Rechtspraak
Uitspraakdatum
20-08-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:133
Zaaknummer
OB 227 - 2013
Inhoudsindicatie
Niet gebleken dat verwijtbaar handelen (aangifte van stalking jegens ex-cliënt) heeft plaatsgevonden.
Uitspraak
Beslissing van 20 augustus 2013
in de zaak OB 227 - 2013
naar aanleiding van de klacht van:
A.
klaagster
tegen:
B.
verweerder
De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 19 juli 2013 met kenmerk 48/13/104K , door de raad ontvangen op 22 juli 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1. FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
1.1 Verweerder heeft in de periode van 2004-2008 klaagster in een aantal zaken als raadsman bijgestaan.
1.2 Klaagster werd verdacht van belaging (art 285b lid 1), gepleegd op 31 januari 2010 te W.. Het arrondissementsparket ’s-Hertogenbosch heeft klaagster bij brief d.d. 11 januari 2012 bericht dat zij ter zake hiervan niet zal worden vervolgd onder de voorwaarde dat zij zich gedurende een proeftijd van 2 jaren niet aan enig strafbaar feit zal schuldig maken dan wel op andere wijze zich zal misdragen.
2. KLACHT
De voorzitter begrijpt de klacht, zakelijk weergegeven, aldus dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder ten onrechte tegen klaagster aangifte heeft gedaan van “stalking” bij de politie, waardoor klaagster 2 jaar voorwaardelijk heeft gekregen.
3. BEOORDELING
3.1 De voorzitter begrijpt uit de aan de aan de raad overgelegde stukken dat klaagster verweerder verwijt dat hij aangifte van belaging (“stalking”) heeft gedaan bij de politie. Uit de door klaagster overgelegde stukken valt niet op te maken of, en zo ja wanneer, door verweerder tegen klaagster aangifte zou zijn gedaan, en of deze vermeende aangifte heeft geleid tot het voorwaardelijke sepot, zodat de klacht alleen al op grond hiervan feitelijk niet is komen vast te staan en op grond daarvan dient te worden afgewezen.
3.2 De voorzitter overweegt ten overvloede dat ook indien mocht komen vast te staan dat verweerder aangifte zou hebben gedaan tegen klaagster, hem hiervan geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Het staat een advocaat vrij aangifte te doen van een volgens hem begaan strafbaar feit, ook indien het een oud cli ë nt betreft.
BESLISSING
De voorzitter:
wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.
Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 20 augustus 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 20 augustus 2013
per gewone en per aangetekende post verzonden aan:
- klaagster
per gewone post verzonden aan:
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.
Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.
Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:
a. Per post
Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.
Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:
Postbus 3115, 4800 DC Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.
c. Per fax
Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.