Rechtspraak
Uitspraakdatum
23-12-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2013:39
Zaaknummer
13-146
Inhoudsindicatie
verzet tegen beslissing voorzitter naar aanleiding van klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 23 december 2013
in de zaak 13-146
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 16 juli 2013 op de klacht van:
Mevrouw [naam]
klager sub 1
De heer [naam]
klager sub 2
beiden wonende:
[adres]
samen te noemen: klagers
tegen:
mr. [naam]
advocaat te [plaats]
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 1 juli 2013 met kenmerk RvT 1213-0045, door de raad ontvangen op 2 juli 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 16 juli 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 17 juli 2013 is verzonden aan klagers.
1.3 Bij brief van 19 juli 2013, door de raad per fax ontvangen op 19 juli 2013, hebben klagers tijdig verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 2 december 2013 in aanwezigheid van klagers en verweerder. Tevens was ter zitting aanwezig mr. L.C.J.M. de Kort, kantoorgenoot van verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven alsmede van het verzetschrift van klagers. Voorts heeft de raad kennis genomen van de brieven van klagers aan de raad d.d. 26 september 2013, 24 oktober 2013 en 30 oktober 2013 en van de brieven van de griffier van de raad aan klagers d.d. 20 augustus 2013, 28 oktober 2013 en 7 november 2013.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klagers in verzet in zoverre niet opkomen.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.
Klagers stellen zich op het standpunt dat de voorzitter in zijn beslissing heeft miskend dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld doordat hij de handelwijze van zijn kantoorgenoot, mr. [naam], bedekt heeft gehouden. Zij stellen dat zij al jarenlang schade lijden en leed ondervinden door de handelwijze van de Rabobank.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klagers aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.2 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, mrs. G. Bige, H. Dulack, P.J.F.M. de Kerf en E.A.T.M. Steverink, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 december 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 23 december 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klagers
en per gewone post aan:
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.