Rechtspraak
Uitspraakdatum
24-06-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2013:16
Zaaknummer
12-284A
Inhoudsindicatie
Verzetzaak. Met de voorzitter is de raad van oordeel dat klagers te veel tijd hebben laten verstrijken alvorens onderhavige klacht in te dienen. Verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 24 juni 2013
in de zaak 12-284A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 18 oktober 2012 op de klacht van:
1. de heer
2. mevrouw
klagers
tegen:
de heer mr.
advocaat te
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 20 september 2012 met kenmerk 1112-851, door de raad ontvangen op 21 september 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 18 oktober 2012 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 18 oktober 2012 is verzonden aan klagers.
1.3 Bij brief van 24 oktober 2012 door de raad ontvangen op 25 oktober 2012, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 17 april 2013 in aanwezigheid van klagers en verweerder.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klagers van 25 oktober 2012 en de ter zitting door klagers overhandigde pleitnota.
2 FEITEN
Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klagers in verzet in zoverre niet opkomen.
3 KLACHT EN VERZET
Het verzet houdt zakelijk weergegeven in dat de voorzitter ten onrechte de klacht kennelijk niet ontvankelijk heeft verklaard door voorbij te gaan aan de door klagers gestelde feiten.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klagers aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter terecht en op juiste gronden de klacht kennelijk
niet-ontvankelijk bevonden.
4.2 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. M.A. le Belle, L.D.H. Hamer, A.S. Kamphuis, P. van Lingen, leden, bijgestaan door mr. H. Oomen en uitgesproken ter openbare zitting van 24 juni 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 24 juni 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klagers
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.