Rechtspraak
Uitspraakdatum
05-08-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2013:47
Zaaknummer
13-080A
Inhoudsindicatie
Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond. Klacht niet-ontvankelijk wegens ontbreken eigen belang.
Uitspraak
Beslissing van 5 augustus 2013
in de zaak 13-080A
naar aanleiding van de klacht van:
de heer
klager
tegen:
mr.
advocaat te Amsterdam
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 19 maart 2013 met kenmerk 13-080A, door de raad ontvangen op 21 maart 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 19 april 2013 heeft de voorzitter van de raad klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, welke beslissing op dezelfde datum is verzonden aan klager.
1.3 Bij brief van 25 april 2013, door de raad ontvangen op dezelfde datum, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet en de klacht zijn behandeld ter zitting van de raad van 4 juni 2013 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennis genomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop die beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzet van klager bij brief van 25 april 2013.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 HET VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.
3.2 Uit het feit dat klager zijn moeder in de begrotingsprocedure voor de Raad van Toezicht heeft vertegenwoordigd, tijdens welke procedure het handelen van verweerder tot een nieuwe klacht heeft geleid, dient te worden afgeleid dat klager zijn moeder ook in de onderhavige klachtprocedure vertegenwoordigt. De omstandigheid dat klager de facturen van verweerder heeft betaald alsmede het feit dat de correspondentie in deze klachtzaak op verzoek van klager naar het woonadres van de moeder van klager is verzonden, rechtvaardigen eveneens de conclusie dat de voorzitter klager ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn klacht.
4 BEOORDELING
4.1 Nu klager ook bij gelegenheid van de behandeling van zijn verzetschrift heeft nagelaten om een machtiging van zijn moeder over te leggen en hij dus in persoon klaagt, heeft te gelden dat de voorzitter terecht en op goede gronden heeft beslist dat klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard wegens gebrek aan belang. Klager heeft nog steeds niet kunnen aantonen dat hij op andere gronden een eigen belang bij de onderhavige klacht zou hebben.
4.2 Ten overvloede overweegt de raad dat klager niet heeft gemotiveerd waarom de voorzitter op basis van de zich in het dossier bevindende stukken niet tot een kennelijk ongegrondverklaring had mogen komen, indien de klacht wel ontvankelijk zou zijn.
4.3 Het verzet moet dan ook ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. B. Roodveldt,
A. van Marwijk Kooy, J.H.P. Smeets, M. Schüller, leden, bijgestaan door mr. A. Lof als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 5 augustus 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 5 augustus 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.