Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:188

Zaaknummer

R. 4342/13.249

Inhoudsindicatie

Handelen advocaat wederpartij. De door klaagster aangegeven passages in de brief en het e-mail bericht kunnen niet als onnodig grievend worden gekwalificeerd. In de brief doet verweerder een voorstel om tot een oplossing tussen partijen te geraken, geeft hij stellingen namens zijn cliënt weer en doet hij sommaties. In het e-mail bericht geeft verweerder aan de advocaat van klaagster door het voornemen – tot doorbelasten van kosten van de procedure aan onder andere klaagster – van zijn cliënt. Een dergelijk handelen staat verweerder vrij gelet op zijn vrijheid om de belangen van zijn client te behartigen. Van de door klaagster gestelde dreigende en naar chantage riekende taal is geen sprake.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

De plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden 23 september 2013, door de raad ontvangen op 24 september 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1 Verweerder behartigt de belangen van de wederpartij van klaagster, een beheerder van een recreatiepark, inzake een geschil over de tarieven voor de afname van gas, elektra en water.

1.2 Klaagster en de medebewoners worden bijgestaan door een eigen advocaat.

1.3 Bij faxbrief van 21 september 2011 heeft verweerder de advocaat van klaagster een voorstel gedaan om het geschil in der minne te regelen.

1.4 Bij e-mail bericht van 19 maart 2013 heeft verweerder de advocaat van klager, voor zover in deze relevant, geschreven:

“U heeft ongetwijfeld kennisgenomen van het vonnis van de rechtbank in de zaak B. (red.) en de daaraan voorafgaande processtukken. Daaruit blijkt dat cliënt niet tegemoet hoeft te komen aan de wensen van uw cliënten (wie is/zijn dat eigenlijk nog?).

Wel laat ik uw cliënten vast weten dat cliënt de kosten van de procedures die hij ter zake van de nutsvoorzieningen moet voeren, zal doorbelasten aan de bewoners door middel van verwerking in de tarieven.

…”

1.5 Bij brief van 27 mei 2013 heeft klaagster bij de deken een klacht tegen verweerder ingediend.

 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Meer in het bijzonder verwijt klaagster verweerder dat hij in zijn brief van 21 september 2011 en e-mail van 19 maart 2013 dreigende en naar chantage riekende taal heeft geuit teneinde klaagster en de overige medebewoners van verdere juridische stappen te weerhouden.

 

3. BEOORDELING

3.1 Vooropgesteld wordt dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat dient de belangen van zijn cliënt te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en hij mag in het algemeen afgaan op de juistheid van die informatie. Verificatie door de advocaat van de door de cliënt verstrekte informatie is slechts dan geboden, indien er aanwijzingen zijn dat de informatie onjuist is. De advocaat dient zich uiteraard te allen tijde te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt en hij mag bij het optreden namens zijn cliënt niet over de schreef gaan.

3.2 De advocaat dient zich in woord en geschrift niet onnodig grievend uit te laten. De door klaagster aangegeven passages in de brief van 21 september 2011 en e-mail bericht van 19 maart 2013 kunnen niet als onnodig grievend worden gekwalificeerd. In de brief van 21 september 2011 doet verweerder een voorstel om tot een oplossing tussen partijen te geraken, geeft hij stellingen namens zijn cliënt weer en doet hij sommaties. In het e-mail bericht van 19 maart 2013 geeft verweerder aan de advocaat van klaagster door het voornemen – tot doorbelasten van kosten van de procedure aan onder andere klaagster – van zijn cliënt. Een dergelijk handelen staat verweerder, gelet op bovenomschreven vrijheid, vrij. Van de door klaagster gestelde dreigende en naar chantage riekende taal is geen sprake.

3.3 Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk ongegrond te worden verklaard.

 

4 BESLISSING

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 21 oktober 2013.

griffier                                                                         voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 22 oktober 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klaagster en de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.