Rechtspraak
Uitspraakdatum
12-03-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4028
Zaaknummer
12-250A
Inhoudsindicatie
Het staat een advocaat vrij om de behandeling van een zaak neer te leggen mits daardoor de belangen van de cliënt niet worden geschaad. In dit geval oordeelde de advocaat dat de cliënt geen redelijke kans op succes had en ook dat sprake was van een onoverbrugbare vertrouwensbreuk zodat het hem vrijstond de behandeling neer e leggen. Verzet is ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 12 maart 2013
in de zaak 12-250A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad op de klacht van:
de heer
klager
tegen:
mr.
advocaat te Amsterdam
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 21 augustus 2012 met kenmerk 1112-807, door de raad ontvangen op 23 augustus 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 20 september 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond geacht, welke beslissing op 20 september 2012 is verzonden aan klager.
1.3 Bij faxbericht van 22 september 2012 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 17 december 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennis genomen van:
- de beslissing van de voorzitter van verzet en van de stukken waarop die beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven:
- het verzetschrift van 22 september 2012;
- de pleitnota van klager van 17 december 2012;
- het proces-verbaal van de zitting van 17 december 2012.
2 KLACHT/HET VERZET
2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in, dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in art. 46 Advocatenwet doordat verweerder nadat hij onderneming X aansprakelijk had gesteld en nadere informatie had ingewonnen bij de organisatie die betalingen via internet regelt, de zaak heeft neergelegd.
2.2 Het verzet houdt zakelijk weergegeven in dat de voorzitter ten onrechte de klacht kennelijk ongegrond heeft geacht.
3 FEITEN
3.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
4 BEOORDELING
4.1 Op basis van het voorgaande is de raad van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet kunnen slagen en dat de voorzitter de klacht op de juiste gronden kennelijk ongegrond heeft bevonden.
4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klachten en moet het verzet dan ook ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. M.A. Le Belle, L.D.H. Hamer, G.J.W. Pulles en S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. L. Koning als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 maart 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 12 maart 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.
***