Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:159

Zaaknummer

13-107

Inhoudsindicatie

verzet tegen voorzittersbeslissing 1 dag te laat ingediend. Verzendbewijs van de fax, waaruit zou moeten blijken dat verzetschrift wel tijdig per fax is verzonden toont geen datum en tijdstip van verzending. Verzet niet ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van 25 november 2013

in de zaak 13-107

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 24 mei 2013 op de klacht van:

mevrouw [naam]

[adres]

klaagster

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 24 april 2013, door de raad ontvangen op 25 april 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 24 mei 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht  kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 27 mei 2013 is verzonden aan klaagster.

1.3 Bij brief van 10 juni 2013, door de raad ontvangen op 11 juni 2013, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 30 september 2013 in aanwezigheid van klaagster en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klaagster in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

Klaagster stelt zich op het standpunt dat verweerster onvoldoende duidelijk is geweest waar het ging om de financiële consequenties van het gesprek op 19 mei 2011. Zij is het niet eens met de overweging van de voorzitter dat zij zelf, tijdig, had kunnen en moeten navragen of er aan dat gesprek kosten verbonden zouden zijn. Zij stelt zich op het standpunt dat, nu zij voorafgaand aan het gesprek van 19 mei 2011 nog geen opdracht had gegeven, zij geen kosten hoefde te betalen voor dat gesprek. Klaagster verzoekt de raad het verzet gegrond te verklaren en de klacht serieus te onderzoeken. 

4 BEOORDELING

4.1 Artikel 46h van de Advocatenwet bepaalt dat tegen de voorzittersbeslissing binnen 14 dagen na verzending daarvan schriftelijk verzet kan worden gedaan bij de raad. Nu de voorzittersbeslissing op 27 mei 2013 is verzonden, had het verzetschrift uiterlijk 10 juni 2013 ter griffie van de raad moeten zijn ontvangen.

4.2 De raad constateert dat klaagsters verzetschrift d.d. 10 juni 2013 op 11 juni 2013 ter griffie is ontvangen. Nu het verzetschrift na afloop van de verzettermijn ter griffie is ontvangen, is klaagster te laat in verzet gekomen.

4.3 In haar brief d.d. 18 juni 2013 aan de griffier van de raad heeft klaagster verklaard dat zij het verzetschrift op 10 juni 2013 tevens per fax aan de raad heeft verzonden. Zij schrijft in haar brief dat het verzendbewijs van de fax aanwezig is.

4.4 Bij brief van 11 september 2013 heeft de griffier klaagster bericht dat het verzetschrift niet per fax is binnengekomen op de griffie en heeft zij klaagster verzocht om binnen een week na 11 september 2013 een kopie van de verzonden fax en van het verzendbewijs van de fax aan de raad te sturen. Klaagster heeft niet aan dit verzoek voldaan.

4.5 Ter zitting heeft klaagster het door haar bedoelde verzendbewijs laten zien. De raad heeft ter zitting geconstateerd dat het verzendbewijs dat klaagster toonde geen datum en geen tijdstip vermeldt. Dit betekent dat de raad niet heeft kunnen constateren dat het verzetschrift tijdig ter griffie is ingekomen.

4.6 Door klaagster zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die de termijnoverschrijding zouden kunnen rechtvaardigen. Van dergelijke omstandigheden is de raad ook niet op andere wijze gebleken.

4.7 De raad is op grond van het bovenstaande van oordeel dat het verzet niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. K.H.A. Heenk, voorzitter, mrs. G.R.M. van den Assum, A.D.G. Bakker, J.R.O. Dantuma en E.J. Verster, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 november 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 25 november 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

en per gewone post aan:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.