b)

5.3    Niet onbegrijpelijk is dat klager enige moeite had met het feit dat achteraf bleek dat de echtgenote van de advocaat van de wederpartij werkzaam was op het kantoor van de boedelnotaris, maar niet gebleken is dat zulks enig nadelig effect heeft gehad. Verweerster heeft aangevoerd dat zij hier niet mee op de hoogte was en dat het slechts ging om een uitwerking van gemaakte afspraken. Hiervan treft verweerster geen verwijt.

Ad klachtonderdeel c)

5.4    De raad is van oordeel dat niet gebleken is dat er sprake is van een exorbitant hoge declaratie. Gelet op de omvang van de werkzaamheden, zoals blijkt uit hetgeen is aangevoerd over het verloop van de procedure, kan niet gesteld worden dat er sprake is geweest van excessief declareergedrag. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

oordeelt de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman, voorzitter, mrs. G.W. Brouwer, M.E. Derix, H.J.P. Robers en A.S.M. Zweerman-Oude Breuil, leden, bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 november 2013.

 

griffier                                                     voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op 25 november 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Overijssel

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Overijssel

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

 

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl