Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-09-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:63

Zaaknummer

OB71-2013

Inhoudsindicatie

Nu het verzetschrift na afloop van de verzettermijn ter griffie is ontvangen, is klager te laat in verzet gekomen.

Inhoudsindicatie

Verzet niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van 16 september 2013

     in de zaak OB71-2013

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 5 april 2013 op de klacht van:

 

                                       

                                        A

 

                                        klager

 

                                        tegen:

 

                                        B

 

                                        verweerster

 

 

 

 

                                          

1               Verloop van de procedure

1.1         Bij beslissing van 5 april 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 12 april 2013 is verzonden.

1.2         Bij brief d.d. 18 april 2013, door de raad per post ontvangen op 2 mei 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.3         Het verzet is behandeld ter mondelinge behandeling op 1 juli 2013. Bij de mondelinge behandeling is klager verschenen. Verweerster is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4         De raad heeft kennisgenomen van:

          -      de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en de onderliggende stukken;

          -      het verzetschrift van klager d.d. 18 april 2013.

         

 

2               FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1     Verweerster treedt in een echtscheidingsprocedure op als advocaat van de wederpartij van klager.

2.2     Klager heeft zich er al eerder over beklaagd dat verweerster de afwikkeling van de echtscheiding vertraagt en tegenwerkt. Deze klachtzaak is bij de raad bekend onder nummer H 89-2012. De voorzitter van de raad heeft deze klacht bij beslissing d.d. 10 april 2012 als kennelijk ongegrond afgewezen. Het door klager tegen deze beslissing ingestelde verzet is bij beslissing van de raad van 26 november 2011 ongegrond verklaard.

 

3               KLACHT EN VERZET

3.1         De klacht houdt in dat verweerster verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:       

1.         verweerster een vervalst bankafschrift heeft ingebracht in een procedure bij de rechtbank;

2.         verweerster de afwikkeling van de echtscheiding vertraagt en tegenwerkt.

              3.2     De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:

de voorzitter ten onrechte niet heeft vastgesteld dat het bankafschrift was vervalst en afkomstig was van verweerster.   

 

4               BEOORDELING

Ontvankelijkheid

4.1     Artikel 46h van de Advocatenwet bepaalt dat tegen de voorzittersbeslissing binnen veertien dagen na verzending daarvan schriftelijk verzet kan worden gedaan bij de raad. Nu de voorzittersbeslissing op 12 april 2013 is verzonden, kon daarvan op uiterlijk 26 april 2013 verzet worden gedaan.

4.2     De raad constateert dat klagers verzetschrift d.d. 18 april 2013 blijkens de ontvangststempel op 2 mei 2013 ter griffie is ontvangen. Klager heeft ter zitting weliswaar verklaard dat hij het verzetschrift op 20 april 2013 op de post heeft gedaan, doch klagers aantekening van het verzendtijdstip is niet beslissend bij de beantwoording van de vraag of hij tijdig in verzet is gekomen. Beslissend is de administratie van de griffie ter zake de ontvangst van het verzetschrift. Nu het verzetschrift na afloop van de verzettermijn ter griffie is ontvangen, is klager te laat in verzet gekomen.

4.3     De raad is op grond van het bovenstaande van oordeel dat klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzet.

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

 

         

         

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, mrs. L.R.G.M. Spronken , J.C. van den Dries, J.F.E. Kikken, J.J.M. Goumans, leden, bijgestaan door mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 september 2013.

 

 

 

griffier                                                               voorzitter                                     

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 17 september 2013

 

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-       klager

-       verweerster

-       de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.