Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

26-08-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:106

Zaaknummer

R. 4105/13.12b

Inhoudsindicatie

Verzetzaak. De afgelopen jaren hebben klagers een groot aantal klachten ingediend tegen verweerster en haar kantoorgenoten. Deze klachten zijn steeds niet-ontvankelijk of ongegrond verklaard. In deze zaak ziet de klacht rechtstreeks op een civiel geschil tussen partijen, waarbij voor de tuchtrechter geen rol is weggelegd. Het stond verweerster dan ook vrij, als civiele tegenpartij, om niet te reageren op brieven van klagers. Verzet ongegrond.

Uitspraak

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 14 januari 2013 aan de Raad van Discipline met kenmerk R 12/13/22, door de raad ontvangen op 15 januari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 11 februari 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht  kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 12 februari 2013 aan partijen is verzonden.

1.3    Bij faxbrief van 25 februari 2013, door de raad ontvangen op 25 februari 2013, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van 10 juni 2013 van de raad in aanwezigheid van klagers. Verweerster is met schriftelijke vooraankondiging niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klagers in verzet in zoverre niet opkomen.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet betreffen deels een herhaling, deels een uitwerking van de klacht, maar zien op andere aanhangige en ook op niet-aanhangige klachten. 

4    VERWEER

4.1    Verweerster heeft verwezen naar de eerder door klagers tegen haar ingediende klacht bij de raad, waarbij de raad de klacht met betrekking tot het laten betekenen van de grosse van het vonnis door de deurwaarder ongegrond heeft verklaard. Verweerster heeft voorts betwist dat sprake zou zijn van smaad, laster, misbruik van bevoegdheid, stalking en intimidatie.

5    BEOORDELING

5.1    De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de voorzitter dat heeft vermeld onder nummer 3.1 e.v. van de bestreden beslissing.

5.2    De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van (de onderdelen van) de klacht dan die van de voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

6    BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, (plaatsvervangend) voorzitter, mrs. W.P. Brussaard, L.P.M. Eenens, P.C.M. van Schijndel, A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 26 augustus 2013.

griffier    voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 28 augustus 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klagers

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Rotterdam

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.