Rechtspraak
Uitspraakdatum
25-03-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4072
Zaaknummer
R. 4010/12.144
Inhoudsindicatie
Verzet. Geen gronden voor het verzet aangevoerd. Verzet ongegrond.
Uitspraak
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 20 februari 2012 met kenmerk K124 2011/2012 ew/kme, door de raad ontvangen op 20 februari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 17 september 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 18 september 2012 aan partijen is verzonden.
1.3 Bij brief van 24 september 2012, door de raad ontvangen op 28 september 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 28 januari 2013, aanvankelijk in aanwezigheid van enkel verweerder. Enkele minuten na sluiting van de behandeling heeft klager zich alsnog gemeld. Verweerder bleek niet telefonisch bereikbaar, waarna klager buiten aanwezigheid van verweerder het woord heeft gevoerd. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal is aan partijen gezonden en verweerder is in de gelegenheid gesteld op de daarin opgenomen uitlatingen van klager schriftelijk te reageren. Hij heeft dat bij brief van 18 februari 2013 gedaan.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat verweerder de zaak voor klager op basis van een toevoeging had ingenomen en om die reden de zaak niet als betalend kan aanmerken.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.
5 BEOORDELING
5.1 De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter dit onder nummer 3 van de bestreden beslissing heeft vermeld.
5.2 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De raad verenigt zich dan ook met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.
5.3 Ten overvloede overweegt de raad in dit verband nog wel dat de aankondiging door verweerder dat hij voornemens was zich als advocaat terug te trekken, gedaan negen dagen voor de echtscheidingszitting, explicieter had gekund door klager daarbij uitdrukkelijk op de nadelige gevolgen daarvan te wijzen.
6 BESLISSING
De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, E.J. van der Wilk en C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 maart 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 26 maart 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.