Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-08-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:114

Zaaknummer

L 243-2013

Inhoudsindicatie

Klacht kan niet tot gegrondheid leiden nu geen concrete feiten of omstandigheden zijn aangevoerd waaruit blijkt dat verweten handelen (doen van valse aanfigte) door verweerder heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

Beslissing van 22 augustus 2013

in de zaak L 243 - 2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

 

klager

 

tegen:

B

 

verweerder

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L van 25 juli 2013 met kenmerk D , door de raad ontvangen op 26 juli 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Verweer treedt op als advocaat van de toenmalige vriend van de op 8 december 2009 overleden dochter van klager, verder E. De client van verweerder, verder X,  is na het overlijden van E. als verdachte aangemerkt. Door het OM is na enige tijd besloten X niet langer als verdachte aan te merken en hem niet verder te vervolgen.

1.2         Verweerder heeft op 11 maart 2013 namens X een e-mail aan de ouders van E. gezonden, waarin hij verwijdering van door hen geplaatste facebook-berichten vorderde. Verweerder heeft op 11 maart 2013 voorts een kort geding tegen R aanhangig gemaakt waarin hij een verbod van de uitzending van het programma H, waarin het overlijden van E. centraal zou staan, op 14 maart 2013 vorderde. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 14 maart 2013 bepaald dat voormeld programma op 14 maart 2013 mocht worden uitgezonden. Verweerder heeft vervolgens op 15 maart 2013 R aansprakelijk gesteld voor de door X door de uitzending van voormeld programma geleden dan wel nog te lijden schade aansprakelijk gesteld.

 

2.          KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder op 15 maart 2013 willens en wetens namens zijn client valselijk aangifte heeft gedaan tegen klager wegens smaad en laster.

 

3.           VERWEER    

3.1         In maart 2013 is op naam van E. een facebookpagina aangemaakt, waarop X openlijk werd beschuldigd van betrokkenheid bij het overlijden van E. X heeft op 10 maart 2013 aangifte gedaan tegen de ouders van E. Op maandag 11 maart 2013 heeft X verweerder verzocht de –voor het publiek vrij toegankelijke- facebook-berichten te doen verwijderen en tevens te trachten de uitzending van H op R op donderdag 14 maart 2013, waarin het overlijden van E. centraal zou staan, tegen te houden. Verweerder heeft naar aanleiding hiervan op 11 maart 2013 een e-mail aan de ouders van E. gestuurd en een kort geding tegen R aanhangig gemaakt..

3.2         Verweerder heeft, anders dan klager stelt, nimmer aangifte gedaan jegens klager, noch op 15 maart 2013, noch op een andere datum. X heeft op 10 maart 2013 zelfstandig aangifte gedaan. Verweerder heeft daarmee geen bemoeienis gehad.

 

4.           BEOORDELING

4.1         Klager verwijt verweerder op 15 maart 2013 valselijk aangifte tegen hem te hebben gedaan. Verweerder betwist echter aangifte tegen klager te hebben gedaan. Klager stelt hier tegenover dat het Openbaar Ministerie heeft tegengesproken dat verweerder op 15 maart 2013 geen aangifte heeft gedaan.

4.2         Nu klager geen concrete feiten naar voren brengt dan wel bewijzen overlegt waaruit blijkt dat verweerder op 15 maart 2013 aangifte tegen klager heeft gedaan, kan de klacht niet tot gegrondheid leiden, nu immers niet is komen vast te staan dat het aan verweerder verweten handelen heeft plaatsgevonden. Op grond hiervan zal de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.

 

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 22 augustus 2013.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 26 augustus 2013

 

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.