Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:295

Zaaknummer

6678

Inhoudsindicatie

Bekrachtiging ongegrondverklaring. Klacht van wederpartij advocaat over indienen van klacht zonder opdracht van de cliënte en over het doen van rechtstreekse aanzeggingen.

Uitspraak

      

Beslissing van 1 november 2013

in de zaak 6678

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerders

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem (verder: de raad) van 17 december 2012, onder nummer 12-57, aan partijen toegezonden op 17 december 2012, waarbij een klacht van klager tegen verweerders voor wat betreft de klachtonderdelen a en b ongegrond is verklaard. Deze beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl, onder nummer YA3763.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 15 januari 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

2.1 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- brief van verweerder sub 1 d.d. 8 augustus 2013;

- brief van verweerder sub 2 d.d. 12 augustus 2013;

- brief van klager d.d. 13 augustus 2013;

- brief van klager d.d. 14 augustus 2013.

2.2 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 30 augustus 2013, waar klager en verweerders zijn verschenen. klager heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerders tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) zij zelfstandig, zonder opdracht van hun cliënte een klacht jegens klager hebben ingediend bij de deken.

Verweerder sub 2.

b) in strijd met gedragsregel 18 rechtstreeks aan klager aanzeggingen heeft gedaan.

4 FEITEN

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem van 17 december 2012, gewezen onder nummer 12-57.

Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. L. Ritzema, J.H.J.M. Mertens-Steeghs, G.J. Niezink en P.H. Holthuis, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 november 2013.