Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:158

Zaaknummer

13-100

Inhoudsindicatie

verzet tegen voorzittersbeslissing waarin klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond is verklaard is eveneens ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 25 november 2013

in de zaak 13-100

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 13 mei 2013 op de klacht van:

de heer [naam]

[adres]

klager

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 17 april 2013 met kenmerk RvT 1213-9643, door de raad ontvangen op 18 april 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 13 mei 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht  als kennelijk ongegrond respectievelijk kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen, welke beslissing op 13 mei 2013 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 24 mei 2013, door de raad ontvangen op 27 mei 2013, heeft klager tijdig verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 30 september 2013 in aanwezigheid van klager, vergezeld door zijn moeder en stiefvader, en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven alsmede  van het verzetschrift van klager.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

Klager is van oordeel dat de voorzitter de zaak niet heeft beoordeeld op basis van de wet en de gedragsregels die voor advocaten gelden. Klager handhaaft zijn standpunt dat er “feitelijk onrechtmatig willens en wetens gebruik wordt gemaakt van medische gegevens” en dat er “willens en wetens gegevens worden gemanipuleerd.” Hij vindt dat verweerder “op zijn minst gezegd feitelijk toch last heeft van belangenverstrengeling”. 

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond respectievelijk kennelijk niet-ontvankelijk bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, mrs. G.R.M. van den Assum, A.D.G. Bakker, J.R.O. Dantuma en E.J. Verster, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 november 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 25 november 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.